Intertwine – Trui met kabel haken

---

Welkom bij deze tutorial serie voor de prachtige Intertwine trui! Dit haakpatroon is geschikt voor vrouwenmaten XS tot 5XL!

Yay for Yarn is een super getalenteerde haakpatroon ontwerpster waar hier op de website al diverse patronen van vertaald staan naar het Nederlands. Ik vertaal haar patronen mét liefde én uiteraard met toestemming.

Dit lichtgewicht haakpatroon heeft een prachtige kabel ingehaakt. Haak je eigen Intertwine trui met dit gratis, maat-inclusieve haakpatroon.

Toen Knit Picks een samenwerking met me aan wilde gaan met hun nieuwe High Desert garen, wist ik al meteen precies wat ik ermee wilde maken. Het zou lichtgewicht zijn en comfortabel, met een beetje textuur en één opvallend element.

Dat opvallende element van de Intertwine Trui is een brede kabel, die veel makkelijker te maken is dan het lijkt. Er worden geen reliëfstokjes gebruikt of ingewikkelde kabel-kruisen. Je gebruikt de Griddle Stitch voor de rest van de trui, die het een lichte textuur geeft en bovendien de kabel er echt uit laat springen.

Je maakt het lijf van deze trui plat, beginnend met de kabel. Dan werk je aan beide zijdes van de kabel om de rest van de trui te maken. Terwijl we de zijnaden dichtnaaien, laten we een opening over waar de mouwen in komen. Uiteindelijk is de trui uit één stuk gemaakt, met een naadloze uitstraling.

Hoe kies je het beste garen voor een gehaakte vrouwentrui?

Voor dit haakpatroon voor een damesvest heb je #2 Sport Weight-garen nodig. Knit Picks stuurde me wat van hun gloednieuwe High Desert Sport Weight-wol om te gebruiken voor dit ontwerp, en ik ben zo blij met hoe zacht en squishy het is! Dit is absoluut wollen garen van de hoogste kwaliteit dat ik tot nu toe heb geprobeerd. ⁣
⁣
High Desert is 100% in de VS geteelde en gesponnen Shaniko-wol. De duurzame merinovezel wordt geoogst in het Amerikaanse Westen onder de Responsible Wool Standard-certificering en de vezel wordt vervolgens verwerkt in Noord- en Zuid-Carolina. ⁣
⁣
Ik denk niet dat ik ooit een puur, niet-superwash wollen garen heb gebruikt dat zo zacht is als dit garen. De streng zelf is erg goed gesponnen, met een goede twist, geen splijting en een veerkrachtige, veerkrachtige textuur. Het is helemaal niet kriebelig, dus als je denkt dat je wollen garen niet leuk vindt, kan dit garen je misschien van gedachten doen veranderen. ;)⁣

Bij het selecteren van het garen dat je voor dit patroon wilt gebruiken, moet je ervoor zorgen dat op het garenlabel staat dat het #2 Sport Weight is. (Je wilt ook dat het zacht en comfortabel aanvoelt op de huid.) Koop vervolgens voldoende strengen van het garen dat je wilt gebruiken, zodat je ten minste het totale aantal meter hebt dat nodig is voor het patroon voor de maat die u maakt.

(Houd er rekening mee dat het High Desert Wool-garen van Knit Picks ook verkrijgbaar is als worsted-weight garen. Als u besluit High Desert-wol te gebruiken, zorg er dan voor dat u de Sport Weight-versie voor dit project koopt.)

Als je een ander garen wilt gebruiken, raad ik Knit Picks Wool of the Andes Sport of Brava Sport aan. Een acrylgaren of een ander dierlijk vezelgaren (zoals wol of alpaca) zou geschikt zijn voor dit project.

Hoe kies ik de goede maat?

Het haakpatroon voor de Intertwine Pullover bevat instructies voor 9 maten, van damesmaat X-Small tot 5X. (Het patroon is geschreven voor XS, S, M, L, XL, 2XL, 3XL, 4XL en 5XL.) Om te bepalen welke maat je wilt maken, moet je rond het volste deel van de buste meten. Volg vervolgens de instructies in het gedeelte ‘Maatvoering’ van het patroon om de maat te selecteren op basis van de busteomvang van de draagster.

Houd er rekening mee dat de lengte van de trui anders zal vallen bij personen met verschillende lengtes. Om te zien hoe lang de trui valt, meet je de ruglengte ten opzichte van de drager.

Kijk naar deze andere vest haakpatronen die ook in vele maten beschikbaar zijn in het Nederlands, op deze site:

1. Knuffel Vest / 2. Diamant Vest / 3. Crimson Vest

Kan ik dit haken als ik beginner ben?

Dit haakpatroon is “Intermediate” als niveau, maar de steken en constructie zijn niet super ingewikkeld. Om dit project te kunnen maken, moet je weten hoe je basis haaksteken, meerderen en minderen kunt, hoe je in de rondte moet werken en hoe je een simpel stekenpatroon kunt volgen. Je gebruikt vooral de vasten en het stokje, afgewisseld.

Je moet ook een patroon kunnen lezen en patroonherhalingen kunnen toepassen. Als je dit kunt, kun je deze trui maken.

Pin dit voor later!

Intertwine Trui met Kabel Haken – Patrooninformatie

Niveau: Gemiddeld

Maten:

• Volgen de Standaard Vrouwen Maten.
• Deze trui heeft een klassieke pasvorm, met ongeveer 5 cm speling. Meet rond de borst van degene waarvoor de trui bestemd is en kies de maat die daar het dichtste bij komt, onder “Passend bij borstomvang”
• Instructies en garenhoeveelheden voor maat XS staan buiten de haken, met S, M, L, XL, 2XL, 3XL, 4XL en 5XL in de haken, als volgt: XS (S, M, L, XL, 2XL, 3XL, 4XL, 5XL)
• Als er maar één getal staat, geldt dat voor alle maten.

Passend bij borstomvang:

76 (86.5, 96.5, 106.5, 117, 127, 137, 147.5, 157.5) cm

Borstomvang van trui:

81 (91, 101.5, 112, 122, 132, 142, 152, 162.5) cm

Lengte op de rug:

59 (59, 59, 63, 63, 63, 63, 63, 63) cm

Spanning:

34 steken = 17,8 cm / 24 toeren = 12,7 cm in de Griddle stitch (zie instructies onder proeflapje)

Benodigdheden

• 1495 (1635, 1782, 2018, 2136, 2292, 2412, 2565, 2716) meter #2 Sport Gewicht Garen (in het voorbeeld KnitPicks High Desert Sport in de kleur Lupine, 100% Amerikaans Shaniko Wol, 100g en 272m per bol, 6 (6, 7, 8, 8, 9, 9, 10, 10) bollen)
• 4.5mm haaknaald, (of maat nodig om spanning te bereiken)
• Schaar
• Meetlint
• Stopnaald
• Steekmarkeerder, liefst sluitend

Stekenuitleg Intertwine trui

• Losse: sla de draad om en haal door het lusje op de haaknaald.
• Vaste: steek de naald onder beide lusjes van de aangegeven steek, sla je de draad om de naald en trek de naald en het draadje terug door de steek. Je hebt nu twee lusjes op je haaknaald. Sla de draad opnieuw om de naald en trek deze door beide lusjes op je haaknaald. Je hebt nu één vaste gemaakt.
• Halfstokje: sla de draad om je naald, steek de naald in een steek, sla de draad om (aan de achterkant van je werk dus) en haal die draad door de steek heen terug. Nu heb je drie lusjes op je naald staan. Vervolgens sla je de draad weer om en trekt deze meteen door de drie lusjes op je naald heen, totdat je dus nog maar één lusje op de haaknaald over hebt. Je hebt nu één halfstokje gemaakt.
• Stokje: Sla de draad om je naald, steek de naald in een steek, sla de draad om (aan de achterkant van je werk dus) en haal die door de steek heen terug. Nu heb je 3 lusjes op je naald staan. Sla de draad om en haal deze door 2 lusjes op je naald. Sla nu nogmaals om en haal weer door 2 lussen op de naald. Je hebt nu 1 stokje gemaakt.
• Halve vaste: steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte, sla de draad om en haal door de steek/ruimte én door de lus op de haaknaald.
• Onzichtbare halve vaste: haal de haaknaald uit de lus. Steek de haaknaald van achteren naar voren door de bovenkant van de eerste steek van de toer. Doe de lus weer op de haaknaald. Trek de lus door de steek van voren naar achteren.
• Al hakend vasten opzetten: een speciale techniek waarbij je je lossenketting en eerste toer vasten in één keer haakt. Er staat een uitgebreide foto tutorial van deze steek op deze website, in het Nederlands: al hakend vasten opzetten tutorial.
• Omslag-halve-vaste: sla de draad om, steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte, sla de draad om en haal door alles op de haaknaald, zodat je nog 1 lusje over hebt.
• 2samengehaaktevasten: steek de haaknaald in de aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Steek de haaknaald door de volgende aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle drie.
• 2samengehaaktestokjes: *sla de draad om, steek de haaknaald in de volgende steek. Sla de draad om en haal een lusje op, sla de draad om en haal door 2 lusjes heen* Herhaal van * tot * nog 1 keer. Sla de draad om en haal door alle 3 de lusjes op de haaknaald.
• Vastentoer starten zonder losse: trek de lus iet sop. Steek de haaknaald in dezelfde steek als waar de lus uitkomt. Sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beiden.

Proeflapje haken

Om kleding te kunnen haken moet je altijd een proeflapje maken. Eigenlijk zelfs niet eentje, maar meerderen. Gebruik haaknaald 4,5 mm en volg onderstaand patroon. Meet vervolgens je proeflapje op. Is het proeflapje te groot? Probeer het dan opnieuw met haaknaald 4 mm, bewaar het proeflapje met 4,5 mm. Is het proeflapje te klein? Probeer het dan opnieuw met haaknaald 5 mm. Blijf proberen én bewaren tot je een goede keuze kunt maken uit de proeflapjes die je voor je hebt liggen. Schrijf vervolgens ergens op wát je gekozen hebt.

Toer 1: 41 lossen, sla 1 losse over, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, stokje in volgende steek. *Vaste in volgende losse, stokje in volgende losse* tot einde toer. [Je hebt nu 40 steken, tel de overgeslagen losse niet mee]

Toer 2-32: 1 losse, keer om. (1 losse telt hier en verder niet als steek). Vaste in dezelfde steek, stokje in volgende steek. *Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek* tot einde toer. [Je hebt nu 40 steken, tel de overgeslagen losse niet mee]

Na het blokken zou je proeflapje ongeveer 20,8 cm breed bij 17cm hoog moeten zijn. Als je proeflapje NIET aan deze maten voldoet, probeer het dan opnieuw tot je wél de goede maten hebt.

Intertwine Trui met Kabel – Instructies

Opmerkingen: De Intertwine Trui wordt zijdelings aan één stuk gehaakt, te beginnen met de vlecht. Nadat je de vlecht in elkaar hebt gezet, werk je langs elke kant van de vlecht en ga je verder met het haken van toeren om breedte aan beide zijden toe te voegen. Omdat de vlecht niet in het midden ligt, wordt de nekopening in één kant van het lichaamspaneel verwerkt. Zodra het lijfpand klaar is, naaien we de zijnaden en verbinden we het garen rond de armsgatopening om elke mouw te maken.

Dit patroon begint met een toer al hakend vasten opzetten in plaats van een lossenketting. De al-hakend-vasten-opzetten is eenvoudig te maken en maakt tegelijkertijd de lossenketting en de eerste rij vasten. De rand heeft, wanneer deze op deze manier wordt gemaakt, veel meer rek en flexibiliteit dan een reguliere lossenketting. Dit maakt het later veel gemakkelijker om de beginrand in te werken.

Hoofdgedeelte van de Intertwine Trui

Vlecht secties (maak er 3)

Laat een draad van ongeveer 20 cm lang en zet al hakend 278 (278, 278, 298, 298, 298, 298, 298, 298) vasten op.

Toer 1-6: 1 losse, keer om. Omslag-halve-vaste met omslag in achterste lus van dezelfde steek en elke steek tot einde. [Je hebt nu 278 (278, 278, 298, 298, 298, 298, 298) omslag-halve-vasten.]

Hecht af. Laat een draad van ongeveer 20 cm over.

Vlecht in elkaar zetten

Leg het ene uiteinde van elk vlechtgedeelte plat voor je neer, elk met dezelfde kant van de stof naar boven gericht. Je zult de zijkanten van de stroken (niet de korte uiteinden) aan elkaar naaien met korte naden om ze aan elkaar te bevestigen voordat we beginnen met vlechten.

Gebruik je stopnaald en een van de garenuiteinden om het linker- en middengedeelte aan elkaar te naaien, en stop wanneer je 19 steken van elk gedeelte hebt samengevoegd. Hecht af, weef de draadstaart weg. Gebruik nog een van de garenstaarten om de middelste en rechterdelen aan elkaar te naaien, en stop wanneer je 10 steken van elk deel hebt samengevoegd. Hecht af, weef de draadstaart weg.

Met het genaaide uiteinde van de vlecht voor je, kruis je het rechtergedeelte over het middengedeelte en vervolgens het linkergedeelte over het middengedeelte. Dit is één vlechtsteek. Herhaal deze vlechtsteek nog 12 (12, 12, 13, 13, 13, 13, 13, 13) keer, voor een totaal van 13 (13, 13, 14, 14, 14, 14, 14, 14) vlechtsteken.

Gebruik de garenstaarten aan dit uiteinde van de vlecht om het middelste en rechter gedeelte aan elkaar te naaien en stop wanneer je 19 steken van elk gedeelte hebt samengevoegd. Hecht af, weef de draadstaart erin. Naai nu met nog een garenstaart de linker- en middensecties aan elkaar en stop wanneer je 10 steken van elke sectie hebt samengevoegd. Pas de vlecht indien nodig aan om deze gelijkmatig te maken. Plaats een steekmarkering op het oppervlak van de vlecht dat naar boven wijst om de goede kant te markeren.

Rechterkant van de trui haken

We gaan nu een toer langs één kant van de vlecht maken en dan heen en weer haken om de rechterkant van de trui te haken (rechterkant als je ‘m aan hebt)

Leg de vlecht neer met de goede kant naar boven. Aan elk einde van de vlecht, is de rand van één vlechtsectie langer dan de rand van de vlechtsectie aan de andere kant. Hecht het garen aan in de eerste steek van de langere kant.

Toer 1: 2 lossen, halfstokje in achterste lus van dezelfde steek. Halfstokje in achterste lus van de volgende 26 (26, 26, 25, 25, 25, 25, 25, 25) steken. *Halfstokje in achterste lus van volgende 15 steken langs de rand van de volgende vlechtsectie* Herhaal vanaf * tot * nog 11 (11, 11, 12, 12, 12, 12, 12, 12) keer. Halfstokje in achterste lus van volgende 19 steken langs de rand van het laatste vlecht stuk. [Je hebt nu 226 (226, 226, 240, 240, 240, 240, 240, 240) steken, de 2 beginlossen niet meegerekend]

Toer 2: 1 losse, keer om. Vaste in dezelfde steek. Stokje in volgende steek. *Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek* tot einde toer. [Je hebt nu 226 (226, 226, 240, 240, 240, 240, 240, 240) steken, 1 beginlosse niet mee geteld.

Herhaal toer 2: nog 12 (12, 18, 18, 22, 22, 28, 28, 32) keer. Hecht af, laat een lange draad over.

Linkerkant van de Intertwine Trui haken

De linkerkant van de trui (linkerkant als je ‘m aan hebt), wordt op vergelijkbare manier gemaakt met de rechterkant. Omdat de vlecht rechts zit, heb je in de linkerkant van de trui wel meer breedte én moet je de nekopening maken.

Met de goede kant van het werk naar boven, hecht je je garen aan in de eerste steek langs de rand van de vlecht waarin je nog niet hebt gehaakt.

Toer 1: 2 lossen, halfstokje in achterste lus van dezelfde steek, halfstokje in achterste lus van de volgende 26 (26, 26, 25, 25, 25, 25, 25, 25) steken. *Halfstokje in achterste lus van de volgende 15 steken langs de zijkant van het volgende vlechtstuk*. Herhaal vanaf * tot * nog 11 (11, 11, 12, 12, 12, 12, 12, 12) keer. Halfstokje in achterste lus van volgende 19 steken langs het laatste stuk van de vlecht. [Je hebt nu 226 (226, 226, 240, 240, 240, 240, 240, 240) steken, de begin 2lossen niet meegerekend]

Toer 2: 1 losse, keer om, vaste in dezelfde steek, stokje in volgende steek. *Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek* herhaal tot einde. [Je hebt nu 225 (226, 226, 240, 240, 240, 240, 240, 240) steken, de beginlosse telt daarbij niet mee]

Herhaal toer 2: nog 7 (11, 11, 17, 17, 21, 21, 27, 27) keer.

We gaan nu de nekopening maken.

Toer 3: 1 losse, keer om. Vaste in dezelfde steek. Stokje in volgende steek. [Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek] 48 (48, 48, 51, 51, 51, 51, 51, 51) keer. Vaste in volgende 46 (46, 46, 48, 48, 48, 48, 48, 48) steken. [Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek] tot einde toer. [Je hebt nu 226 (226, 226, 240, 240, 240, 240, 240, 240) steken, beginlosse telt niet mee]

Toer 4: 1 losse, keer om. Vaste in dezelfde steek. Stokje in volgende steek. [Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek] 40 (40, 40, 43, 43, 43, 43, 43, 43) keer. Steek haaknaald in basis van vorige steek, haak een al-hakend-vasten opzetten in de vorige steek. Haak nog 45 (45, 45, 47, 47, 47, 47, 47, 47, 47) al hakend vasten opzetten. Steek de haaknaald in de basis van de vorige al hakend vasten opzetten, sla de draad om en haal een lusje op. Sla de volgende 46 (46, 46, 48, 48, 48, 48, 48, 48) steken van vorige toer over, steek de haaknaald in de volgende steek van de vorige toer. Sla de draad om en haal een lusje door de steek en de lus op de haaknaald, sla de draad om en haal door beide overgebleven lusjes op de haaknaald. Dit lijkt op een vaste, maar nu hebben we de onderrand van de al hakend vasten er ook aan vast gemaakt. Stokje in volgende steek. [Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek] herhaal tot einde toer. [Je hebt nu 226 (226, 226, 240, 240, 240, 240, 240, 240] steken, de beginlosse telt niet mee.

Herhaal toer 2: nog 37 (43, 47, 53, 57, 61, 67, 71, 77) keer. Hecht af, laat een lange draad over.

Neem een ​​stuk garen van minimaal 2 meter lang en rijg het in de stopnaald. Draai het lijf van de trui om, zodat de verkeerde kant van de vlecht naar boven wijst. Aan de verkeerde kant van de vlecht, waar de strengen elkaar in het midden overlappen, kan de vlecht nog steeds een beetje opengaan als hij in de breedte wordt uitgerekt. Begin aan het ene uiteinde van de vlecht en naai de overlappende randen van de vlecht dicht, waarbij u alleen op het oppervlak naait (niet helemaal door). (De naadlijn ziet eruit als een lange zigzag.) Wanneer je het andere uiteinde van de vlecht bereikt en alle openingen van de overlappende delen in het midden hebt gesloten, hecht je de draad af en weef je de staart in.

De Intertwine Trui in elkaar zetten

Block beide panelen met de block methode van jouw keuze

Voor natuurlijke vezels: speld het project op foam blocken. Spray nat met water tot doorweekt, laat drogen

OF

Voor acryl vezels: speld het project op een strijkplank of een laag handdoeken. Houd een strijkijzer 5-10 cm boven de stof. Zorg dat de stof helemaal doordrenkt is door de stoom. Laat drogen / afkoelen.

Zijnaden

Leg het lichaamspaneel plat neer, zodat de verkeerde kant van de vlecht naar boven wijst en de vlecht verticaal loopt. Vouw het dubbel door de bovenrand van het paneel (de rand met het uiteinde van de vlecht) naar beneden te brengen zodat deze de onderkant raakt. De vlecht moet dubbelgevouwen worden, waarbij beide uiteinden van de vlecht nu op elkaar liggen bij de zoomrand.

De verkeerde kant (hobbelige kant) van de laatste toer van elk paneel moet naar buiten wijzen. De gevouwen delen bovenaan zijn de schouders en de opening in het midden is het nekgat.

Neem de draad uiteinden van de ene zijkant van het paneel en rijg deze door de stopnaald. Je begint de zijkanten van het paneel aan elkaar te naaien, beginnend bij de zoomrand. Je stopt met naaien voordat je de vouw bereikt, waardoor er een opening overblijft voor het armsgat.

Begin bij de zoomrand en naai paren steken aan elkaar (één paar steken is één steek vanaf de voorkant en één steek vanaf de achterkant) totdat er 56 (62, 66, 70, 76, 84, 90, 98, 104) steken over zijn rondom de opening die nog niet aan elkaar zijn gezet. Neem nog een steek door het laatste paar steken waar je net in hebt gewerkt, wikkel het garen om de naald en trek de naald erdoorheen om een ​​knoop te maken. Weef het uiteinde van het garen weg.

Herhaal voor de andere naad.

Mouwen haken aan de Intertwine trui

Je hecht de draad aan de basis van het armsgat en haken de eerste ronde van de mouw in de resterende steken van het armsgat.

Leg de trui voor je neer, zodat de bovenkant van de zijnaad naar je toe wijst. Je moet de draad vastmaken aan de bovenkant van een stokje van de laatste toer van het lijfpaneel, dicht bij de zijnaad.

Ofwel de steek aan de ene kant van de naad, ofwel de steek aan de andere kant van de naad wordt een stokje van de laatste toer van het lijfpaneel. Hecht het garen aan die steek, laat een staart van 15-20 cm over en ga verder met het haken van toer 1.

Toer 1: vastentoer-starten-zonder-losse in dezelfde steek, stokje in de volgende steek. [Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek] rondom. Onzichtbare halve vaste in vastentoer-starten-zonder-losse: van begin van de toer. Je hebt nu 56 (62, 66, 70, 76, 84, 90, 98, 104) steken, inclusief de eerste steek, maar exclusief de onzichtbare halve vaste.

Er zit nu een klein gaatje in de onderkant van je arm, boven het einde van de naad. Gebruik je garen draad om daar een paar kleine borduursteekjes te maken om het gat te sluiten.

Haak 1 simpele toer: keer om, vastentoer-starten-zonder-losse in dezelfde steek, stokje in volgende steek. [Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek] herhaal rondom. Onzichtbare halve vaste in eerste steek <0 steken geminderd>

Herhaal de simpele toer nog 2 (1, 3, 0, 0, 1, 6, 3, 1) keer

Nu ga je geleidelijk aan het aantal steken verminderen om de mouw smaller te maken naarmate je dichter bij de manchet komt.

Haak 1 minder toer: keer om, vastentoer-starten-zonder-losse in dezelfde steek, stokje in volgende steek. [Vaste in volgende steek, stokje in volgende steek] herhaal rondom tot er nog 4 steken over zijn, 2samengehaaktevasten, 2samengehaaktestokjes. Onzichtbare halve vaste in eerste steek <2 steken geminderd>

Haak nu *6 (5, 4, 4, 3, 2, 1, 1, 1) simpele toeren, haak 1 minder toer* herhaal deze serie toeren van * tot * nog 8 (10, 11, 12, 14, 18, 20, 23, 25) keer. [Je hebt nu 36 (38, 40, 42, 44, 44, 46, 48, 50) steken, inclusief eerste steek, exclusief de onzichtbare halve vaste]

Haak nog 6 (4, 6, 4, 3, 5, 9, 6, 4) simpele toeren. [Je hebt nu een totaal van 74 (74, 72, 72, 66, 66, 60, 60, 60) toeren in de mouw] Hecht af, werk de draadjes weg.

Herhaal de instructies van de mouw voor de tweede mouw in het andere armgat.

Block de mouwen.

Geniet van je Intertwine trui!

This pattern is intended for your personal use only. You may not share it, copy it, sell it, give it away, or mass-produce the finished product. However, you may sell the finished items on a small scale, as long as you convey in your item description that you used a Yay For Yarn pattern.

Yay For Yarn Copyright© 2021 – Current. All patterns and photos are owned by Yay For Yarn.

---

Andere Nederlandstalige Yay for Yarn haakpatronen

Delen is lief!