Skip to Content

Ronde zakjes

Ronde zakjes

Pixie Riem haken – Ronde zakjes

Morale Fiber heeft een toffe serie tutorials gemaakt voor hoe je een elfjes / hippie / festivalkleding riem maakt met tasjes, franjes, en andere versieringen eraan. In dit deel leer je hoe je ronde zakjes maakt. De introductiepagina voor deze serie vind je hier.
De meeste gehaakte riemen die ik maak hebben ronde zakjes – ik vind ze een tof canvas voor versieringen zoals mandala’s, simpel borduurwerk of bloemblaadjes. Ik vind het ook gewoon heel leuk om cirkels te haken.
De eerste cirkel voor dit zakje is een simpele cirkel, voor de achterkant. We haken ‘m continue en in de rondte – daar gaat dit eerste deel over.

Ik gebruik altijd de magische ring voor een cirkel, tenzij ik een groot gat in het midden van mijn cirkel nodig heb. De magische ring is een cirkel die je dicht kan trekken, waardoor er gaan gaatje in het midden overblijft. Dit is een heel handig magisch trucje! Er bestaan allerlei tutorials voor, maar ik leg het even duidelijk uit:

Magische Ring

Neem het uiteinde van het garen en leg het over je vingers, het uiteinde bij je pink

Vouw de draad van onder de vingers over de wijsvinger heen, gebruik je pink en ringvinger om het uiteindje vast te houden en gebruik je duim om het garen op de goede plek te houden.

Steek de haaknaald onder de meest onderste draad door en sla de bovenste draad om de haaknaald

Trek een lusje op door de draad waaronder je de haaknaald stak. Je hebt nu één lusje aan het begin van de ring.

Sla de draad om…

… En trek door de lus op de haaknaald.

Trek de steek die je net gemaakt hebt aan. Nu heb je een ringetje garen en een los uiteindje. Voor hogere steken, zoals stokjes en dubbelstokjes, is dit de eerste losse van je beginlossen. Voor een vasten rondje, tel je deze steek niet mee.

Een continue cirkel haken: 

Als je je ring hebt, kun je beginnen met het haken van de eerste toer. Er is een basis theorie voor platte cirkels: je moet evenveel steken meerderen per toer om de cirkel plat te houden/krijgen. Ik begin met 6 of 8 steken (meestal 6). Dat betekent dat ik dan ook iedere toer 6 (of 8 als ik met 8 begon) steken moet meerderen.

6 vasten in de ring. Als je eerste toer klaar is, trek je het uiteindje van de magische ring aan om de ring te sluiten.

Ik ben et 6 vasten begonnen, ik markeer de eerste steek van elke toer met een steekmarkeerder

Einde toer 1

Begin van toer 2

Om de volgende toer te beginnen, haak je de eerste steek in de eerste steek van de vorige toer. Doe een steekmarkeerder in de eerste steek, zodat je weet wanneer je weer rond bent.

Einde van toer 2

De eerste toer heeft 6 vasten, de tweede heeft 12 vasten (2 vasten in elke vaste van de vorige toer, dus ik voeg 6 steken toe aan het stekenaantal)

Uitgeschreven ziet het er dan zo uit:

“Toer 1: Magische ring met 6 vasten.
Toer 2: 2 vasten in elke steek. [12 vasten]”

De volgende toer voegt weer 6 steken toe. Dat betekent dat je een extra steek (meerdering) toevoegt en elke ANDERE steek. Dat ziet er dan zo uit:

Toer 3: (vaste in volgende steek, 2 vasten in volgende steek) 6 keer [18 vasten]

Je herhaalt dan wat tussen ( en ) staat, en het nummer in de [rechte haken] is het totaal aantal steken voor die toer.

Toer 4: (vaste in volgende 2 vasten, 2 vasten in volgende steek) 6 keer [24 vasten]

Dat is niet zo moeilijk om uit te typen, maar meestal schrijf ik eerst dingen in een opschrijfboekje. Dus ik heb een kortere manier gevonden om op te schrijven, zoals bijvoorbeeld ook bij amigurumi gedaan wordt.

Je kunt dit ook leren, dan zou toer 1-4 er zo uit zien:

  1. 6 vasten
  2. meerdering in elke steek [12]
  3. Meerdering op 2 [18]
  4. Meerdering op 3 [24]

“Meerdering op 2” betekent dat je begint met tellen (één, ….) en dat als je bij 2 komt, je de meerdering plaatst.

Meerdering op 2

“Meerdering op 3” betekent dat je begint met tellen (één, twee….) en dat je een meerdering plaatst als je bij “drie” bent aangekomen. Dan begin je weer opnieuw met tellen. Je hebt dan elke 3e steek een meerdering.

Ik noem dit mijn ami snelschrift.

BONUS: Alleen in de achterste lus haken

Bij deze cirkel had ik besloten om een “alleen in achterste lussen” toer toe te voegen en ik laat je zien hoe dat moet in toer 5.

Dat ziet er dan zo uit:

5. Meerdering op 4 (Achterste lus!) – [30]
 

Alleen in de achterste lus haken is precies zoals het klinkt: steek je haaknaald door alleen de achterste lus van de twee lussen van de steek. Het voorste lusje blijft dan vrij, zodat je daar later iets leuks aan toe kunt voegen zoals bloemblaadjes.

Je haakt alleen in de achterste lussen, dat zorgt ervoor dat er een mooi voorste randje over blijft voor oppervlakte haken.

Afwerking

Ik heb deze cirkel verder gehaakt tot ie totaal 60 steken rond was. Zo zou dat eruit zien in mijn ami snelschrift:

Toer 1-5 zoals boven beschreven.

6. Meerdering op 5 [36]
7. Meerdering op 6 [42]
8. Meerdering op 7 [48]
9. Meerdering op 8 [54]
10. Meerdering op 9 [60]

Mijn cirkel is nu vrij zeshoekig, omdat alle meerderingen op dezelfde plek zitten. Ik vind het fijn om een laatste toer zonder meerderingen te haken, zodat er geen duidelijke hoeken meer overblijven. Het zorgt tevens voor wat meer diepte aan het zakje. Ik beschrijf dit als “vasten rondom”, om aan te geven dat je één vaste in elke vaste haakt, en niet meerdert.

  1. Vasten rondom [60]

Aangezien we in de rondte werken, komt de laatste steek van de laatste toer een klein beetje hoger uit dan de eerste steek. Ik haak dan altijd nog een paar halve vasten om een wat mooiere overgang te krijgen.

Halve vaste in 2-3 steken, hecht af.

Verderop maak ik een mooiere cirkel en dan naai ik ze aan elkaar om een tasje te vormen. Maar eerst ga ik iets met de achterste lussen toer doen!

Leuke ideeën voor ronde zakjes: Schelpenblaadjes!

De voorste lusjes die je over hebt gelaten zijn heel geschikt om je haaknaald onderdoor te steken en wat oppervlakte te haken. Eén van mijn favoriete dingen om te haken is bloemblaadjes, zoals deze in de foto:

Om op deze manier het tawsje te versieren haak je een hele cirkel in alleen de achterste lussen, zodat het hele oppervlakte aan de voorkant losse voorste lussen heeft. In die voorste lussen haak je schelpen, zoals uitgelegd in dit deel van de Pixie Riem tutorial serie.

Begin met het haken van een vaste in de eerste vrije lus, ga dan verder met wat voor vormen jij dan ook mooi vindt als bloemblaadjes!

De eerste twee schelpen zijn: *(vaste, halfstokje, 2 stokjes, halfstokjes, vaste) in de volgende lus, halve vaste in volgende lus om vast te zetten. Herhaal vanaf *.

De tweede twee schelpen zijn: *volgende lus overslaan, 2 halfsotkjes, 2 stokjes, 2 halfstokjes in volgende lus, lus overslaan, halve vaste in volgende lus. Herhaal vanaf *.

Werk een totale platte cirkel alleen in de achterste lussen en herhaal dan die schelpen om de voorste lusjes op te vullen met blaadjes. Zo heb ik dit prachtige roze tasje gemaakt aan de Wild Rose riem….

En dat is ook hoe ik deze grote, prachtige roos gemaakt heb voor aan de Garden Rose riem. Experimenteren met verschillende variabelen zoals grootte van de blaadjes en spanning en garentype, maakt nogal een verschil in hoe het resultaat eruit komt te zien!

Maar wacht! Er is nog meer! Lees gauw verder voor het tweede deel van de ronde zakjes tutorial..


Het ronde haakwerk wat we hierboven gemaakt hebben was handig om het ami snelschrift uit te leggen en om het principe van meerderingen uit te leggen. Nu is het tijd om lekker met kleur te spelen! De simpele oranje cirkel wordt de achterkant van een rond tasje aan deze riem, dus nu moeten we een overeenkomstige cirkel maken voor de voorkant. Ik ben een nieuw haakwerkje begonnen daarvoor, waarbij ik niet in spiralen werk, maar steeds de toeren sluit. Spiralen eindigen en beginnen niet op dezelfde plek, waardoor je lelijke naden krijgt. Ik gebruik ze daarom niet voor veelkleurige stukken (omdat de strepen dan niet mooi doorlopen). Je kunt het natuurlijk wél lekker doen, want het is FREEFORM! Dus er zijn geen regels!

Niet spiralende cirkels en kleurwisselingen

Cirkels die niet in spiralen worden gewerkt, gebruiken alsnog dezelfde meerderingen strategie. Je sluit alleen met een halve vaste aan het eind van de toer en begint dan je nieuwe toer door 1 losse te haken (tel die wel of niet als steek, dat is aan jou). Ik gebruik weer hetzelfde ami snelschrift als hierboven, maar laat de informatie over het starten en eindigen van de toer weg, omdat het steeds hetzelfde is: losse (telt of telt niet als steek), blablabla, halve vaste in de eerste steek van de toer om de toer te sluiten.

De voorste cirkel van de zak is waar ik los ga met kleur. Ik gebruik alle inimini restjes voor de zakjes. Het kleinste balletje pak ik eerst, omdat ie de latere toeren misschien niet helemaal redt.

  1. 6 vasten in magische ring.
  2. 2 vasten in elke steek. Wissel van kleur

Toer 1

Toer 2.

Meer kon ik niet doen met het eerste bolletje. Om te wisselen naar de volgende kleur, begin ik in een andere steek dan waar ik net eindigde, zodat niet alle naden op dezelfde plek komen. Op die manier valt de naad minder op.

Dit betekent ook dat de meerderingen op verschillende plekken komen, dus dan krijg je minder een zeshoek vorm. Ik gebruik een staande-vaste om de toer te beginnen. Klik hier voor mijn Nederlandstalige tutorial voor de staande-vaste.

  1. Meerdering op 2. Wissel van kleur.
  2. Meerdering op 3. Wissel van kleur.
  3. Meerdering op 4, haak alleen in de achterste lus. Wissel van kleur.

Na toer 5

Overlay Stokjes 

Toer 5 wordt alleen in de achterste lussen gehaakt, zodat ik iets leuks kan doen in de volgende toer. Ik gebruik sommige van de voorste lussen voor wat overlay steken, of steken die over de vorige toeren heen vallen. In het Nederlands zou je het kunnen vertalen als “haken over haakwerk”, maar “overlay” typt en leest makkelijker.

Toer 6 begint normaal, met nieuw garen in een willekeurige steek. Ik ga gewoon door met meerderen, maar de extra steek van elke meerdering is een stokje, gehaakt in de voorste lussen van toer 4 , in plaats van in dezelfde steek van toer 5 als de vorige steek.

6. Overlay meerdering op 5.
7. Meerdering op 6. Wissel van kleur.

Toer 6

Om een overlay stokje te haken, sla je de draad om en steek je de haaknaald door de voorste lus van de steek eronder, van beneden naar boven zoals op de foto.

Werk dan het stokje zoals normaal af.

Einde toer 7

Verlengde steken

In de volgende toer doe ik weer een type overlay steek, die ook wel verlengde steken wordt genoemd. Ik tel het als overlay omdat het over de vorige toer heen valt, maar je hebt er geen vrijliggende voorste lusse voor nodig. Je steekt eigenlijk gewoon je haaknaald in dezelde ruimte als voor één van de steken van de vorige toer, trekt een lusje hoog op, en maakt ‘m af als normale vaste. Je kunt dit eigenlijk altijd doen, waardoor het een hele leuke freeform steek is! Ik doe de mijne meestal bij de meerdering.

8. Verlgende-vaste meerdering op 7. Wissel van kleur
9. Meerdering op 8. Wissel van kleur.

Trek een lusje op, ongeveer even hoog als de bovenkant van de steken van de toer waaraan je werkt.

Maak de vaste (of welke steek je dan ook gekozen hebt) af zoals normaal.

Toer 8 compleet

Toer 9 compleet

10. Meerdering op 9.
11. Vasten rondom, sla een paar toeren aan het einde over en haak dan een paar lossen (voor het knoopsgat). Halve vaste om toer te sluiten, dan nog wat halve vasten voor de zekerheid om het knoopsgat wat steviger te maken. Hecht af.

Einde toer 10

Je slaat een paar steken over en haakt daar een paar lossen.

Je maakt daardoor een knoopsgat voor de sluiting van je ronde tasje. Ik was vergeten om knoopjes te kiezen dus ik ging op jacht naar een houten knoopje. Het voelt wel als een passend knoopje, al past de lichte oranje wellicht beter.

Check even of het knoopje echt door je lossen heen past en maak zonodig groter of kleiner.

In elkaar zetten en afronding 

Nu je twee platte cirkels hebt, kun je alle draadjes wegwerken, behalve het laatste uiteinde draadje van de cirkel van de achterkant. Gebruik die om de knoop vast te zetten met je stopnaald.

Leg de rondjes op elkaar, zorg ervoor dat het knoopsgat bij de knoop uit komt. Pak twee steekmarkeerders en zet de zakjes vast, laat een opening van ongeveer een kwart van de omtrek over aan de bovenkant voor de opening van je zakje.

Ik gebruik sluitende steekmarkeerders om het punt aan te geven waar de naad begint en eindigt.

Nu gaan we rondom haken om de cirkels aan elkaar vast te zetten. Pak wat gaaf garen en maak de naad. Als je zin hebt in meer versieringen, doe dan wat knopen om je stopnaald – ik zal je laten zien wat je ermee kunt doen.

Maak het garen vast op het punt van je eerste steekmarkeerder zodat je ongeveer 3/4 van je zakje kunt gaan dichtnaaien. Steek de haaknaald door de bovenkant van de vaste op beide lagen en haak een vaste. Blijf doorgaan met vasten haken door beide lagen. Halve vasten kunnen ook, halfstokjes ook, stokjes ook, wat je wilt: FREEFORM bab…. oké, je snapt me!

Haak door beide lagen tegelijkertijd om een naad te maken.

Als ik bij de onderkant ben aangekomen, ga ik de knoopjes gebruiken. Ik hou van die bengeltjes. Er zijn twee manieren om het te doen:

Voor knoopjes die je er al aan hebt hangen, haak je een lengte lossen, schuif je het kraaltje, haak je nog een losse en haak je met halve vasten terug langs de ketting. Ga dan weer verder met de naad tot je volgende kraaltje aan de beurt is en herhaal het proces.

Voor knopen met grotere gaten die je niet van te voren om je draad hebt gedaan, haak je een langere lossenketting en dan met halve vasten terug er langs. Als de lossenketting klaar is, rijg je het koord door de knoop en maak je een klein knoopje aan het einde. Ga verder met de naad tot je een volgende knoopje wilt toevoegen en herhaal dan de stappen.

Als je alle kraaltjes hebt toegevoegd die je wilt, maak je de naad af tot je de volgende steekmarkeerder bereikt. Hecht af en werk de draadjes weg.

Ta-Da! Je hebt nu je eigen ronde tasje gemaakt! Ik leer je hoe je ‘m moet vast zetten in het volgende deel van deze tutorial serie.🙂

Samenvattend nog wat inspiratie!

Deze ronde zak heeft een prachtig motiefje van een tree of life, van dit toffe gratis patroon!

Je kunt ook een doily / mandala maken en op een simpele cirkel vastmaken.

Het ronde zakje in “Nightshade” heeft alleen maar vasten, maar door de knoopjes ziet het er gaaf uit.

Delen is lief!