Ik ben dol op reliefsteken, of het nu gaat om ribbels of de populaire krokodillensteek, ik vind de reliefsteken een van de meest veelzijdige steek in het stekenarsenaal van de haakster.
Reliëfsteken leveren een compleet, uniek haakwerk. Toch vertrouw ik vaak weer op het simpel afwisselen van het reliëfstokje voor en het reliëfstokje achter. Dit kan het uiterlijk van een gebreid werk nabootsen, maar het geeft je werk ook meer veerkracht en elasticiteit die je niet krijgt met gewone steken.
Net als een gebreid werk zijn de reliëf steken super handig voor boorden, laars toppers, mutsranden of bij welke project je een flexibele textuur wenst. Ik houd er van om mijn projecten met reliëfsteken en een dikke draad te haken zodat ik een voor een zacht eindresultaat krijg.
Onderstaand een uitleg over de reliefsteek voor en achter. Eerder versies van deze uitleg zijn gebruikt in een aantal van mijn betaalde patronen. De foto’s voor deze uitleg zijn gehaald van de de uitleg en het patroon van Winter Poncho patroon, aangezien het gebruik van een dikkere draad goed uitkomt tijdens de uitleg.
Reliëfstokje-voor en reliëfstokje-achter.
Het reliëfstokje is gehaakt in de stam van het stokje eronder. Het reliëfstokje-voor haalt het stokje eronder naar voren terwijl het reliëfstokje-achter, juist het stokje naar achter trekt.
Om te beginnen heb je een even aantal steken nodig wat deelbaar is door 2. Je kunt de elk dikte garen en elke bijpassende maat haaknaald gebruiken.
Toer 1: Haak een rij van stokjes door de bovenste twee lussen van de steek. Tel de beginlossen niet als eerste steek. Als je een boord in reliëfsteken aan een rij toevoegt die al bestaat uit stokjes, mag je deze stap overslaan.
Begin met 2 of 3 lossen om de volgende toer te starten. De beginlossen tellen niet als steek.
Normaal gesproken is de lossenketting aan het begin van elke rij gelijk aan de eerste steek. Mijn voorkeur is om met 2 lossen te starten in plaats van 3 lossen, aangezien je eerste steek dan iets strakker is. Kortom, starten met een 2 lossenketting is strakker, maar de foto’s laten het begin zien met een 3-lossenketting.
Om te starten met het eerste reliëfstokje, sla je de draad om de haaknaald zoals je dit zou doen voor een normaal stokje. Maar in plaats van je haaknaald in de bovenkant van de steek (door de 2 lussen) te steken, steek je de haaknaald vanaf de voorkant van het werk (aan de goede kant) naar de achterkant van het werk (verkeerde kant) naast de volgende steek.
Steek vervolgens de haaknaald weer van achteren naar voren om dus dat stokje heen. Je haaknaald steek nu aan de vvoorkant van je werk uit, en de stom van het stokje ligt over je haaknaald.
Sla de draad om de haaknaald, en haal een lus op onder de stam van het stokje door. Nu heb je twee lussen op je haaknaald – de tweede lus zit gewikkeld om de stam van het stokje.
Sla de draad weer om de haaknaald en haal deze door twee lussen op de haaknaald. Sla de draad nogmaals om de haaknaald en haal deze door de laatste twee lussen op de haaknaald om het reliëfstokje af te maken.
Makkelijk toch? Goed nieuws! Het reliëfstokje achter is bijna hetzelfde, alleen via de achterkant, snap je?
Vervolg je reliëfsteken, sla de draad om de haaknaald, steek je haaknaald vanaf de achterkant van je werk (verkeerde kant) naar de voorkant van je werk (goede kant) naast de volgende steek die moet worden gehaakt. Breng de haaknaald weer naar de achterkant van het werk (verkeerde kant) aan de andere kant van de volgende steek. Je haaknaald komt nu aan de achterkant van je werk uit met de stam van het stokje om je haaknaald.
Sla de draad om de haaknaald en haal een lus op vanonder de stam van het stokje dat je op je haaknaald had.
Sla de draad om haal door twee lussen op de haaknaald, sla de draad om en haal weer door twee lussen op de haaknaald om het reliëfstokje-achter af te maken.
Herhaal afwisselend reliëfstokje-voor en reliëfstokje-achter. Je kunt een boord breder maken door afwisselend twee reliëfstokjes-voor en twee reliëfstokjes-achter te haken. (Vergeet niet dat je hiervoor het aantal steken in de basis moet aanpassen).
De reliëfstokjes-voor verhogen je werk aan de voorkant en de reliëfstokjes-achter liggen dieper in je haakproject.
Als je in rijen haakt, wordt dit werk omkeerbaar. De reliëfstokjes-voor, worden reliëfstokjes-achter en de reliëfstokjes-achter worden reliëfstokjes-voor. Je haakt een reliëfstokje-voor in een voorgaand reliëfstokje-voor en je haakt een reliëfstokje-achter in een voorgaand reliëfstokje-achter.
Als je in rondte haakt, heb je dat niet. Dan blijven de reliëfstokjes-voor aan de voorkant en de reliëfstokjes-achter aan de achterkant.
Het duurt een paar rijen voordat de textuur stevig en goed zichtbaar wordt en je de stretch hierin gaat voelen. Dus als je werk er nog niet helemaal top uitziet, ga je nog een paar keer door.
Natuurlijk kun je de reliëfsteken ook in andere formaten haken – vasten, halfstokjes, stokjes, dubbelstokjes, etc – hoe kleiner de steken hoe stijver je stof, en hogere steken vallen losser. Hier zijn wat patronen met deze techniek: ik hoop dat je ze leuk vindt!
Creatieve, enthousiaste en lieve Iris van Meer is het gezicht achter Een Mooi Gebaar en vertaalt, ontwerpt en deelt meer dan duizend haakpatronen met jullie op dit stukje internet.
Mijn verhaal, over hoe ik van onhandige knutselaar toch nog creatieve ondernemer ben geworden, lees je hier: Mijn Verhaal
Als je contact met Iris wil opnemen, ga je naar de contactpagina
