Skip to Content

Pofmouwen trui

Pofmouwen trui

Lieve vriendin Audrey ontwierp en haakte deze prachtige Pofmouwen trui voor haar dochter van 7, die ook nog model wilde staan. Geweldig!

Het gratis haakpatroon vind je hieronder en is ook aan te passen voor een andere maat, met een beetje creativiteit.

Pofmouwen trui meisje 

Voor mijn dochter wilde ik al langere tijd een trui haken. Samen zochten we online naar verschillende patronen, maar de meeste zijn niet in haar maat. Daardoor besloot ik zelf een patroon te maken, door haar lichaamsmaten op te meten en een patroon erop af te stemmen. Het patroon is makkelijk aan te passen door het aantal (opzet)lossen in de basis te verminderen of vermeerderen.   

Wil je een langer voor- en achterpand, dan verleng je het aantal opzetlossen in de basis. Hetzelfde geldt voor bredere of smallere panden, dan voeg je meer of minder toeren toe.

Let wel op dat als je meer of minder toeren haakt, je deze ook meeneemt aan de andere zijde van het pand.

Voor vragen hierover mag je altijd contact opnemen met @eenmooigebaar.  

PDF

Liever geen advertenties? Liever uitprinten? Koop dan de handige PDF: Pofmouwen Trui PDF.

Benodigdheden: 

Haaknaald 4 mm en 5.5 mm, steekmarkeerders, stopnaald en schaartje (eigenlijk je standaardattributen).  

Deze trui is gemaakt van Katia Arles Merino. Normaal haak ik met een ander merk waar ik echt aan verknocht ben en wijk ik niet snel af van mijn voorkeur. Echter haakte deze heerlijk en zou ik zo opnieuw een projectje haken met dit garen.  Ik gebruikte 7 bollen, mijn dochter is 7 jaar oud en draagt kledingmaat 122.

Stekenverhouding haaknaaldmaat 4.0 mm in het patroon van de trui : 21 steken x 14 toeren = 10×10 cm 

Je haakt de trui met naald 4.0 mm tenzij anders vermeld.  

Let op: Alle steken worden in de achterste lussen gehaakt (halve stokjes en de halve vasten), behalve de vasten om de panden aan elkaar te haken en de vasten aan het einde van de toeren.  

Voor- en achterpand (2)  

Toer 1: Zet al hakend 40 halfstokjes op. 

Dit is de afstand van de onderkant van de trui (zonder boord) tot de oksel (zonder mouw). Meet dit bij je eigen lijf/dat van je kind op en kijk of je eventueel meer of minder halfstokjes moet haken. Meet het nog een keer na 4 toeren, soms krimpt het een beetje tijdens het haken.

Vanaf nu alle halfstokjes in de achterste lussen.  

Toer 2: 2 lossen, keer om, 40 halfstokjes. 

Toer 3: 2 lossen, keer om, 39 halfstokjes, 2 halfstokjes in de laatste steek. 

Toer 4: 2 lossen, keer om, 41 halfstokjes. 

Toer 5: 2 lossen, keer om, 40 halfstokjes, 2 halfstokjes in de laatste steek, 25 lossen + 2 keerlossen. 

Toer 6: In de 3de losse van de haaknaald een halfstokjes + halfstokjes in elke steek van de lossenketting én in elke steek van rij 5. Zie foto 4. Nu heb je een rij van 67 steken. 

Toer 7: 2 lossen, keer om, 67 halfstokjes. 

Herhaal rij 7 nog 8 keer. 

Toer 16: 2 lossen, keer om, 63 halfstokjes (je haakt niet in de laatste 4 steken). 

Toer 17: 2 lossen, keer om, 63 halfstokjes. 

Herhaal rij 17 nog 10 keer. 

Toer 28: 2 lossen, keer om, 63 halfstokjes, 4 lossen (let op, deze toer moet wel bovenaan de halslijn eindigen aangezien je nu de tweede schouder gaat maken). 

Toer 29: 2 lossen, keer om, halfstokje in de 3de losse van de haaknaald,  66 halfstokjes. 

Toer 30 : 2 lossen, keer om, 67 halfstokjes. 

Herhaal toer 30 10 keer (we willen dezelfde schouderbreedte hebben als aan de andere kant van het halsje). Eindig de laatste toer bovenaan. 

Toer 31 : 1 losse, keer om, haak 25 halve vasten langs de rand, vervolgens haak je gelijk 2 halfstokjes samen, 40 halfstokjes. 

Toer 32: 2 lossen, keer om, 41 halfstokjes. 

Toer 33: 2 lossen, keer om, 39 halfstokjes, laatste twee steken samen haken. 

Toer 34: 2 lossen, keer om, 40 halfstokjes. 

Toer 35: 2 lossen, keer om, 40 halfstokjes. 

Hecht alleen het eerste pand af. Wanneer je het tweede pad hebt gehaakt, haak je 1 losse. Leg de panden met de goede kanten op elkaar. Haak nu de panden aan elkaar. 

Je haakt van elke steek de buitenste lussen aan elkaar door middel van een halve vaste.  

Hecht af. Haak de tweede zijnaad door aan te hechten aan de onderkant van de panden, haak weer de buitenste lussen aan elkaar door middel van een halve vaste. 

Voordat we de schoudernaden aan elkaar haken, zorgen we eerst voor een mooie aanhechting door een rijtje vasten aan de uiteinden te haken. Hecht aan met een halve vaste in een hoeksteek en haak een vaste in iedere rij-einde. Als alle vier de schoudernaden een vaste aan de uiteinden hebben, haak je de vasten aan elkaar door middel van een halve vaste door beide lussen van beide panden.  

Halsboord 

Nu gaan we een klein boordje maken aan de halsnaad.  

Hecht aan met een halve vaste net naast een schoudernaad. In elk van de rij-uiteinden haken we 2 vasten, en één vaste per steek in de de 4 steken van rij 16 en 28.  

Halve vaste in de aangehechte halve vaste. Nu gaan we met 2 lossen plus 1 keerlosse haken.

Dan slaan we de keerlosse over en haken 2 halve vasten in de achterste lus van de volgende 2 lossen. Vervolgens haak je een halve vaste in de volgende steek op de halsrand (door beide lussen) en in de volgende steek (door beide lussen) om weer op hoogte te komen.

Dan weer halve vaste in elke van de 2 steken van het boordje, een keerlosse en weer 2 halve vaste in de 2 steken van het boordje tot je bij de halsrand komt, daar weer een halve vaste in de volgende steek op de halsrand en een halve vaste in de volgende steek om op hoogte te komen. Dit blijf je rondom herhalen. Zodra je bij het beginpunt komt, haak je (of naai je) de uiteinden aan elkaar.  De eerste paar toeren zijn wat lastig en priegelig. Zorg dat je je steken niet te strak haakt. Uiteindelijk is het het waard omdat het halsrandje mooi is afgewerkt.  

Tip: Op deze wijze worden ook de mouwboorden en het onderboord gehaakt. Hier zijn geen foto’s van.

Mouwen (doe dit voor beide mouwen) 

Hecht aan met een vaste in de steek net naast de zijnaad in de oksel. Haak 2 vasten per toer-einde en één vaste in elke vaste van de panden. Je haakt helemaal rondom, dus tot je weer onder uitkomt. Ik heb nu 68 steken. Markeer de steek precies waar de schoudernaden raken, dus op de helft van 68 steken is op steek 34. Nu haken we een lossenketting van de lengte van de mouw tot aan waar het boord komt. Die start dus in de oksel. Voor mij is dat een lossenketting van 50 lossen, plus 2 keerlossen. Halfstokjes in elke losse terug (vanaf de 3de losse van de haaknaald). Vanaf nu gaan we tot aan de schouder markering meerderen in de laatste steek van de lossenketting en de eerste steek van de lossenketting. Dit doen we als volgt: 

In de laatste steek op de lossenketting haken we 2 halve vasten. Dan sla je een steek over op het pand en haak je een halve vaste in de volgende twee steken op het pand, dan draai je het werk en haak 2 halfstokjes in de eerste steek van de mouw en vervolgens 1 halfstokje in elke steek. Aan het einde van de mouw haak je 2 keerlosse en herhaal tot aan de schoudernaad. Zodra de schoudernaad is bereikt, gaan we minderen in de laatste twee steken voor de aanhechting aan het pand en de eerste twee steken vanaf de aanhechting van het pand. Dit blijf je doen tot er geen vrije steken meer zijn  op het pand en je weer hetzelfde aantal steken op de mouw hebt bereikt als er opgezet waren.  

Haak nu de mouw aan elkaar en aansluitend haken we in elk einde van een toer 1 vaste om straks het boord aan vast te kunnen haken.  HECHT NIET AF maar ga door met Mouwboord.  

Mouwboord 

Allereerst haken we vasten rondom het uiteinde van de mouwen. In elk toeruiteinde 1 vaste.  

Pak nu je haaknaald 5,5 mm en haak 18 lossen + 1 keerlosse. 

Halve vaste in de tweede losse van de haaknaald. Haak het boord op dezelfde manier als de halsboord. Halve vaste in elke steek op de lossenketting. Halve vaste in de volgende twee steken op het einde van de mouw, keer en herhaal 18 halve vaste in de achterste lus van het boord. 

Keerlosse, halve vaste in elke steek, halve vaste in de volgende twee steken op de mouw, etc. 

Zodra rond, haak de zijnaden vast met halve vasten.  

Boord onderkant  

Hecht aan met een halve vaste in een van de zijnaden. Haak per toereinde 2 vasten. Ik heb nu 180 vasten. Nu wisselen naar haaknaald 5.5mm en een losseketting haken in de gewenste lengte van het boord. Voor mij is dat ten minste 8cm dus 20lossen + 1 keerlosse,aangezien het bord iets krimpt zodra je een paar toeren hebt gehaakt.  

20 halve vasten op de lossenketting. 

Halve vaste in de volgende vaste op het pand, halve vaste in de volgende steek en vervolgens weer halve vaste op de 20 steken op het boord.  

Herhaal rondom. Haak de uiteinden aan elkaar door de achterste lus van je laatste toer vast te haken aan de lussen van je lossenketting.  

Veel plezier en ik ben benieuwd naar jullie resultaten.  

Creatieve, enthousiaste en lieve Iris van Meer is het gezicht achter Een Mooi Gebaar en vertaalt, ontwerpt en deelt meer dan duizend haakpatronen met jullie op dit stukje internet.

Mijn verhaal, over hoe ik van onhandige knutselaar toch nog creatieve ondernemer ben geworden, lees je hier: Mijn Verhaal

Als je contact met Iris wil opnemen, ga je naar de contactpagina

Delen is lief!