Gratis vest haakpatroon voor het haken van een geweldig vest voor de herfst en de winter – Maat XS tot 5XL
Dit haakpatroon voor een vest is ontworpen door Yay for Yarn en met toestemming voor jullie naar het Nederlands vertaald. Kijk vooral ook op de website van Yay for Yarn, daar staan nog meer prachtige patronen, of op de overzichtspagina met Yay for Yarn vertalingen.
Dit prachtige, diverse haakpatroon voor een vest maak je in één stuk. Haak je eigen Crimson Vest met dit maatinclusieve vest haakpatroon.
Dit vest is een perfect alledaags kledingstuk voor bij koud weer. Het is simpel stijlvol, relaxed en je kunt je handgemaakte vest bij elke outfit dragen die je leuk vindt.
Het vest wordt met raglan gemaakt, de mouwen en het lijf van dit vst maak je in één stuk. Raglan is niet super ingewikkeld, het lijkt zelfs een beetje op het haken van een granny square. Bonus: er is maar één klein naadje bij elke mouw-boord. Een vastentoer sluit de boorden en knoopbanden, waardoor je textuur en detail toevoegt aan jouw Crimson Vest haakpatroon.
Hoe kun je het beste garen kiezen voor een trui haakpatroon voor een vrouw?
Dit vrouwen haakpatroon vraagt om #4 gewicht garen / worsted weight garen. Ik kies graag wasbaar garen voor mijn kledingsstukken, dus ik koos hier voor Touch of Alpaca. Het is een mix van 90% acryl en 10% Alpaca. De Alpaca geeft het acryl garen een luxious gevoel. Touch of Alpaca is er in twee verschillende bol formaten, een 200gram bonus bundel en een 100 gram normale bol. Ik heb de bonus bundels gebruikt voor mijn trui, maar het patroon vertelt ook hoeveel bollen je gebruikt als je kleinere bolle gebruikt. Een wol of acryl garen is ook bruikbaar voor deze trui. Kies iets wat je fijn vindt, zolang he maar #4 gewicht garen is.
Verzeker je zelf ervan dat je #4 gewicht garen gebruikt. Koop dan genoeg van het garen zodat je genoeg hebt voor je vest haakpatroon project.
Hoe kies ik de goede maat?
Het Crimson Vest haakpatroon is voor 9 maten, van vrouwen XSmall tot 5XL. Het patroon is dus geschreven voor XS, S, M, L, XL, 2XL, 3XL, 4XL en 5XL). Om te besluiten welke maat je wilt kiezen, meet je om het volste gedeelte van de borst. Dan volg je de instructies onder “maten” en kies je op basis daarvan de goede maat.
Weet dat het Crimson Vest verschillend valt op verschillende draagsters qua lengte. Om te kijken hoe het vest gaat vallen op de draagster, meet je de rug lengte maat op de draagster op. .
Er staan nog meer patronen van vesten van Yay for Yarn hier op de site!
1. Knuffeltrui / 2. Diamond Cardigan / 3. Comfy Cozy Cardigan
Kan ik dit haken als beginner?
Dit haakpatroon is als “Gevorderd” beschreven, maar de steken en het in elkaar zetten is niet super ingewikkeld. Je moet wetten hoe je simpele haaksteken maakt, hoe je kunt meerderen en minderen, hoe je in de rondte werkt en hoe je een simpele stekenherhaling doet. De meeste vest haakpatronen worden gehaakt met stokjes, maar ik heb voor het halfstokje gekozen in de wafelsteek, om het vest wat meer textuur te geven. Deze steek wordt gemaakt door in de voorste en achterste lussen van de steek eronder te haken.
Je moet ook patroon kunnen lezen. En je moet weten hoe je herhalingen moet maken. Als je dit kunt, kun je dit vest maken.
Pin dit project voor later!
Klaar om te beginnen? Laten we het Crimson Vest haken!
Crimson Vest
Haakpatroon door Yay for Yarn
Maten:
De maten volgen de Standaardmaten voor Vrouwen.
Dit vest heeft een klassieke pasvorm, met (10,2 tot 12,7 cm) positieve ruimte. Als je tussen twee maten in zit, ga dan een maat omhoog als je een losser vallend vest wilt, of een maat omlaag als je een strakker vest wilt. Meet de borstomvang van degene voor wie je ‘m maakt en kies dan de maat die het dichtste bij ligt.
Instructies en garenhoeveelheden voor maat X-Small zijn buiten de haakjes gegeven, met dan Small, Medium, Large, X-Large, 2XL, 3XL, 4XL en 5XL in de haken, zoals in dit voorbeeld:
X-Small (Small, Medium, Large, X-Large, 2XL, 3XL, 4XL, 5XL).
Als er maar één nummer staat, is dat voor alle maten geldig.
Als een set instructies NIET voor alle maten nodig is, dan staan er streepjes voor de maten waarvoor het niet van toepassing is, zoals hier:
– (-, -, -, -, 1, 1, 3, 5)
Voor borstomvang:
76 (86.5, 96.5, 106.5, 117, 127, 137, 147.5, 157.5) cm
Borstomvang van het vest:
89 (96.5, 106.5, 119.5, 130, 137, 147.5, 160, 170) cm
Lengte op de rug:
63.5 (66, 68.5, 71, 73.5, 76, 79, 81, 84) cm
Let op: de lengte van het vest zal op verschillende lijven op een verschillend punt uitkomen. Om te zien hoe lang het vest zal zijn op de draagster, meet je bovenstaande lengte vanaf de schouder naar beneden op de rug.
Benodigdheden:
- 956 (1061, 1191, 1417, 1545, 1673, 1806, 2080, 2254) meter van #4 gewicht garen (in het voorbeeld: Lion Brand Touch of Alpaca Bonus Bundle in de kleur Crimson, 90% Acryl, 10% Alpaca, 200g en 380m per bol, 3 (3, 4, 4, 5, 5, 5, 6, 6) bollen, als je de 100 grams bollen gebruikt heb je 5 (6, 7, 8, 9, 9, 10, 11, 12) bollen nodig)
- 5.5 mm haaknaald
- Schaar
- Meetlint
- Stopnaald
- 5 (5, 5, 6, 6, 6, 6, 6, 6) knoopjes, ongeveer 3 cm in diameter
Spanning:
16 steken = 10,2 cm en 13 toeren is 15,2 cm in halfstokje wafelsteek (zie instructies voor proeflapje).
(Let op: Meet je spanning altijd pas ná het blokken van je proeflapje)
Stekenuitleg
Losse: sla de draad om en haal door het lusje op de haaknaald.
Halve vaste: steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte, sla de draad om en haal door de steek/ruimte en door de lus op de haaknaald.
Halfstokje: Sla de draad om en steek de haaknaald in de aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle drie de lusjes heen
Stokje: Sla de draad om en steek de haaknaald in de aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes) x 2.
Haken in alleen de voorste of achterste lus: Een haaksteek heeft aan de bovenkant twee lusjes, die samen een V-vorm vormen. Het lusje dat het dichtsbij is, is de voorste lus, het lusje dat het verste van je af ligt, is het achterste lusje.
Hakend vasten opzetten: Begin met 2 lossen, steek de haaknaald in de tweede losse vanaf de naald, sla de draad om en haal door de lus. Dan sla om en haal de draad door 1 lus op je naald, dit is straks de basis voor de volgende vaste, sla de draad weer om en haal door beide lussen op de draad. Steek nu de naald in de steek die je als eerste hebt gemaakt, toen je de draad door 1 lusje op je naald haalde, haal weer een draad op, sla om en haal hem door 1 lusje op de naald, sla om en haal hem door beide lussen op de naald. Ga zo door totdat je de juiste lengte/aantal vasten hebt bereikt.
Onzichtbare halve vaste: haal de haaknaald uit de lus, steek de haaknaald van achteren naar voren door de volgende steek. Doe de lus weer op de haaknaald en trek naar achteren door het haakwerk heen.
2samengehaaktehalfstokjes: *Sla de draad om en steek de haaknaald in de volgende steek, sla de draad om en haal een lusje op. Herhaal vanaf * nog een keer. Sla de draad om en haal door alle 5 de lusjes heen.
Proeflapje
Rij 1: Haak een lossenketting van 26 lossen. Sla 2 lossen over, halfstokje in de dede losse vanaf de haaknaald. Halfstokje in elke lus tot het einde. [Je hebt nu 24 steken, zonder de overgeslagen lossen mee te tellen]
Rij 2-16: Haak 2 lossen, draai je werk om (De 2 lossen tellen aan het begin van elke toer tellen niet als steek). Halfstokje in dezelfde steek, *Halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek;* herhaal van * tot * tot de laatste steek, halfstokje in de laatste steek. [Je hebt nu 24 steken, zonder de begin 2lossen]
De maat van je proeflapje zal na het blokken 15.2 cm breed en 18.8 cm lang moeten zijn.
Als jouw maten afwijken, pas dan de maat van je haaknaald aan. Bij een te groot lapje, doe je een kleinere haaknaaldmaat. Bij een te klein lapje, doe je een grotere haaknaaldmaat.
Crimson Vest
Notities: Het vest is gehaakt vanaf de bovenkant naar onderen met raglan vorm. We beginnen aan de nekrand en meerderen steken zodra we aan het rugpand, voorpand en de mouwen beginnen. De vorm van de V-hals staat hierin ook beschreven. Zodra het hals gedeelte is gehaakt, scheiden we de steken voor het voor- en rugpand van de mouwen en haken we door aan de lengte van de panden. Een boord wordt aan de onderkant gezet. Daarna vervolgen we ons werk aan de mouwen. Als laatste zetten we een boordrand aan de voorpanden, hals- en nekrand. Dit boord krijgt ook de knoopsgaten.
Het patroon beging door al hakend vasten op te zetten in plaats van een lossenketting.
Al hakend vaste opzetten is niet moeilijk en zorgt voor een beginrij en een eerste rij van vasten. Op deze manier opzetten zorgt tevens voor meer stretch en flexibiliteit dan een gewone lossenketting.
Het zorgt ervoor dat de halslijn flexibeler is, en is makkelijker om het boord vast te maken aan je werk.
Start:
2 lossen, Al hakend vasten opzetten vanaf de 2de lus van de haaknaald. Haak er nog 49 (49, 53, 53, 57, 57, 61, 61, 65) meer [Je hebt nu 50 (50, 54, 54, 58, 58, 62, 62, 66) steken, zonder de 2lossen aan het begin meer te tellen]
Rij 1: 2 lossen, draai het werk om. (De 2 lossen aan het begin van elke rij tellen niet mee als steek.) (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in dezelfde steek, *halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek;* herhaal van * tot * nog drie keer, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de volgende steek. Herhaal *tot* tot dat je 10 steken over hebt, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de volgende steek, herhaal *tot* tot aan de laatste steek, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de laatste steek. [Je hebt nu 58 (58, 62, 62, 66, 66, 70, 70, 74) steken]
Rij 2: 2 lossen, draai het werk om, 2 halfstokje in dezelfde steek, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de volgende 1losse ruimte, [*halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot de volgende 1-lossenruimte, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de 1-lossenruimte] 3 keer, 2 halfstokjes in de laatste steek. [Je hebt nu 68 (68, 72, 72, 76, 76, 80, 80, 84) steken]
Rij 3: 2 lossen, draai je werk om, 2 halve stokjes in dezelfde steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, half stokje in de voorste lus van de volgende steek, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de volgende 1-lossenruimte. [*halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek; herhaal van *tot* tot de volgende 1-lossenruimte, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in 1 losse-ruimte] 3 keer. Halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, 2 halfstokje in de laatste steek. [Je hebt nu 78 (78, 82, 82, 86, 86, 90, 90, 94) steken]
Rij 4: 2 lossen, draai het werk om, 2 halfstokjes in dezelfde steek, [*halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot je de volgende 1-lossenruimte bereikt, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de 1-lossenruimte] 4 keer. Herhaal van *tot* tot de laatste steek, 2 halfstokjes in de laatste steek. [Je hebt nu 10 steken gemeerderd]
Rij 5: 2 lossen, draai het werk om, 2 halfstokjes in dezelfde steek, [*halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot je de volgende 1-lossenruimte bereikt, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in de 1-lossenruimte] 4 keer. Herhaal van *tot* tot de laatste steek, 2 halfstokjes in de laatste steek. [Je hebt nu 10 steken gemeerderd.]
Herhaal Rij 4-5; 4 (5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12) keer. Herhaal Rij 4 nog een keer. [Nu heb je 188 (208, 232, 252, 276, 296, 320, 340, 364) steken]
Er volgen nu geen meerderingen meer voor de V-hals, alleen nog voor de raglan mouwen.
Rij 6: 2 lossen, draai het werk om, halfstokje in dezelfde steek, [*halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot je de volgende 1-lossenruimte bereikt, (halfstokje, 1 losse, halfstokje) in 1-lossenruimte] 4 keer. Herhaal van *tot* tot de laatste steek, halfstokje in de laatste steek. [Je hebt nu 8 steken gemeerderd]
Rij 7: 2 lossen, draai het werk om, halfstokje in dezelfde steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, [*halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot je de volgende 1-lossenruimte bereikt, (halfstokje, losse, halfstokje) in de 1-lossenruimte] 4 keer. Herhaal van *tot* tot de laatste 2 steken, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, halfstokje in de laatste steek. [Je hebt nu 8 steken gemeerderd]
Herhaal Rij 6-7; 0 (0, 0, 1, 1, 1, 1, 2, 2) keer. [Je hebt nu 204 (224, 248, 284, 308, 328, 352, 388, 412) steken]
Rij 8: 2 lossen, draai het werk om, halfstokje in dezelfde steek, [*halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot je de volgende 1-lossenruimte bereikt, halfstokje in lossenruimte, haak 4 lossen, sla alle steken over langs de volgende zijde, halfstokje in volgende 2-lossenruimte] 2 keer. Herhaal van *tot* tot de laatste steek, halfstokje in de laatste steek. [Je hebt nu 132 (144, 160, 180, 196, 208, 224, 244, 260) steken]
Rij 9: 2 lossen, draai het werk om, halfstokje in dezelfde steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, [*halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot de 4-lossenruimte, halfstokje in elk van de volgende 4 lossen] 2 keer. Herhaal van *tot* tot de laatste 2 steken, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, halfstokje in de laatste steek. [Je hebt nu 132 (144, 160, 180, 196, 208, 224, 244, 260) steken]
Rij 10: 2 lossen, draai het werk om, halfstokje in dezelfde steek, *halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek;* herhaal van *tot* tot de laatste steek, halfstokje in de laatste steek. [Je hebt nu 132 (144, 160, 180, 196, 208, 224, 244, 260) steken]
Herhaal Rij 10; 24 keer. Hecht niet af maar vervolg met de boordsteek.
Boord
Rij 1: 11 lossen. Sla 1 steek over, vaste in de 2de losse vanaf de haaknaald, vaste in de volgende 9 steken. [Je hebt nu 10 steken, De 2 lossen tellen aan het begin van elke toer tellen niet als steek]
Rij 2: Halve vaste in de volgende 2 steken van het boord, draai het werk om. Sla de 2 halve vaste die je net hebt gemaakt over, vaste in de achterste lus van de volgende 10 steken. [Je hebt nu 10 steken, de twee halve vaste niet meegeteld]
Rij 3: 1 losse, draai het werk om. Vaste in de achterste lus van dezelfde steek en vaste in de achterste lussen van de volgende 9 steken. [Je hebt nu 10 steken, zonder de losse ruimte aan het begin mee te tellen]
Herhaal rij 2-3 tot dat je helemaal rondom het vest hebt gehaakt tot aan de laatste rij van het pand van het vest. Hecht af.
Mouwen
Hecht de draad aan in de derde losse van de 4-lossenruimte in de onderarm met de achterkant van de mouw opening naar je toe gericht.
Toer 1: 2 lossen, halfstokje in dezelfde steek als waar je aan hebt gehecht, halfstokje in de volgende losse, halfstokje in de volgende 1-lossenruimte van de laatste rij rond de mouw opening.
Haak rondom de mouwopening, *halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek* rondom tot de volgende 1 losse ruimte van de laatste toer van de mouw opening, halfstokje in de 1 losse-ruimte. Halfstokje in de volgende 2 lossen van de 4-lossenruimte in de onderarm. Sluit met een onzichtbare halve vaste in de bovenkant van het eerste halfstokje van de toer. [Je hebt nu 46 (50, 54, 62, 66, 70, 74, 82, 86) steken, zonder de lossenruimte en de onzichtbare halve vaste mee te tellen]
Voor de maten 4X en 5X: Sla toer 2 over en ga door met Toer 3 van dit vest haakpatroon.
Toer 2: 2 lossen, draai het werk om, *half stokje in de voorste lus van de volgende steek, half stokje in de achterste lus van de volgende steek* haak dit rondom. Sluit met een onzichtbare halve vaste in de bovenkant van het eerste halve stokje. [Je hebt nu 46 (50, 54, 62, 66, 70, 74, 82, 86) steken, zonder de lossen-ruimte en de onzichtbare halve vaste mee te tellen]
Herhaal Toer 2; 15 (15, 13, 7, 5, 5, 1, -, -) keren.
Toer 3: 2 lossen, draai het werk om, 2samengehaaktehalfstokjes, *halfstokje in de voorste lus van de volgende steek, halfstokje in de achterste lus van de volgende steek* haak dit rondom tot de laatste 2 steken, 2samengehaaktehalfstokjes. Sluit met een onzichtbare halve vaste in de bovenkant van het eerste samengehaakte stokje [2 stokjes verminderd]
Toer 4: 2 lossen, draai het werk om, 2samengehaaktehalfstokjes, *halfstokje in de achterste lus van de volgende steek, halfstokje in de voorste lus van de volgende steek* haak dit rondom tot de laatste 2 steken, 2samengehaaktehalfstokjes. Sluit met een onzichtbare halve vaste in de bovenkant van het eerste samengehaakte stokje [2 stokjes verminderd]
Herhaal Rounds 3-4; 3 (3, 4, 6, 6, 5, 6, 5, 4) keren.
Voor de maten X-Small, Small, Medium, Large, and X-Large, sla toer 5 over en ga verder met de boorden voor de mouwen.
Voor de maten 2X, 3X, 4X, en 5X:
Toer 5: 2 lossen, draai het werk om, 2 keer 2 halve stokjes samenhaken, *half stokje in de voorste lus van de volgende steek, half stokje in de achterste lus van de volgende steek* haak dit rondom tot de laatste 4 steken,2keer 2 halve stokjes samenhaken.Sluit met een onzichtbare halve vaste in de bovenkant van het eerste samengehaakte stokje <4 stokjes verminderd.>
Herhaal Toer 5; – (-, -, -, -, 1, 1, 3, 5) keren.
Round 5: Ch 2, turn, hdc2tog twice, *hdc in FLO of nxt st, hdc in BLO of nxt st* around to last 4 sts, hdc2tog twice. Join with invslst in top of first hdc2tog. <4 sts decreased.>
Repeat Round 5; – (-, -, -, -, 1, 1, 3, 5) more times.
Mouwboorden
Rij 1: Haak 9 lossen. Sla de 1e losse over, vaste in de 2de losse van de haaknaald, vaste in de volgende 7 steken. [Je hebt nu 8 steken, zonder dat je de eerste lossenruimte telt]
Rij 2: Halve vaste in de volgende 2 steken van de laatste toer, draai het werk om. Sla de 2 halve vaste over, vaste in de achterste lus van de volgende 8 steken [Je hebt nu 8 steken, zonder de 2 halve vaste mee te tellen]
Rij 3: 1 losse, draai het werk om. Vaste in de achterste lus van dezelfde steek en vaste in de achterste lussen de volgende 7 steken [Je hebt nu 8 steken, zonder de eerste losse mee te tellen]
Herhaal Rij 2-3 tot dat je helemaal rondom het mouw boord hebt gehaakt en de laatste steek van de laatste toer van de mouw hebt bereikt, eindigend met rij 2. Hecht af, maar laat een lange draad en naai de randen van het boord aan elkaar. Werk de draad weg.
Herhaal de instructies van het boord voor de andere mouw van dit vest haakpatroon.
Knoopband
Hecht de draad aan de rechteronderkant van het vest (rechts onder als je het draagt)
We haken een boordrand langs de rechter voorkant, dan omhoog langs de hals en nek rand en naar beneden langs de linkerkant van het pand.
We maken de knoopsgaten in deze boord. Het resultaat wat we willen bereiken is een randje wat mooi plat ligt zonder krullende randjes of krimpende randjes.
Als deze rij te dicht op de rand wordt gehaakt gaat deze golven, maar als je te ver van elkaar haakt dan gaat deze trekken aan de rand.
Aanbevolen wordt om in de rijen 2 vaste per half stokje te haken. Als deze toch gaat golven of trekken, raad ik aan om je werk uit te halen en opnieuw te beginnen, en een andere verhouding aan te houden. Het doel is om de band voor de knopen plat te laten liggen en het bovenste knoopsgat ter hoogte van het begin van de V-hals te krijgen.
Rij 1: Haak 9 lossen. Sla de eerste losse over en plaats een vaste in de tweede lus van de haaknaald, vaste in de volgende 7 steken. [Je hebt nu 8 steken, zonder de 1de losse mee te tellen]
Rij 2: 2 halve vaste in de voorkant van het vest, draai het werk om. Sla 2 halve vaste over, vaste in de achterste lussen van de volgende 8 steken. [Je hebt nu 8 steken, zonder de halve vaste mee te tellen]
Rij 3: 1 losse, draai het werk om. Vaste in de achterste lus van dezelfde steek en in de volgende 7 steken. [Je hebt nu 8 steken, zonder de losse ruimte mee te tellen]
Rij 4: 2 halve vaste in de voorkant van het vest, draai het werk om. Sla de 2 halve vaste over, vaste in de achterste lus van de volgende 2 steken. Haak 3 losse, sla 3 over, vaste in de achterste lus van de volgende 3 steken. [Je hebt nu 8 steken inclusief de 3 lossen in het midden van de rij, maar zonder de halve vaste mee te tellen]
Rij 5: 1 losse, draai het werk om. Vaste in de achteste lus van dezelfde steek en in de achterste lus van de volgende 2 steken. Vaste in elk van de volgende 3 steken, vaste in de achterste lus van de volgende 2 steken. [Je hebt nu 8 steken, zonder de 1-losse mee te tellen]
*Herhaal Rij 2-3; 7 (7, 7, 6, 6, 6, 6, 6, 6) keer, herhaal Rij 4-5 een keer.* herhaal van *tot* 3 (3, 3, 4, 4, 4, 4, 4, 4) keer. Het laatste knoopsgat (Rij 4-5) moet ongeveer ter hoogte van het begin van de V-hals komen te liggen.
Herhaal Rij 2-3 totdat de huidige rij ongeveer 4 cm van de achterkant nek (wanneer gedragen de rechterkant van de achterkant de mouwen bereikt) de hoek van de nek op rij 3 bereikt.
Rij 6: 3 halve vaste in de nekrand van het vest, draai het werk om. Vaste in de achterste lus van de volgende 8 steken <Je hebt nu 8 steken,zonder de halve vaste mee te tellen.>
Rij 7: 1 losse, draai het werk om. Vaste in de achterste lus van dezelfde steek en de volgende 7 steken <Je hebt nu 8 steken, zonder de losse mee te tellen.>
Herhaal Rij 6-7 tot dat de huidige rij ongeveer 4cm voorbij de hoek van de achterkant van de nek is.
Herhaal Rij 2-3 tot dat de huidige rij ongeveer 4 cm van de hoek van de achterkant van de nek is, waar
(wanneer gedragen de linkerkant van de achterkant de mouwen bereikt) eindigend op rij 3.
Herhaal Rij 6-7 tot dat je huidige rij ongeveer 4 cm over de hoek van de achgterkant van de nek komt.
Herhaal Rij 2-3 langs de linker zijde (links als je deze draagt) tot je de onderkant van de linkerhoek bereikt. Hecht af en werk de draad weg.
Blokken: (video tutorial hier)
Voor natuurlijke vezels, pin je werk op blokmatten. Spuit in met water tot het verzadigd is en laat drogen.
OF
Voor acryl vezels, pin je werk uit op een strijkplan of verschillende lagen handdoeken. Houd een stomend strijkijzer boven het werk. Zorg dat het hele werk beneveld en verzadigd wordt met de stoom. Laten afkoelen /drogen.
Knopen aanzetten
Leg het vest op een vlakke ondergrond en leg de voorboorden recht. Het knoopband met de knoopgaten ligt bovenop.
Naai de knopen met draad vast op het knoopband. De knopen moeten ter hoogte van de knoopsgaten worden bevestigd.
On vast te stellen waar de knopen moeten komen, markeer ik tijdelijk de juiste plek door het knoopband met de knoopsgaten bovenop het knoopband van het andere pand te leggen en de gaten te markeren.
Ik raad aan om de onderste knoop en de bovenste knoop als eerste vast te zetten en daarna de resterende knopen.
Nadat je alle knopen hebt aangenaaid, werk je alle draadjes stevig weg.
Geniet van je Crimson Cardigan!
Creatieve, enthousiaste en lieve Iris van Meer is het gezicht achter Een Mooi Gebaar en vertaalt, ontwerpt en deelt meer dan duizend haakpatronen met jullie op dit stukje internet.
Mijn verhaal, over hoe ik van onhandige knutselaar toch nog creatieve ondernemer ben geworden, lees je hier: Mijn Verhaal
Als je contact met Iris wil opnemen, ga je naar de contactpagina