De naam Mandensteek wordt voor veel verschillende combinaties van haaksteken gebruikt. Op deze website laat ik je verschillende manieren van de mandensteek zien: voor een rechte lap en voor in de rondte, met 2 of 3 of 4 stokjes naast elkaar.
Om de mandensteek te kunnen haken moet je een aantal technieken beheersen: je moet lossen kunnen haken, stokjes kunnen haken, halfstokjes kunnen haken en tot slot het reliëfstokje-voor en het reliëfstokje-achter onder de knie hebben. Ik geef er zelf bovendien voorkeur aan om al hakend stokjes op te zetten voor deze techniek. Van al deze steken zijn duidelijke stekentutorials beschikbaar op deze website, dus geen zorgen. Ik laat ze bovendien nog stap-voor-stap zien in de tutorial hieronder.
Basisuitleg Mandensteek klein
In de mandensteek haak je ‘blokjes’ van steeds evenveel steken, die om en om komen te liggen, waardoor je een heel dicht, dik haakwerk krijgt met lekker veel reliëf. De Mandensteek is uitermate geschikt voor lekkere warme babydekens, maxi cosi zakken of andere stoffen die je lekker stevig en zacht en kneedbaar wilt maken.
In het Engels heet de Mandensteek ook wel Basketstitch. Deze naam is zowel in het Nederlands als Engels heel duidelijk: het lijkt alsof je een geweven mandje ziet als je naar deze steek kijkt.
Je kunt de mandensteek heen en weer gaand haken, in toeren dus, of je kunt in de rondte haken. Als je heen en weer gaat, heb je kantsteken nodig, als je in de rondte gaat heb je die niet. Ik leg het zo uitgebreid mogelijk aan je uit.
Op deze pagina leg ik je de kleinste versie uit, met steeds 2 aan 2 stokjes. Die ziet er zo uit:
Voor een iets grovere versie van de mandensteek, met 3 bij 3 stokjes, klik je op onderstaande foto:
Heen en weer hakend, in toeren
Het maakt niet uit hoe breed je je ‘blokjes’ wilt laten zijn in je project, je begint altijd eerst met een toer stokjes. Dit kan door een lange lossenketting te maken en daar dan stokjes op terug te haken, of door een toer al hakend stokjes op te zetten.
De hoeveelheid stokjes die je wilt opzetten heeft te maken met de uiteindelijke afmetingen van je project. Ik raad je aan om eerst een proeflapje te maken, zodat je de techniek onder de knie krijgt en goed kunt meten met hoeveel steken je moet beginnen. Zeker bij een stekenpatroon met veel reliëf zoals de mandensteek, is het nogal belangrijk dat je niet veel te veel of te weinig steken opzet aan het begin.
Sommige mensen willen graag dat het laatste ‘blokje’ van de mandensteek van de toer en het eerste ‘blokje’ ‘gelijk’ zijn: dus allebei bovenliggend of allebei onderliggend. Voor anderen maakt dit niet uit. Bedenk of je dit belangrijk vindt en houdt daar dan rekening mee bij het uitrekenen van hoeveel steken je opzet. Wil je hetzelfde aan het begin als aan het einde, dan heb je een oneven veelvoud nodig.
Mandensteek met 2 stokjes
Als je de mandensteek wilt haken met steeds om en om 2 stokjes, dan heb je een opzettoer nodig van een veelvoud van 2 stokjes (+ een beginstokje en een eindstokje). Je haakt daarvoor het gewenste stekenaantal in al hakend stokjes opzetten (dan heb je meteen toer 1 af), of je haakt daarvoor een lossenketting van het gewenste aantal stokjes + 2 voor de keerlossen. Voor een proeflapje zet je bijvoorbeeld 48 stokjes al hakend op, of haak je een lossenketting van 50 lossen, stokje in vierde losse vanaf de haaknaald en dan stokje in alle andere lossen.
Dit is wat we nu gaan doen:
Toer 2: 2 lossen (telt als halfstokje), keer je werk. *reliëfstokje-voor om elk van de volgende 2 steken, reliëfstokje-achter om elk van de volgende 2 steken*. Herhaal van * tot * tot einde toer, halfstokje in laatste steek.
Onduidelijk? Komt ie, stap voor stap:
Stap 1: 2 lossen (telt als halfstokje), keer je werk.
Stap 2: Reliëfstokje voor om elk van de volgende 2 steken
Nu komt het volgende van de 2 reliëfstokjes-voor die je gaat haken:
Stap 3: reliëfstokje-achter om elk van de volgende 2 steken
Stap 4: herhaal stap 2 en 3
Stap 5: halfstokje in laatste steek
Toer 3:
Ben je met reliëfstokje-voor geëindigd in de vorige toer (zoals te zien in de foto)? Dan: 2 lossen (telt als halfstokje), keer je werk. *reliëfstokje-voor om elk van de volgende 2 steken, reliëfstokje-achter om elk van de volgende 2 steken* Herhaal van * tot * tot einde toer, halfstokje in laatste steek
Ben je met reliëfstokje-achter geëindigd in de vorige toer? Dan: 2 lossen (telt als halfstokje), keer je werk. *reliëfstokje-achter om elk van de volgende 2 steken, reliëfstokje-voor om elk van de volgende 2 steken*. Herhaal van * tot * tot einde toer, halfstokje in laatste steek.
Je begint de toer dus weer met waar je de vorige keer mee geëindigd bent, zo maak je de mooie manden-structuur in je mandensteek haakpatroon.
En nog even stap voor stap:
Stap 1: 2 lossen, keer je werk.
Stap 2: Reliëfstokje-voor om volgende 2 steken
Stap 3: reliëfstokje-achter om de volgende 2 steken
Stap 4: herhaal tot einde toer, tot er nog één steek over is, haak daar een halfstokje in.
Je herhaalt nu toer 3 tot je project de gewenste afmeting heeft.
Blij met dit gratis patroon?
Op deze website vind je meer dan 1000 gratis haakpatronen. Gun je mij in ruil voor dit haakpatroon een kopje koffie of een bolletje wol? Hartelijk bedankt! Dat kan via overboeking: (NL91 ASNB 0267 1916 50 tnv Een Mooi Gebaar), of doordat ik een kleine commissie krijg als je via deze links iets koopt bij Bol.com of Caro’s Atelier.
Dankzij jullie kan ik mijn creatieve dromen waarmaken. Hartelijk bedankt!
Creatieve, enthousiaste en lieve Iris van Meer is het gezicht achter Een Mooi Gebaar en vertaalt, ontwerpt en deelt meer dan duizend haakpatronen met jullie op dit stukje internet.
Mijn verhaal, over hoe ik van onhandige knutselaar toch nog creatieve ondernemer ben geworden, lees je hier: Mijn Verhaal
Als je contact met Iris wil opnemen, ga je naar de contactpagina