Skip to Content

Schedel deel 3

Schedel deel 3

Dit is het derde en laatste deel van de serie haakpatronen om een anatomisch correcte schedel te haken. Dit gratis Nederlandstalige haakpatroon is een vertaling van het oorspronkelijke Anatomical Crochet haakpatroon, uiteraard pas ná het verkrijgen van toestemming vertaald, speciaal voor jou.

De andere delen van de schedel vind je hier: Schedel deel 1 (voor het maken van de tanden en kaken) & Schedel deel 2 (voor het maken van de grotere botten van de schedel). In dit deel, Schedel deel 3, haak je de kleinere botten die nog over zijn. Daarna kun je de schedel in elkaar zetten in het volgende deel.

Voor een compleet overzicht van alle onderdelen van het Menselijk Lichaam haken kun je naar onderaan dit bericht scrollen, of naar de speciale Menselijk Lichaam Haken pagina navigeren.

Moeilijkheidsgraad:

Difficulty 4

Het is een behoorlijk ingewikkeld patroon, omdat je heel veel aanwijzingen achter elkaar moet opvolgen voor de lastigere botten. Ik heb geprobeerd zoveel mogelijk foto’s toe te voegen voor de verduidelijking. Vragen stellen kan altijd: in het Engels naar lhodginscrochet@gmail.com of in de Nederlandstalige Een Mooi Gebaar Groepspagina op Facebook.

Benodigdheden Schedel Deel 3 haken

Wat je nodig hebt:

  • Een 2 mm haaknaald
  • Anchor Creativa Fino katoen in de kleur wit
  • Een set boventanden. Het haakpatroon voor de tanden vind je in Deel 1 van de Schedel.
  • Een paar vellen wit vilt
  • Knuffelvulling
  • Stopnaald
  • Schaar

Note:

  • onzichtbaar afhechten’ verwijst naar een speciale manier van afhechten die netter is en het gemakkelijker maakt om te zien waar je moet haken in de volgende ronde. Dit houdt in dat je je garen door je steek haalt, het garen onder de tweede steek doorhaalt vanaf waar je je garen omhoog hebt gehaald, en vervolgens je garen terughaalt door de bovenkant van deze steek en naar beneden door de achterkant van het werk. Zorg er alleen voor dat je bij het doen hiervan je naald door de TWEEDE steek na de laatste steek die je hebt gemaakt, haalt, anders eindig je met een extra steek, wat kan betekenen dat alle volgende rondes niet op één lijn liggen. De valse steek die je maakt, wordt in dit patroon de ‘nieuwe’ steek genoemd. Hier vind je een uitgebreide foto tutorial voor het onzichtbaar afhechten.
  • Dit haakpatroon heeft ook een achter-naar-voren vasten. Het is vrij eenvoudig, maar als het niet lukt kun je ook een gewone vaste gebruiken, al ziet het er dan wel net anders uit.
  • Het patroon heeft ook ‘al hakend vasten opzetten’ waar je een handige tutorial voor kunt vinden via deze link.
  • Het stekenaantal aan het einde van de toer is inclusief alle losse, behalve de keerlosse.

Het kan handig zijn om de botten te labelen als je bezig bent, zodat je kunt onthouden welk bot waarbij hoort als je het in elkaar gaat proberen te zetten.

Voor het rechter jukbeen

Toer 1: 19 lossen, vaste in eerste losse, vaste in elk van de volgende 18 steken om een lus te vormen [19]
Toer 2: 3 halve vasten, 2 vasten, 6 halfstokjes, 4 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 3 halve vasten [20]
Toer 3: 3 halve vasten, vaste, 4 halfstokjes, 7 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 4 halve vasten [21]
Toer 4: 4 halve vasten, 13 vasten, 4 halve vasten
Toer 5: 4 halve vasten, 17 vasten
Toer 6: 10 vasten, 1 losse, 7 steken overslaan, 4 vasten [15]
Toer 7: 7 halve vasten, vaste, 2samengehaaktehalfstokjes, halfstokje in losse en volgende 4 steken [14]
Toer 8: (let op, dit is iets meer dan één toer): halfstokje, 2samengehaaktevasten, 10 vasten, 2samengehaaktevasten [12]
Toer 9: 5 halve vasten, vaste, 4samengehaaktevasten, 2 halve vasten [9]
Toer 10: 2samengehaaktevasten, 2 vasten, 2samengehaaktevasten 2 keer, vaste [6]
Toer 11: vaste in elke steek [6]
Hecht af.

Hecht garen opnieuw aan in de volgende steek van toer 5 (na de laatste steek die je maakte toen je 10 vasten in toer 6 maakte).

Toer 6: vaste in deze steek en volgende 6 steken [7]
Toer 7: 2samengehaaktehalfstokjes tussen eerste 2 steken van laatste toer, vaste, halve vaste, vaste, 2samengehaaktehalfstokjes [5]

Hecht af.

Maak de opzetrand plat zodat de plek waar je de eerste losse hebt gemaakt, bovenaan zit. Beginnend vanaf waar dit garenuiteinde zit, naai je de bovenste 1 cm van deze opening dicht, zoals hieronder getoond

Toer 1: 4 lossen. 2 halfstokjes in de 2e losse vanaf de haaknaald, vaste in volgende losse, 3 vasten in eerste losse die je maakte, vaste in achterkant van vorige losse waarin je haakte, 2 halfstokjes in de achterkant van de eerste losse waarin je haakte. Hecht onzichtbaar af.

Open de afgezette rand die je niet hebt dichtgenaaid en naai het kleinere gedeelte hieraan vast, zodat de draadstaart ongeveer 1 steek links van het gedeelte zit dat je hebt dichtgenaaid. In het montagepatroon wordt dit kleine haakgedeelte aangeduid als face M.

Naai de driehoek van het haakwerk plat boven het randgedeelte dat je plat hebt genaaid, zoals weergegeven in de afbeelding hieronder

Naai langs de lijn die in het geel is aangegeven. Deze driehoek boven waar de gele lijn is, vormt het orbitale oppervlak.

Vul het bot en naai vervolgens de opening tussen de 2 ‘armen’ plat, zoals hieronder weergegeven.

Voor het linker jukbeen

Toer 1: 19 losse. Vaste in eerste losse en elke losse om een ring te maken [19]
Toer 2: 3 halve vasten, 2 vasten in volgende steek, 4 vasten, 6 halfstokjes, 2 vasten, 3 halve vasten [20]
Toer 3: 4 halve vasten, 2 vasten in de volgende steek, 7 vasten, 4 halfstokjes, vaste, 3 halve vasten [21]
Toer 4: 4 halve vasten, 13 vasten, 4 halve vasten
Toer 5: 2 halve vasten, 17 vasten, 2 halve vasten
Toer 6: 6 vasten, 1 losse, 7 steken overslaan, 8 vasten
Toer 8: 4 vasten, 2samengehaaktevasten, halfstokje, 2samengehaaktevasten, 5 vasten [12]
Toer 9: 4 halve vasten, 4samengehaaktevasten, vaste, 3 halve vasten [9]
Toer 10: 2 vasten, 2samengehaaktevasten 3 keer, vaste [6]
Toer 11: vaste in elke steek

Hecht af. Dit afhecht stuk wordt steeds FACE F genoemd bij het in elkaar zetten. Hecht het garen opnieuw aan in de eerste steek van toer 5 die je oversloeg in toer 6.

Toer 6: vaste in deze steek en volgende 6 steken, 1 losse, keer om [7]
Toer 7: 2samengehaaktehalfstokjes, vaste, 1 halve vaste, vaste, 2samengehaaktehalfstokjes [5]

Hecht af. Leg de afhecht kant zo neer dat de bovenste steek de 3 lossen is rechts van waar je losse draad is (op dezelfde manier als voor het rechter jukbeen). Naai 1 cm de bovenkant dicht.

Toer 1: 4 lossen. 2 halfstokjes in de tweede losse vanaf de haaknaald, vaste in volgende losse, 3 vasten in eerste losse die je maakte, vaste in achterkant van laatste losse waarin je haakte, 2 halfstokjes in de achterkant van de eerste losse waarin je haakte. Hecht onzichtbaar af. Vul op. Maak de opening op dezelfde manier dicht als voor het rechterbot, alleen op dit deel zit het staartje naar rechts. Dit is FACE M.

Schedel deel 3 16

Naai de driehoek plat boven de plek waar je de 1 cm rand dichtnaaide, vul het gat tussen de ‘armen’ en naai het dicht.

Voor de rechter bovenkaak

Toer 1: 24 lossen. vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en volgende 8 lossen, 3 halfstokjes in volgende losse, 13 vasten, 1 losse, keer om [25]
Toer 2: 13 vasten, 2 vasten in elk van de volgende 3 steken, 9 vasten, 1 losse, keer om [28]
Toer 3: 3samengehaaktevasten, 9 vasten, 2 vasten in elk van de volgende 2 steken, 14 vasten, 1 losse, keer om [28]
Toer 4: 26 vasten, 2samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [27]
Toer 5: 3samengehaaktevasten, 9 vasten, 2 vasten in elk van de volgende 2 steken, 14 vasten, 1 losse, keer om [28]
Toer 6: halfstokje, vaste, 2 vasten in de volgende steek, 7 vasten, 2 vasten in elk van de volgende 2 steken, 12 vasten, 3samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [28]
Toer 7: 2 halve vasten, vaste, 2 halfstokjes in de volgende steek, stokje in dezelfde steek.

Hecht af. 12 steken overslaan, garen aanhechten in de volgende steek van toer 6, zoals in de foto.

Toer 7: vaste in deze steek, 2 vasten, 2 vasten in elk van de volgende 2 steken, 4 vasten, 1 losse, keer om [11]
Toer 8: 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 5 vasten, 1 losse, keer om [10]
Toer 9: 4 vasten, 1 losse, 1 overslaan, 3 vasten, 2samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [9]
Toer 10: 4 vasten, vaste in gat gemaakt door overgeslagen steek, 2 vasten, 2samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [8]
Toer 11: 4 halfstokjes, 3 vasten in de volgende steek, 3 vasten [10]
Toer 12 (&): 3 vasten, halfstokje, 1 losse, keer om [4]
Toer 13: 2 halfstokjes, vaste, 1 halve vaste, 1 losse, keer om .
Toer 14: halve vaste, vaste, halfstokje, 2 halfstokjes in de laatste steek.
Hecht af.

Hecht garen aan in de volgende steek van toer 11, zoals in de foto hieronder.

Toer 12: vaste in deze steek en elk van de volgende 3 steken, 2samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [5]
Toer 13: 3 vasten, 2samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [4]
Toer 14: 2samengehaaktevasten, 2 vasten, 1 losse, keer om [3]
Toer 15: 3 vasten, 1 losse, keer om
Toer 16 (#): 2samengehaaktevasten, halfstokje
Hecht af.

Bevestig het garen opnieuw aan het einde van toer 6 (zoals aangegeven door de pijl in de afbeelding hieronder)

Schedel deel 3 21

Toer 7: vaste in deze steek en volgende steek, 2samengehaaktevasten (de tweede van deze steek heb je al eens in gehaakt), dan 6 vasten langs de zijkanten van toer 7-14 omhoog. 1 losse, keer om [9]
Toer 8: 2 halfstokjes in eerste steek, 8 vasten, 1 losse, keer om [10]
Toer 9: 9 vasten, 2 halfstokjes in laatste steek, 1 losse, keer om [11]
Toer 10 (~): maak 2 vasten in de eerste steek, 5 vasten, 5 halfstokjes [12]
Hecht af.

—- —- —- —- —- —- —- —- —- —- —-

Schedel deel 3 22

Vouw deze sectie naar achteren zodat de bovenkant ervan (het tegenovergestelde van waar je afhechte) gelijk komt te liggen met het afhechtdraadje van de keer VOOR de laatste keer dat je afhechte (zoals in de foto’s hieronder). Naai langs de bovenrand van de vouw die je net maakte. Ik zal naar deze naad refereren als NAAD N bij het in elkaar zetten.

Hecht het garen opnieuw aan in de steek van toer 6 na waar je 2 halfstokjes en een stokje in dezelfde steek maakte.

Toer 7: vaste in deze steek en volgende 10 steken, 1 losse, keer om [11]
Toer 8: 7 vasten, 2samengehaaktevasten, vaste, 2 vasten in laatste steek, 1 losse, keer om [11]
Toer 9: 10 vasten, 2 vasten in de laatste steek, losse, keer om [12]
Toer 10: 2 vasten in eerste steek, 11 vasten, losse, keer om [13]
Toer 11: 2samengehaaktevasten, 6 vasten, halve vaste, vaste, 3 halfstokjes
Hecht af. Naai de hoek waar je net hebt afgehecht aan de dichtsbijzijnste hoek van de sectie ernaast (gemarkeerd als toer #), zoals in de foto’s hieronder ($)

Toer 1: 2 lossen, 2 vasten in de eerste losse. 1 losse, keer om [2]
Toer 2: 2 vasten in de eerste steek, vaste, 1 losse, keer om [3]
Toer 3: vaste, 2 vasten in de volgende steek, vaste, 1 losse, keer om [4]
Toer 4: vaste, 2 vasten in de volgende steek, 2 vasten, 1 losse, keer om [5]
Toer 5: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 2 vasten, 1 losse, keer om [6]
Hecht af

De schuingedrukte stukjes ontbraken in het oorspronkelijke Engelstalige patroon, maar gevoelsmatig moeten die er wel staan. Het patron is -nog niet- getest.

Naai dit in het gat dat je hebt gemaakt door deze laatste 2 hoeken aan elkaar te naaien. Het afhecht-uiteinde moet in de hoek zitten waar ze samenkomen, zoals hieronder weergegeven. In het montagepatroon wordt dit gebied aangeduid als FACE Z.

Toer 1: 9 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, 2 vasten, halfstokje, 3 halfstokjes in volgende losse, 2 vasten, 3 vasten in eerste losse die je haakte, in de achterkant van de lossen haak je nu: 2 vasten, 2samengehaaktevasten, 2 vasten, 2 vasten in de achterkant van de laatste losse (daar haakte je als eerste in). Hecht onzichtbaar af.

Leg de binnenste bocht van deze sectie met de linkerkant rand van de hoofdsectie tegen elkaar (leg het neer zoals in de foto hieronder). De afhecht steek moet het verste weg zitten van de opzet-rand van de hoofdsectie, en het andere einde moet netjes liggen met de opzetrand.

Schedel deel 3 32

Naai de binnenste curve van dit kleine gedeelte vast aan de zijkant van het hoofdgedeelte waar je het naast hebt geplaatst.

Breng het tegenovergestelde uiteinde van de opzetrand van het hoofdgedeelte rond zodat het de andere kant van dit kleine gedeelte raakt dat je zojuist hebt bevestigd, en naai deze randen vervolgens aan elkaar, zoals weergegeven op de onderstaande foto’s.

We gaan nu de tanden bevestigen (dit stabiliseert het gedeelte en maakt het volgende stuk makkelijker). Plaats het haakwerk zo dat de opzetrand naar je toe wijst, met het kleine gebogen gedeelte dat je als laatste hebt bevestigd aan de rechterkant.

Schedel deel 3 37

Neem een ​​van de bovenste snijtanden 1 en schuif deze in deze opening, zodat deze zo ver mogelijk naar rechts zit. Het uiteinde waar je hebt vastgemaakt, moet in het kaakbot zitten, waarbij het dikkere uiteinde ongeveer 1 cm uitsteekt. Naai de voor- en achterkant van de kaak dicht met een kleine steek net rechts van deze tand. Dit zou de tand op zijn plaats moeten houden (hoewel je misschien een paar kleine hechtingen door de tand zelf wilt toevoegen om er extra zeker van te zijn dat deze er niet uit zal vallen).

Plaats een bovenste snijtand 2 naast de eerste snijtand en zet de voor- en achterkant van de kaak vast om hem op zijn plaats te houden zoals je eerder deed. Hij moet ook ongeveer 1 cm onder de kaak uitsteken. Zorg ervoor dat de tanden zo dicht mogelijk bij elkaar staan, anders heb je misschien niet genoeg ruimte om alle tanden erin te krijgen (hoewel het niet het einde van de wereld is als je toch ruimte tekort komt, want sommige mensen hebben minder tanden dan anderen!)

Schedel deel 3 40

Ga op dezelfde manier verder met de rest van de kaak, voeg de bovenste hoektand, bovenste premolaren 1-2 en bovenste molaren 1-3 toe (in die volgorde). De hoektand moet ongeveer 1,2 cm uitsteken, premolaar 1 iets minder dan 1 cm, premolaar 2 en molaar 1 ongeveer 0,8 cm, en molaren 2/3 moeten ongeveer 0,7 cm uitsteken. Ik raad aan om de laatste 2 molaren tegelijkertijd te plaatsen en dan de hechtingen ertussen toe te voegen, omdat ze erg dicht bij elkaar staan.

Plaats de bovenkaak zo dat je ernaar kijkt met de tanden aan de onderkant het verst van je af (zoals hieronder weergegeven)

Zoek het kleine puntige gedeelte dat is gemaakt door de vaste en 2 halve vasten in dezelfde steek van toer 7. Dit zou in het midden van je gezichtsveld moeten zitten (hieronder omcirkeld)

Schedel deel 3 46

Vouw het haakwerkgedeelte rechts van dit punt erachter zodat het in contact komt met de af gehechte toer links van het puntige gedeelte

Naai wat de bovenste linkerhoek van dit (rechter) gedeelte was aan de 3e steek vanaf de basis van het linkergedeelte (dit is de 3e steek tot de laatste steek op rij 10(~)). Hierdoor ontstaat een driehoekig gat dat je dicht moet naaien.

Nu ga je de resterende ruimte opvullen met haakwerk. Vorm het zo dat het een beetje op een misvormd hart lijkt, zoals te zien is op de afbeelding hieronder.

Schedel deel 3 47

Hecht het garen aan de onderste punt van dit hartgedeelte.

Houd er rekening mee dat de getallen tussen de vierkante haken in de volgende ronde verwijzen naar de overeenkomstige getallen in figuur A hieronder.

Toer 1: vaste in deze steek en volgende 8 steken van Toer 10(~) [Figuur [1]]. 6 vasten naar beneden langs de zijkant van de eerste van de ronde stukjes van het hart, eindig bij de steek van toer 11 waar je aan het einde van toer 12 (&) in haakte [figuur [2]].

Ga door met haken rond de rand van het gat, maak 6 vasten voordat je het stukje bereikt waar je de 2 hoeken aan elkaar hebt genaaid (gemarkeerd als ($)) [Figuur 3]. Haak vasten in de volgende 12 steken rond het hart, eindig terug waar je aan het begin van de ronde het garen hebt vastgemaakt (deze steken moeten allemaal zichtbaar zijn als de afgezette randen van de vorige rijen) [Figuur 4]. (33 vasten)

Elk van de volgende 3 toeren zijn iets langer dan 1 enkele toer.

Toer 3: 2samengehaaktevasten, 6 vasten, 4samengehaaktevasten, 7 vasten, 3samengehaaktevasten, 5 vasten, 2samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten [24]
Toer 4: 4 vasten, 3samengehaaktevasten 2 keer, 3 vasten, 4samengehaaktevasten, 5 vasten, 3samengehaaktevasten [15]

Vul. Doe het niet te vol, dan wordt je haakwerk misvormt.

Toer 5: 2 vasten, 4samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten [8]
Toer 6: 2samengehaaktevasten 3 keer [5]

Hecht af.

Het laatste wat nog gedaan moet worden is het gebruiken van herhaalde steken door het bot om de vormgeving te verbeteren. Dit zou met name gericht moeten zijn op het verbeteren van de definitie van FACE Z en het terugtrekken van de onderkant van het kaakgedeelte om een ​​groef langs het gehemelte te creëren (4e afbeelding hieronder)

Voor de linker bovenkaak

Haak hetzelfde als voor de rechter bovenkaak, tot je bij de —- lijn aankomt.

Vouw dit gedeelte terug en naai de bovenrand ervan aan de zijkant van het aangrenzende gedeelte, zoals je ook deed voor de rechter bovenkaak. Dit moet echter zo worden gedaan dat je het spiegelbeeld krijgt, zoals hieronder weergegeven. Dit wordt ook wel RAND N genoemd.

Schedel deel 3 62

Hecht het garen opnieuw aan in de steek van toer 6 na waar je 2 halfstokjes en een stokje in dezelfde steek maakte.

Toer 7: vaste in deze steek en volgende 10 steken, 1 losse, keer om [11]
Toer 8: 7 vasten, 2samengehaaktevasten, vaste, maak 2 vasten in de laatste steek, 1 losse, keer om [11]
Toer 9: 10 vasten, maak 2 vasten in de laatste steek, 1 losse, keer om [12]
Toer 10: maak 2 vasten in de eerste steek, 11 vasten, 1 losse, keer om [13]
Toer 11: 2samengehaaktevasten, 6 vasten, 1 halve vaste, vaste, 3 halfstokjes
Hecht af.
Naai de hoek waar je net hebt afgehecht aan de dichtsbijzijnste hoek van de naburige sectie, zoals je eerder ook deed.

Toer 1: 2 lossen, 2 vasten in de eerste losse, 1 losse, keer om [2]
Toer 2: 2 vasten in de eerste steek, vaste, 1 losse, keer om [3]
Toer 3: vaste, 2 vasten in de volgende steek, vaste, 1 losse, keer om [4]
Toer 4: vaste, 2 vasten in de volgende steek, 2 vasten [5]
Toer 5: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 2 vasten [6]
Hecht af.

Naai dit aan het hoofdgedeelte, zorg ervoor dat het gespiegeld zit ten opzichte van het rechterbot, zoals hieronder.

Toer 1: 9 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, 2 vasten, 3 halfstokjes in de volgende steek, halfstokje, 2 vasten, 3 vasten in de volgende steek, in de achterkant van de lossen haak je dan: 2 vasten, 2samengehaaktevasten, 2 vasten, 2 vasten in de laatste steek (dat was de eerste waar je in haakte)

Hecht onzichtbaar af.

Leg het hoofdgedeelte neer zoals hieronder getoond, en lijn de gebogen rand van dit kleine gedeelte uit met de onderste rechterrand, het spiegelbeeld van zoals je deed voor de rechter bovenkaak. Naai dit op zijn plaats. Dit gedeelte van het haakwerk wordt in het constructiepatroon aangeduid als FACE M.

Vouw het haakwerk zoals je deed voor de rechter bovenkaak, zodat het kleine gedeelte dat je net hebt gemaakt de linkerkant raakt (weergegeven op de onderstaande foto’s). Naai deze rechterkant (tussen waar het losse uiteinde is in de onderstaande afbeelding tot aan de opzetrand) aan de rand van het kleine gedeelte dat je nog niet hebt vastgenaaid.

Voeg tanden toe op dezelfde manier als bij de rechter bovenkaak (maar dan in spiegelbeeld)

Leg je haakwerk neer met de tanden onderaan het verst van je af en het kleine puntige stukje in het midden zoals je deed voor de rechter bovenkaak. Vouw het linkergedeelte achter het puntige gedeelte zodat de bovenste hoek de 3e tot laatste steek van toer 10 raakt (~). Naai dit op zijn plaats en naai vervolgens de gecreëerde driehoek dicht, op dezelfde manier als je deed voor de rechter bovenkaak.

Hecht het garen aan op de plaats waar je het linkergedeelte aan toer 10 hebt vastgemaakt (~). Vaste in deze steek en de volgende 12 steken, vaste in 7 steken rond de volgende bocht waarbij de laatste steek in een van de steken in toer 11 zit, op dezelfde manier als je deed voor de rechter bovenkaak.

5 vasten omhoog langs de zijkant van het volgende gebogen stuk, 9 vasten naar beneden in toer 10 (~) [33]

De komende toeren zijn iets langer dan één toer.
Toer 2: 2samengehaaktevasten, 2 vasten, 2samengehaaktevasten, 5 vasten, 3samengehaaktevasten, 8 vasten, 4samengehaaktevasten, 6 vasten, 3samengehaaktevasten
Toer 3: 6 vasten, 4samengehaaktevasten, 3 vasten, 3samengehaaktevasten 2 keer, 4 vasten, 3samengehaaktevasten.

Vul op. Zorg dat je niet te strak vult, dan trek je ‘m uit vorm

Toer 4: 3 vasten, 3samengehaaktevasten, 2 vasten, 4samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten
Toer 5: 2samengehaaktevasten 3 keer.

Fasten off

Shape in the same way as you did for the previous bone, but mirror-imaged.

Schedel deel 3 73

Voor het neusbeen

Toer 1: 5 lossen. vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en volgende 2 lossen. 3 vasten in de eerste losse die je maakte, vaste in achterkant van vorige 2 lossen. 2 vasten in de achterkant van de eerste losse waarin je haakte [10]
Toer 2-3 (2 toeren): 2 halve vasten, vaste, 4 halfstokjes, vaste, 2 halve vasten
Toer 4-5 (2 toeren): 5 halfstokjes, 5 halve vasten
Toer 6-7 (2 toeren): 2 halve vasten, vaste, 4 halfstokjes, vaste, 2 halve vasten
Toer 8: 2samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten, vaste, 2samengehaaktevasten [6]
Hecht af. Vul op.

De botten die nu volgde, kende ik (Iris van Een Mooi Gebaar) eigenlijk helemaal niet. Oeps. Boeiend om te weten dat je een ploegschaarbeen hebt!!

Voor het ploegschaarbeen

Toer 1: 11 lossen. vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en volgende 9 lossen, 1 losse, keer om [10]
Toer 2: 3samengehaaktevasten, 7 vasten, 1 losse, keer om [8]
Toer 3: 6 vasten, 2samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [7]
Toer 4: 2samengehaaktevasten, 5 vasten, 1 losse, keer om [6]
Toer 5: 3 halve vasten, 3 vasten, 1 losse, keer om
Toer 6: 2samengehaaktevasten, vaste, 1 halve vaste
Hecht af.

Voor de neusschelpen (maak er 2)

Toer 1: magische ring, 1 vaste, 1 losse, keer om
Toer 2: vaste in deze steek, 1 losse, keer om
Toer 3: 2 vasten in deze steek, 1 losse, keer om [2]
Toer 4: vaste in beide steken, 1 losse, keer om
Toer 5: 2 vasten in de eerste steek, vaste, 1 losse, keer om [3]
Toer 6: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 1 losse, keer om [4]
Toer 7: 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 8: 3 halve vasten, 1 losse, 2 halfstokjes in de laatste steek.
Hecht af.

Voor het zeefbeen

Voor de loodrechte plaat

Toer 1: 6 lossen, 2 vasten in de 2e losse vanaf de haaknaald, 3 vasten, 2 vasten in de volgende losse, 3 lossen, keer om.
Toer 2: vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, vaste in volgende losse, vaste in volgende 5 steken, 2 vasten in de volgende steek [9]
Toer 3: 2 vasten in de volgende steek, 7 vasten, 2 vasten in de laatste steek [11]
Hecht af.

Voor de orbitale platen (maak er 2)

Toer 1: 4 lossen. Vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en volgende losse. 3 vasten in eerste losse die je maakte, vaste in achterkant van vorige losse waar je in haakte. 2 vasten in achterkant van eerste losse waarin je haakte [8]
Toer 2: 3 vasten in eerste steek, 2 halfstokjes in volgende steek, (3 vasten in volgende steek, vaste) 3 keer [17]
Toer 3: vaste in achterste lus van elke steek
Toer 4: halve vaste, 4 al hakend vasten opzetten, 7 steken overslaan vanaf de halve vaste, 3 halve vasten. 1 al hakend vasten opzetten, halve vaste in 3e en 2e al hakend vasten opzetten die je aan het begin van deze toer maakte (figuur 1). Al hakend vaste opzetten, halve vaste in derde steek na degene waar je een halve vaste in maakte aan het begin van deze toer (dat verplaatste ook het toerbegin/einde van deze toer).

Toer 5: langs de rand van het bot (en over de halve vasten die je maakte in deze steken): vaste, 3samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten, vaste, 3samengehaaktevasten [10]
Toer 6: 2samengehaaktevasten 5 keer [ 5]
Toer 7-8: vaste in elke steek.
Hecht af.

Schedel deel 3 77

Pak een van de orbitale platen en zoek de eerste steek op toer 3, waar je haakt in de achterste lus van de steek. Als je niet zeker weet waar dit is, als je naar de andere kant kijkt dan waar je hebt vastgemaakt, zou je een doorlopende lus van steken rond de buitenkant moeten kunnen uitkiezen met een enkele onderbreking erin. Verbind je garen met de eerste steek die je in deze lus kunt zien.

Toer 1: vaste in deze steek en volgende 7 steken (de voorste lussen van de eerste 8 steken van toer 4 zijn dat), 1 losse, keer om [8]

Schedel deel 3 81

Toer 2: 2samengehaaktevasten, 4 vasten, 2samengehaaktevasten, 1 losse, keer om [8]
Toer 3: vaste in de eerste steek en voorste lus van derde steek van toer 3 op loodrechte plaat (zoals op foto beneden)

Schedel deel 3 82

vaste in volgende 5 steken op beide orbitale platen en (voorste lus van) de loodrechte plaat tegelijkertijd, 1 losse, keer om [6]

Toer 4: vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 6 (ik weet niet waarom we van 4 naar 6 gaan): 2 vasten in de eerste steek, 4 vasten, 2 vasten in de laatste steek [8]
Hecht af. Naai de afhechttoer aan de zijkant van de andere orbitale plaat.

Vouw het uiteinde van de orbitale platen om en gebruik een paar steken om ze vast te zetten aan de onderste basis van die orbitale plaat, zoals hieronder getoond. Dit vormt de middelste neusschelp.

Voor de traanbeenderen (maak er 2)

Toer 1: 4 lossen. vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en vaste in volgende losse. 3 vasten in volgende losse (de eerste die je maakte), vaste in achterkant van vorige losse waarin je haakte. 2 vasten in eerste losse waarin je haakte [8]
Toer 2 (iets minder dan volledige toer): 3 halve vasten, 1 losse, 2 vasten in volgende steek, vaste, 1 losse, halve vaste [11]
Toer 3: vaste in achterste lus van elke steek
Toer 4: in de achterste lussen: 2samengehaaktevasten 2 keer, vaste, 2samengehaaktevasten 2 keer, vaste [7]
Hecht af.

Voor het wiggenbeen

Voor de rechter pterygoïde plaat

Voor de mediale plaat

Maak een 1 cm lange i-koord (dit komt overeen met ongeveer 3 ’toeren’) en hecht af door de eerste steek over de 2e te halen en de 2e steek over de 3e, zoals te zien is op de onderstaande afbeeldingen.

Voor de zijplaat

Toer 1: 3 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, 3 vasten in eerste losse die je maakte, 2 vasten in achterkant van vorige losse waarin je haakte [6]
Toer 2: vaste in elke steek
Toer 3: 3 vasten, vaste in een van de afhecht steken van de mediale plaat, vaste in de andere steek (1e foto hieronder), vaste in volgende 3 steken van laterale plaat (2e foto hieronder) [8]
Toer 4-5: vaste in elke steek

—- —- —- —- —- —-

Toer 6: 5 vasten, 2 vasten in de volgende steek, vaste, 3 vasten in de laatste steek [11]
Toer 7: 6 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 2 vasten, 3 vasten in de volgende steek, vaste [14]
Toer 8: 7 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 2 vasten [16]

Hecht onzichtbaar af.

Voor de linker pterygoïde plaat

Haak hetzelfde als de rechter, tot de — —- —- lijn

Toer 6: maak 3 vasten in de eerste steek, vaste, 2 vasten in de volgende steek, 5 vasten [11]
Toer 7: 2 vasten, 3 vasten in de volgende steek, 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 5 vasten [14]
Toer 8: 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 6 vasten [16]
Hecht onzichtbaar af.

Voor het oppervlak van de baan van de grotere vleugels (maak er 2)

Toer 1: 6 losse, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de andere 4 lossen. 1 losse, keer om [5]
Toer 2: 4 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 1 losse, keer om [6]
Toer 3: 2 vasten in de eerste steek, 3 vasten, 2samengehaaktevasten [6]
Toer 4: 2samengehaaktevasten, 3 halfstokjes, 2 vasten in de laatste steek [6]
Hecht af.

Voor de rechter grote vleugel

Begin zoals je een i-koord zou maken, 3 lossen, 3 lusjes ophalen, dan 3 van deze lusjes er af halen (zodat je nog steeds 3 lusjes op je haaknaald hebt – 1e foto)

Toer 1: Doe de eerste lus over de tweede en de tweede over de eerste zoals je deed bij de mediale pterygoid plaat (2e foto). Dit kleine ikoord vormt de foramen spinosum.

— — — — — — —-

3 lossen, vaste in pterygoid in de tweede steek na de ‘ nieuwe’ steek die je maakte toen je onzichtbaar afhechtte. Vaste in volgende 3 steken van de pterygoid***, 1 losse, keer om

Schedel deel 3 98

Toer 2: 4 halve vasten, vaste in volgende 3 lossen en de 2 afhecht steken van het foramen spinosum. 1 losse, vaste in achterste van vorige losse waarin je haakte (de eerste die je maakt toen je 3 lossen haakte – zie eerste en tweede foto hieronder), dan 2 lossen.

Vaste in de pterygoideus in de 2e steek voor degene waarin je eerst haakte toen je de 4 vasten daarvoor maakte (zie ***) (dit kan ook worden geïdentificeerd als de ‘nieuwe’ steek van de pterygoideus die je hebt gemaakt toen je afhechtte). Vaste in de volgende 6 steken rond de pterygoideus. Let op dat de richting waarin je haakt, normaal gesproken de ‘verkeerde’ manier is om de steek van de pterygoideus heen. (zie afbeeldingen hieronder). 1 losse, keer om.

Op dit punt moet je misschien het foramen spinosum opnieuw positioneren. Positioneer de haaknaald zodanig dat de pterygoïdeus naar boven wijst. Als het foramen spinosum naar beneden wijst (zoals op de foto), moet je de haaknaald gebruiken om deze door het gat te trekken dat is gemaakt door de kettingsteek, zodat het eruitziet zoals weergegeven in de 2e foto hieronder.

Toer 3: vaste in eerste 12 steken (langs de steken die je net gemaakt hebt in de pterygoid, en dan lang de volgende steken/lossen van de vorige toer), 1 losse, keer om.

Schedel deel 3 107

Toer 4: 2 halve vasten, 2 vasten, 2 halfstokjes, 6 vasten, keer om.
Toer 5 (#): 3 halve vasten, 4 vasten, 1 halve vaste, 1 losse, keer om
Toer 6: sla de halve vaste over, 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 7: 4 vasten, 1 losse, keer om.

Maak niet vast, maar gebruik een reststuk garen om de opzetrand van het orbitale oppervlak vast te naaien aan de rechterrand van het stuk waaraan je werkt (kijk ernaar met de pterygoïde aan de rechteronderhoek naar je toe gericht), zodat de opzetdraad in contact is met de eerste halve vaste van toer 5 (#). Het andere uiteinde van de opzettoer moet de eerste steek van de laatste toer die je hebt gemaakt raken, zoals hieronder weergegeven.

Toer 8: 2samengehaaktevasten, vaste, 2 vasten in de laatste steek, 1 losse, keer om [4]
Toer 9: 2 vasten in eerste steek, 3 vasten, 1 losse, keer om [5]
Toer 10: 4 vasten, 2 vasten in de laatste steek, 1 losse, keer om [6]
Toer 11: vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 12: 4 vasten, halve vaste, losse, keer om
Toer 13: halve vaste overslaan, 4 vasten, 1 losse, keer om [4]
Toer 14: 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 15: 3 vasten, 2 vasten in de laatste steek [5]

Hecht af. Naai samen: de linkerkant van de orbital oppervlakte aan de rechterkant van de grotere vleugel, zoals hieronder

Schedel deel 3 110

Voor de linker grotere vleugel

Werk hetzelfde als de rechter grotere vleugel tot —- —- —- —-

Toer 1: 3 lossen, vaste in de steek voor de ‘nieuwe’ steek die je hebt gemaakt bij het afhechten op de linker pterygoïde, dan vaste in de volgende 3 steken om de beurt (d.w.z. je moet rond de pterygoïde haken op de ‘verkeerde manier, zoals te zien is op de foto’s). 1 losse, keer.

Toer 2: 4 vasten, vaste in volgende 3 lossen, vaste in 2 afhecht steken van foramen spinosum, 1 losse, vaste in achterste lus van eerste losse die je haakte toen je de 3 beginlosse maakte (eerste foto hieronder). 2 lossen, vaste in tweede steek na eerste steek waarin je haakte toen je de eerste 4 vasten in het pterygoid maakte (dat is de steek na de “nieuwe” steek die je maakte toen je onzichtbaar afhechtte – 2e foto), vaste in volgende 6 steken van de pterygoid. 1 losse, keer om.

Trek het foramen spinosum door het gat dat is gemaakt door de kettingsteek (indien nodig), zoals je ook aan de rechterkant hebt gedaan.

Toer 3: 12 vasten (langs de steken die je net maakte in de pterygoid, en langs de volgende steken/lossen van de vorige toer). 1 losse, keer om.
Toer 4: 2 halve vasten, 2 vasten, 2 halfstokjes, 6 vasten.
Toer 5 (#): 3 halve vasten, 4 vasten, 1 halve vaste, 1 losse, keerom
Toer 6: halve vasten overslaan, 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 7: 4 vasten, 1 losse, keer om

Maak de toer niet dicht, maar gebruik een reststuk garen om de opzetrand van het orbitale oppervlak aan de linkerrand te naaien (kijk ernaar met de pterygoïde op de linkerbenedenhoek naar je toe gericht) van het stuk waaraan je werkt, zodat de opzetdraad in contact is met de eerste halve vaste van toer #. Het andere uiteinde van de opzettoer moet de eerste steek van de laatste toer die je maakte raken, zoals weergegeven in de onderstaande foto.

Schedel deel 3 113

Toer 8: 2samengehaaktevasten, vaste, 2 vasten in de laatste steek, 1 losse, keer om [4]
Toer 9: 2 vasten in de eerste steek, 3 vasten, 1 losse, keer om [5]
Toer 10: 4 vasten, 2 vasten in de laatste steek, 1 losse, keer om [6]
Toer 11: Vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 12: 4 vasten, halve vaste, 1 losse, keer om
Toer 13: 3 vasten, 2 vasten in laatste steek [5]
Hecht af.

Naai de mediale plaat en de orbitale plaat aan elkaar, in spiegelbeeld van hoe je dat bij de rechter grote vleugel hebt gedaan.

Voor de kleinere vleugels (maak er 2)

Toer 1: 11 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, vaste, 2 vasten in elk vand e volgende 2 lossen, 6 vasten, 1 losse, keer om [12]
Toer 2: halve vaste, 4 vasten, halve vaste, hecht af.

Voor het lichaam:

Toer 1: 4 lossen, maak 2 vasten in de tweede losse vanaf de haaknaald, vaste, 4 vasten in de volgende losse, vaste in achterkant van vorige losse, 2 vasten in achterkant van eerste losse waarin je haakte [10]
Toer 2: vaste, 3 vasten in volgende steek, 2 vasten, 3 vasten in volgende steek, vaste, 3 vasten in volgende steek, 2 vasten, 3 vasten in laatste steek [18]
Toer 3: vaste in achterste lus van elke steek
Toer 4: vaste in beide lussen, in de achterste lussen: 3samengehaaktevasten, 2 vasten, 3samengehaaktevasten, in beide lussen: 9 vasten [14]
Toer 5: 13 vasten, 2 vasten in de laatste steek
Toer 6: 2 vasten in eerste steek, 5 vasten, 2 vasten in elk van de volgende 2 steken, 7 vasten [17]
Toer 7: 2 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 3 vasten, 2 vasten in de volgende steek, 11 vasten [19]
Toer 8: 2 vasten, 1 losse, vaste in derde steek van toer 2 in één van de kleinere vleugels, vaste in volgende 6 steken van het lijf, 1 losse, vaste in 3e steek van toer 2 van de andere kleinere vleugel, 1 losse, vaste in volgende 8 steken van het lijf. 5 lossen, 12 steken overslaan (inclusief de lossen), halve vaste in volgende steek, 1 losse.

Schedel deel 3 114

Toer 9: vaste in elk van deze 5 lossen (figuur 1), 1 losse, vaste in achterkant van de lossen waar je net in haakte (figuur 2). In de achterkant van de volgende losse (je haakt in tegenovergestelde richting als net) vaste, dan halve vaste (figuur 3). Hecht af.

Werk de losse draadjes weg.

Je moet nu vilt aan het lichaam en de vleugels naaien om ze steviger te maken, voordat je ze aan elkaar naait. Let op dat het orbitale oppervlak van de grotere vleugels ongeveer loodrecht op de rest van de grotere vleugel moet staan. Ik zou aanraden om de naad ertussen (&&&) vast te naaien om ervoor te zorgen dat het vilt mooi in deze rand past, zoals te zien is op de 4e en 6e afbeelding hieronder.

Het lichaam kan het makkelijkst worden bekleed door een strook vilt te knippen die om de rand van de hoofdbuis past (zie foto), deze vervolgens naar binnen te schuiven en vast te naaien (de randen van deze rechthoek overlappen elkaar lichtjes, u kunt ze ofwel precies op maat knippen of ze gewoon laten overlappen)

Vervolgens moet je vilt aan de onderkant van de kleinere vleugels naaien. Zorg ervoor dat het aan de juiste kant wordt genaaid, zoals te zien is op de onderstaande foto’s.

Dat is alles van dit patroon – ik hoop dat je het leuk vond! Ik zou binnenkort het definitieve patroon voor de constructie van de schedel moeten posten, dus blijf op de hoogte! Als je vragen hebt, mail ze dan naar lhodginscrochet@gmail.com en ik zal mijn best doen om ze zo snel mogelijk te beantwoorden 🙂

Zoals altijd bent u van harte welkom om afgewerkte producten te verkopen, maar ik vraag u om deze patronen niet opnieuw te posten of ze als uw eigen te claimen. Dank u wel!

Links Anatomisch Correct Menselijk Lichaam Haken

Nog geen datum bekend: Maag; Dunne Darm; Dikke Darm; Lever; Galblaas; Alvleesklier; Blinde Darm; Longen; Milt; Vrouwelijke Voortplantingsorganen; Ogen; Nieren; Blaas;

  1. Anatomisch hart
  2. Onderkaak
  3. Schedel deel 2
  4. Cerebellum en hersenstam
  5. Schedel deel 3
  6. Hersenen
  7. Schedel in elkaar zetten
  8. Ruggengraat bovenste deel (19′ december 2024)
  9. Ruggengraat middelste deel (9 januari 2025)
  10. Tongbeen haken (16 januari 2025)
  11. Ruggengraat onderste deel (30 januari 2025)
  12. Ruggengraat aan schedel (20 februari 2025)
  13. Ribben haken (13 maart 2025)
  14. Borstbeen haken (3 april 2025)
  15. Ribben aan borstbeen haken (24 april 2025)
  16. Schouderbladen haken (15 mei 2025)
  17. Handen haken (5 juni 2025)
  18. Armen haken (26 juni 2025)
  19. Sleutelbenen haken (17 juli 2025)
  20. Schouders in elkaar (28 augustus 2025)
  21. Voeten haken (18 september 2025)
  22. Benen haken (9 oktober 2025)
  23. Heup haken (30 oktober 2025)
  24. Heiligbeen en stuitbeen (20 november 2025)
  25. Heup in elkaar zetten (18 december 2025)
LM101487 edited

Creatieve, enthousiaste en lieve Iris van Meer is het gezicht achter Een Mooi Gebaar en vertaalt, ontwerpt en deelt meer dan duizend haakpatronen met jullie op dit stukje internet.

Mijn verhaal, over hoe ik van onhandige knutselaar toch nog creatieve ondernemer ben geworden, lees je hier: Mijn Verhaal

Als je contact met Iris wil opnemen, ga je naar de contactpagina

Delen is lief!