Hoe haak je oppervlakkige reliëfvasten-achter?
Er is een verschil tussen normale reliëfsteken en reliëfsteken waar “oppervlakkig” bij staat. De techniek voor “reliëf-voor” en “reliëf-achter” blijven hetzelfde, maar de plaats waar je insteekt verschilt bij oppervlakkige reliëfsteken.
Bij een oppervlakkige reliëfvaste-achter steek je de naald direct onder de 2 lusjes van de steek. Als die steek een vaste is, dan zie je eigenlijk nauwelijks verschil, maar als het een halfstokje of stokje is, dan zie je duidelijk verschil.
In de onderstaande foto zie je twee blauwe streepjes. Het blauwe streepje aan de rechterkant de plaats waar de oppervlakkige reliëfvaste-voor en -achter komen: direct onder de twee V-tjes. Er zit daar één simpel lusje, wat ik moeilijk op de foto krijg, maar tussen dat lusje en het V-tje steek je de haaknaald.
Het linkerstreepje is waar een gewone reliëfvaste-achter en -voor zouden komen. Die gaat meer om de “stam” van de steek en steek je eenvoudiger links en rechts van de steken in. Een oppervlakkige reliëfsteek is meer zoeken/vechten/preciezer.
Het verschil tussen oppervlakkig en “normaal” is dat oppervlakkige steken mooier precies een randje pakken.
Om een oppervlakkige reliëfvaste-achter te maken steek je van achter naar voor door de ene steek precies onder het V-tje heen.
Steek dus in waar je de speld ziet.
Steek de naald nu direct in de volgende steek van voor naar achteren. Je slaat aan de achterkant de draad om de naald en haalt deze weer terug naar de achterkant van je werk. Je hebt nu twee lusjes op de naald.
Steek dus terug waar je de speld ziet in bovenstaande foto!
Sla de draad om de naald en haal door beide lusjes heen.
Tadaa! Je oppervlakkige reliëfvaste-achter is klaar!