Hoe haak je een driedubbelstokje?
Het driedubbele stokje is nét iets hoger dan het dubbelestokje en wordt op zeer vergelijkbare manier gemaakt. Als je het stokje, dubbelestokje en driedubbelestokje snapt, kun je ook vier-, vijf-, zes- dubbelestokjes en zo verder maken. Overal waar hier staat “en sla drie keer om de naald”, wordt bij een vierdubbelstokje “en sla 4 keer om de naald”.
Stap 1: Kijk in je patroon waar je het driedubbelestokje moet maken. Vaak maak je deze niet als eerste toer, dus de kans is klein dat je het driedubbelestokje in een lossenketting maakt. Voor een driedubbelstokje heb je 5 keerlossen nodig, dus als je wél in een lossenketting haakt, pak dan de zesde losse vanaf de naald.
Stap 2: Sla de draad drie keer om de naald:
Stap 3: Steek de naald in de aangewezen steek en haal een lusje op. Je hebt nu 5 lusjes op de naald.
Stap 4: Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 4 lusjes op de naald.
Stap 5: Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 3 lusjes op de naald.
Stap 6: Sla de draad om en haal door 2 lusjes op de naald. Je hebt nu 2 lusjes over.
Stap 7: Sla de draad om en haal door de laatste twee lusjes heen. Je driedubbelestokje is nu af. Om een volgend driedubbelstokje te maken sla je de draad weer drie keer om de naald en steekt ‘m in de aangegeven steek. Haal een lusje op. Je hebt nu 5 lusjes op de naald.
Stap 8: Maak op dezelfde manier je driedubbele stokje af: (sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 3. In onderstaande foto zie je 11 driedubbelestokjes.