Leren haken – Geschakelde stokjes
Eigenlijk had ik niet meer verwacht écht super enthousiast te kunnen worden over een bepaalde haaksteek, maar het is wél gebeurd met deze geschakelde steken! Je kunt in ieder geval halfstokjes, stokjes, dubbelstokjes, driedubbelstokjes, enzovoorts op deze manier aan elkaar koppelen. Of het ook met andere steken kan, weet ik nog niet, dat wil ik ooit nog wel ontdekken. In onderstaande beschrijving vind je alvast de uitleg voor de stokjes. Ervaren haaksters zullen daaruit ook zelf kunnen concluderen hoe het voor de overige steken werkt, maar voor de volledigheid zal ik deze pagina ook aanvullen met de overige beschrijvingen.
Voor alle geschakelde steken geldt dat je in plaats van een draad om te slaan, een lusje ophaalt door een lusje van de vorige steek heen. Hierdoor zitten de steken meer aan elkaar vast, niet alleen aan de bovenkant, maar ook in de stam van de steek. Je haakwerk wordt hierdoor dichter en steviger. Ideaal als je bijvoorbeeld kleding haakt, of uberhaupt als je niet van de gaten tussen (dubbel)stokjes in houdt.
Geschakelde stokjes
Je steekt de haaknaald door het middelste lusje van het stokje (zie naald in onderstaande foto) en haalt daar door heen een lusje op. Dit “telt” als de omslag die je normaal zou doen voor een stokje.
Dat ziet er dan zo uit. Steek nu de naald door de volgende steek (waar je normaal ook in zou steken voor een stokje) en haal daar ook een lusje op.
Dan ziet het er zo uit:
Sla om en haal door twee lusjes heen. Sla weer om en haal door de laatste twee lusjes heen. Je geschakelde stokje is nu af.
Voor het volgende geschakelde stokje steek je weer door de middelste lus heen (zie naald boven). Haal daar doorheen weer een lusje op. Het volgende lusje haal je op in de volgende steek. Je slaat dan de draad om en haalt door twee lusjes heen, en slaat de draad weer om en haalt weer door twee lusjes heen.
In bovenstaande foto zie je hoe één toer geschakelde stokjes eruit ziet. De onderste drie toeren in deze foto zijn gewone stokjes.
De geschakelde stokjes hebben als uiterlijk kenmerk dus een “streep” horizontaal. In onderstaande foto wijs ik met de naald aan welke streep ik bedoel. Deze streep zit steeds aan de voorkant van de toer, dus als je in heen en weergaande toeren haakt, krijg je elke 2 toeren zo’n streep aan de goede kant van je werk te zien.
In onderstaande foto zie je het grote verschil tussen de 3 onderste toeren normale stokjes, en de 3 bovenste toeren geschakelde stokjes. Bij de normale stokjes zitten veel grotere “gaten” tussen de stokjes, en de “stof” is uiteindelijk ook veel rekbaarder.
Geschakelde dubbelstokjes
Volg de uitleg voor de stokjes, maar haal twee keer een lusje op door een lusje van het vorige dubbelstokje. Je haalt dan ook 3 keer door 2 lusjes heen in plaats van één keer.
Geschakelde halfstokjes
Volg de uitleg voor de geschakelde stokjes van de eerste paar stappen, maar nadat je de drie lusjes op de naald hebt, haal je door alle drie tegelijkertijd heen.