Skip to Content

Al hakend vasten opzetten

Leren haken : Al hakend vasten opzetten

Veel projecten beginnen met een lange ketting van lossen. Bij dekens is deze soms wel 200 lossen groot. Het opzetten met lossen heeft een aantal nadelen: het is lastig om de lossen te tellen, de ketting kan gemakkelijk draaien tijdens het haken en de ketting is al snel te los of te strak, waardoor deze bol of hol gaat staan bij je uiteindelijke werk.

Gelukkig is er een fijn alternatief voor het werken met een lossenketting. Bij ronde werkjes kun je beginnen met een magische ring en bij rechte werkjes kun je al hakend steken opzetten. Dat kan met alle steken, maar in deze tutorial laat ik het zien voor vasten. Een normale vaste maak je door je naald door de aangegeven steek te doen, de draad om de naald te slaan, de naald terug door de steek heen te halen. Je hebt nu twee lusjes op de naald. Vervolgens sla je de draad om en haalt deze door beide lusjes.

Al hakend vasten opzetten gaat ongeveer net zo. Het verschil is dat je steeds 1 soort van losse maakt voor je de vaste afmaakt. Die losse telt dan als basis voor volgende vaste. Onduidelijk? Bekijk dan de stap-voor-stap foto’s en doe gelijk mee!

Begin met een schuiflus en twee lossen.

Op de plek waar de naald zit in bovenstaande foto, dus onder beide V-lusjes van de eerste losse die je maakte door, steek je je haaknaald.

Je slaat de draad om de naald en trekt deze terug door de steek, maar nog niet door het lusje op de naald. Je hebt nu 2 lusjes op de naald.

Nu ga je de basis maken voor de volgende steek. Sla de draad om de naald en haal die door 1 lusje heen. Je hebt nu weer 2 lusjes op de naald. De zojuist gemaakte steek is de basis voor de volgende vaste.

Eerst moeten we echter deze vaste nog afmaken. Sla daarom de draad weer om de naald en haal door beide lusjes heen.

Je hebt nu 1 vaste gemaakt. Op de plek waar de naald naar wijst, steek je je naald in voor de tweede vaste.

Je haalt nu weer een draad op, die je door de steek maar nog niet door het lusje op je naald heen haalt. Je hebt dan twee lusjes op de naald.

Nu sla je de draad om en haal je door 1 lusje heen om weer de basis te maken voor je volgende vaste.

Vervolgens maak je deze vaste af door de draad om te slaan en door beide lusjes op je naald te halen. Je hebt nu je tweede vaste gemaakt.

De volgende vaste steek je weer in onder de twee lusjes bij de stopnaald.

Ga zo door tot je de gewenste lengte bereikt hebt. Mooi hè?

Werk je met een patroon en staat daar iets over de lossenketting? Let dan goed op! Vaak staat er “een veelvoud van 12 + 1”. Die “+ 1” wijst dan op een keerlosse die je moet hebben. Bij hakend opzetten werkt het niet zo, en moet je dus in dit voorbeeld alleen een “veelvoud van 12” maken. Kijk anders voor de zekerheid even bij de beschrijving van de 1e of 2e toer, daar staat vaak tussen haakjes hoeveel steken die toer zou moeten hebben. Let er bovendien op dat jouw uiteindje nu aan de andere kant zit dan “normaal” als je met een lossenketting opzet. Sommige mensen tellen de toeren vanaf het uiteindje, nu is je eerste toer gelijk aan je opzettoer, en zit je draadje dus aan de andere kant.

Veel haakplezier! Laat je het me weten als het niet lukt?

Delen is lief!

Jetty Oostland

Thursday 2nd of May 2019

Krijg graag mail van je over haken.