De wens voor een groot gezin
Al sinds ik heel klein ben, weet ik dat ik graag een groot gezin wil. Na het ontmoeten van mijn man Roel, werd dat beeld steeds duidelijker en in mei 2014 besloten we dan ook om te gaan proberen zwanger te worden. In september 2014 lukte dat, maar helaas besloot de natuur dat het vruchtje niet sterk genoeg was en kregen we een vroege miskraam. Gelukkig raakten we in december van dat jaar weer zwanger. Het verhaal van de bevalling heb ik hier uitgeschreven.
Solo verloskundige
We wilden het geslacht van de baby niet weten en gingen op zoek naar een verloskundige die in haar eentje werkte, zoveel mogelijk een hands-off aanpak hanteerde en die daarnaast badbevallingen kon begeleiden. Dat zijn er niet zoveel in Nederland, dus we hebben de hele zwangerschap een uur reistijd gehad om bij haar te komen, maar hadden dat er graag voor over. De gesprekken met de verloskundige waren elke keer gezellig en we konden met onze vragen en ideeën goed bij haar terecht. Vaak hadden wij een onderwerp of vraag bedacht, waar zij dan in het gesprek spontaan al zelf mee kwam! De afspraken duurden een uur per keer en vonden soms bij haar thuis plaats, waardoor er een hechte vertrouwensband is ontstaan. De zwangerschap verliep overigens prima, al vond ik de combinatie van fulltime werken en zwanger zijn best wel pittig van tijd tot tijd. Ik heb vooral heel erg veel geslapen en had gekke hoofdpijnen.
De kracht van evolutie
Ik had bedacht dat ik graag een badbevalling wilde, bij ons thuis in Den Haag. Zonder medicatie of ingrepen en per se niet naar het ziekenhuis. Ik hoopte te kunnen bevallen op een manier die past bij de intimiteit van het maken en krijgen van een kindje: met kaarsjes, een fijn muziekje, zo min mogelijk mensen en zo min mogelijk gedoe. Ik had vertrouwen in mijn lichaam en zag het allemaal, vanaf het begin, prima zitten!
De baby was uitgerekend op 27 september, al had ik zelf het gevoel dat ons Boontje zich pas ergens in oktober aan zou dienen. Dat werd ietsjes eerder, zoals je nu kunt lezen in het daadwerkelijke bevallingsverhaal…
Laatste festival van de zomer
Na een gesprek bij onze lieve verloskundige Pauline op woensdag, besluiten we donderdag om, zoals gepland, lekker nog een paar dagen met zijn tweetjes en een groep vrienden naar Psy-Fi Festival in Leeuwarden te gaan. Ik ben nu 36 weken zwanger, voel me goed, de baby zit nog erg hoog en ik heb nog geen enkel spoortje van voorweeën of iets dergelijks kunnen ontdekken. Voor de zekerheid nemen we natuurlijk wel ‘de vluchtkoffer’ mee, met alle medische papieren en kleren voor mij en kleertjes voor de baby. Ook parkeren we het camperbusje zo, dat we in geval van nood, of als ik erg moe word, meteen weg kunnen. Het is best een eindje rijden naar Leeuwarden vanuit Den Haag, maar we hebben goede moed en zin om onze ‘hobby’, festivals bezoeken, nog een keertje uit te kunnen voeren deze zomer.
“We hebben nog wéken”
We genieten erg van de muziek, lopen rustig wat rondes over het terrein, eten lekkere gerechten en kletsen met vrienden. Veel mensen vragen hoe lang we nog “moeten” en hoe het gaat en ik lach elke keer dat we nog wéken hebben en dat ik me heel goed voel. Ik heb het idee dat ik straal! De dixies op het terrein zijn wel ongelofelijk smerig en ik heb meerdere keren het vermoeden dat ik wat urine verlies. Het voelt ook allemaal wat branderig, dus ik denk aan een beginnende blaasontsteking of aan een baby die op mijn blaas drukt. Ik heb af en toe wat harde buiken, vooral door onverwachts harde geluiden.
Zwemmen in een meertje
… We blijven uiteraard bij de boxen van de podia weg, maar één van de eettentjes heeft zo’n bel en daar schrikken ik en mijn buik van! Uiteindelijk zwem ik nog heerlijk relaxed ’n beetje in het meertje voor het avondeten, leg mijn telefoon ergens aan een lader en kruip samen met man Roel rond 22 uur de camper in. We spreken met de vriendengroep af om met elkaar te ontbijten bij één van mijn favoriete artiesten, maar dat loopt uiteindelijk totaal anders…
Ik lek
Het is zaterdag 29 augustus. Rond 4 uur ’s nachts word ik wakker met onwijze alertheid en een beetje kramp. De zoektocht naar een schone dixie strandt tussen twee auto’s en na het afvegen merk ik dat ik meteen weer lek. Terug bij de bus check ik m’n voor de zekerheid ingedane maandverband en zie dat er roze vloeistof in zit. Tijdens het checken loopt er bovendien nog meer vloeistof weg. Ik denk nog steeds, redelijk onbenullig, dat het een blaasontsteking zou kunnen zijn, maar voel me super alert en denk dus toch dat het ook meer zou kunnen zijn. Ik maak Roel wakker en ook die is meteen actief en alert. Zou het dan nu al gaan beginnen?
Verloskundige bellen
M’n telefoon ligt nog in de bus bij degene die hem opgeladen heeft, dus ’t eerste doel is om daarbij te komen zodat ik nog even snel kan Googlen om te kijken wat de risico’s zijn van roze vochtverlies en wat het kan zijn naast gebroken vliezen. We besluiten naar aanleiding van deze zoektocht om Pauline wakker te bellen rond 4.10 ’s morgens.
Zij geeft aan dat het verstandig is om naar huis te komen en dat ze me wil zien als we thuis zijn. De risico’s voor een kindje dat met deze termijn geboren wordt zijn vooral dat ze hun temperatuur moeilijk zelf op pijl kunnen houden en dat ze soms slecht drinken. Daarnaast hebben premature kindjes met deze termijn een grotere kans op geelzucht dan voldragen kindjes.
Protocol
Het protocol is eigenlijk om naar het ziekenhuis te gaan en daar te bevallen en de kleine een dag of meer te houden om glucose te meten, maar in overleg besluiten we het in ieder geval eerst thuis te gaan proberen. Ik heb nooit zo goed begrepen waarom de richtlijnen allemaal zo strak zijn: waarom zou ik met 36w1d níet thuis mogen bevallen en met 37w wel? Wat maken die zes dagen voor verschil? Maakt het niet veel meer verschil hoe de zwangere zich voelt en hoe de zwangerschap verlopen is? Het leek me echt helemaal niets om naar een ziekenhuis te gaan, de hele zwangerschap al niet, en dan al helemaal niet naar een ziekenhuis 2,5 uur van huis!
Zin in!
Terug naar het verhaal… Ik heb op dit moment nog geen weeën en ben vooral alert en gefocust en erg enthousiast. Ik heb er zin in! Er is nog wel angst dat de bevalling niet op gang zal komen en dat we na 48 uur tóch naar het ziekenhuis ‘moeten’ omdat de kans op infectie groter wordt, maar die gedachten druk ik weg, er is van alles te doen voor het zover is!
Weeën tijdens de terugrit
We pakken de bus in, maken het regenzeiltje los van de andere busjes en schrijven “wij worden ouders!” voor de vriendjes waarmee we stonden. Daarna stappen we rond 5 uur in de auto en rijden weg uit Leeuwarden. Ik zit op de bijrijderstoel en navigeer terwijl Roel rijdt. Na een kwartier komt dan toch de eerste wee. Vooral in m’n rug heb ik er last van, het voelt alsof er veel druk zit net boven m’n heupbotjes aan beide kanten. Roel stopt bij een tankstation waar ik, naast diarree, ook nog een wee heb op het toilet. Achteraf gezien vind ik dit de vervelendste wee van de hele bevalling: ik ben alleen, voel me niet prettig en had er pas een paar gehad om eraan te wennen.
Achterin de camperbus
Daarna kruip ik in bed achter in de bus terwijl Roel verder rijdt. Ik denk bij elke grote stad of ik het nog trek of dat we toch naar een ziekenhuis moeten. Ondertussen SMS ik de achtergebleven vrienden om te vertellen wat er aan de hand is. Ook hou ik Pauline op de hoogte van de vorderingen. Sommige weeën time ik, maar dan vergeet ik de volgende weer waardoor een patroon moeilijk te ontdekken is. Ik heb van te voren besloten me niet bezig te houden met tijd en tijdsduur. Daar hou ik me dus maar aan.
Eindelijk thuis
Rond 7 uur komen we thuis aan na een toch best wel lange rit. Roel helpt me naar binnen en gaat dan de bus parkeren en uitpakken. Ik zit op de wc, moet spugen, en ben vooral erg warm en een beetje gedesoriënteerd. Pauline komt om half 8. Achteraf blijkt dat ze één van haar kinderen mee heeft genomen, in de auto. Ze dacht tijd genoeg te hebben om haar dochter nog weg te brengen. De vader van het vriendje waar de dochter heen zou gaan, is haar uit de auto komen ophalen, omdat het toch allemaal een stuk sneller liep dan verwacht. Pauline vraagt me hoe het gaat en is even bij me maar laat me voor de rest m’n gang gaan. Ik vang weeën op op de wc, op handen en knieën op het badkamerkleed en op de bank in de woonkamer. Roel zet in tussentijd het bad op en zoekt de spulletjes bij elkaar.
Het water voelt ongelofelijk lekker
Tussen 8 en 9 uur kan ik dan eindelijk in bad. Eerst nog even douchen om het water en de viezigheid van het festival van me af te spoelen. Ik verzet me behoorlijk tegen het idee om te douchen, omdat staan me helemaal niet aanstaat, maar Roel overtuigt me van het belang om schoon ons kindje ter wereld te brengen. Het water in de douche en later in bad voelt ongelofelijk lekker en de weeën zijn meteen een stuk dragelijker.
Pijnstillende werking van alle hormonen
De verloskundige gaat aan de badrand zitten breien en tussen de weeën door kletsen we wat. Ook Roel is bij me en houdt m’n hand vast of strijkt me door m’n haar. Ik voel me geliefd en bijzonder en sterk. De pijn is heel dragelijk, al denk ik daar midden in een wee elke keer toch anders over. Tussen de weeën door voel ik duidelijk de sterke pijnstillende werking van alle hormonen.
Na een tijdje heb ik het gevoel dat de boel stagneert en dat er steeds meer tijd tussen de weeën zit. Pauline reageert hier een beetje lacherig op en denkt van niet. Ze lacht: “Als het op dit tempo doorgaat, krijg ik dit kindertruitje natuurlijk nooit afgebreid!”
Zelf toucheren
Ik vraag haar, een beetje onbenullig, of ik zelf van binnen mag voelen. We hebben het van te voren uitgebreid gehad over toucheren, dat ik dat, als het enigszins kon, absoluut niet wilde. Ik wilde geen verstoringen tijdens het baarproces en ik wilde het liefst in mijn eigen bubbeltje kunnen blijven.
Als ik voel, tref ik na een paar cm een hoofdje met haar! Het hoofdje voelt veel zachter dan bot, heel bijzonder. Dit geeft me mega veel motivatie om door te gaan en maakt me nog veel enthousiaster! Na een tijdje voel ik dat het hoofdje naar buiten komt, wat branderig aanvoelt langs de randen. Vooral het terugschieten van het hoofdje voelt niet fijn, maar nog steeds vind ik het allemaal dragelijker dan verwacht.
Persen op gevoel
Ik hou m’n hand de hele tijd bij het hoofdje om te kunnen voelen welke kant het op gaat en hoe ver het al is. Als het teveel brandt, hou ik even op met persen, om door te gaan als het weer minder branderig aanvoelt.
Na een half uurtje persen wordt eerst het hoofdje en daarna meteen de rest van het lijfje van ons kindje geboren. Van dit moment, en van geen enkel ander stukje van de bevalling, is een filmpje gemaakt! Misschien ben ik ooit dapper genoeg om dat te delen. Ik vang haar zelf op vanuit hurkende positie en kan haar naar m’n borst brengen waar ze huilt en voor de eerste keer ademhaalt. Ze heeft een prachtige bos zwart haar en alles zit erop en eraan. Op dit punt denken we trouwens dat het een jongetje is! Niet goed gekeken naar het opgezwollen gedeelte.
Toch een dochter!
Na een half uurtje stap ik met haar in m’n armen wat moeizaam uit bad, de navelstreng is kort en zit niet fijn te schuren langs m’n vagina die wat gevoelig is. Ik ga op de bank liggen en geniet samen met Roel van ons prachtige kindje. We tellen vingertjes en teentjes en ontdekken dat het toch een dochter is. De hele zwangerschap wist ik vrij zeker dat we een meisje verwachtte en zelfs vóór de positieve zwangerschapstest dacht ik dat áls het die cyclus gelukt was, dat we dan een dochtertje zouden krijgen.
Onze prachtige dochter Vera, geboren na acht maanden zwangerschap, precies op tijd om 10.32 uur en geen dag te vroeg 🙂
Placenta op de baarkruk
De navelstreng is dan uitgeklopt en kan worden doorgeknipt, de placenta laat nog even op zich wachten dus neemt Roel Vera bloot op zijn blote borst en krijg ik de placenta met wat moeite en wat hulp op de baarkruk. Hij lijkt intact. Daarna probeer ik Vera voor het eerst te voeden. Pauline kijkt nog even of er niks kapot is bij me, wat gelukkig niet het geval is. Het voeden gaat nog niet echt, maar dat geeft niets op dit moment.
Zó goed te doen!
Rond 12 uur belt Pauline met de kraamzorg en bel ik mijn moeder met het grote nieuws. Die wil meteen langskomen om haar eerste kleinkind te ontmoeten. Roel belt zijn vader en ook die staat een paar uur later op de stoep. Ik voel me trots en stoer en op-en-top vrouw: mijn lijf is gemaakt om te baren en onze dochter is het prachtige resultaat van heel veel liefde en miljoenen jaren evolutie. Pauline weegt en controleert Vera: 2670 gram en alles zit erop en eraan. Ik grap dat ik op deze manier wel een elftal van kinderen wil baren, het was allemaal zó goed te doen!
Pauline gaat rond 14 uur weg en we hebben een uurtje met z’n drieën. Voelt gelijk heerlijk zeker, ik heb er meteen vol vertrouwen in dat wij dit aankunnen. Een uur later staat de kraamzorg op de stoep, die Vera opnieuw weegt. Ik heb wat moeite met de hardhandigheid en wil haar liever niet uit handen geven, maar krijg haar gelukkig heel snel weer bij me. Samen met de kraamzorg probeer ik nog een keer te voeden, maar ik snap haar aanwijzingen niet helemaal en Vera is te moe.
Grootouders op bezoek
De grootouders komen rond 16 uur en zijn ontroerd en trots. M’n moeder komt met een hele mand cadeautjes voor mij en voor Roel, één cadeautje per dag voor de komende tien dagen. De kraamzorg gaat rond etenstijd weg en Roel bakt een groenteomelet voor ons. Daarna kruipen we met z’n drieën in bed. We maken Vera elke drie uur wakker door haar te verschonen. Ze draagt hydrofielen met een snappie en een mutsje. We trekken haar ook een veel te grote romper (maat 50) en een broekje aan, maar komen daar halverwege de nacht op terug.
Uitputtende verschoonsessies
Ze slaapt een paar uur in de cosleeper, maar dat voelt voor ons allebei niet goed. Daarna dicht tegen me aan, huid op huid, lekker bloot. Het voelt veel fijner om haar bij me te hebben dan weg te leggen, ook voor Roel. Ze drinkt niet echt gedurende de nacht, mede doordat we haar ongelofelijk wakker maken door haar te verschonen: ze heeft veel vieze meconium en daardoor is het poetsen best een strijd. In die strijd verspild ze dan alle energie die ze eigenlijk nodig heeft om te drinken. We vinden de nacht allebei goed te doen maar ik maak me wel zorgen over haar voedingen. Later horen we dat onze festival-vriendjes deze hele nacht hebben geproost en gedanst op ons en ons kleine wereldwondertje.
De borstvoeding een handje helpen
Het drinken blijft in de dagen daarna lastig omdat ze zo moe is, dus daarom huren we een kolf bij het borstvoedingscentrum, kolf ik wat af en geven we dat haar na elke voedpoging via een fingerfeeder, een soort spuitje. Na vier dagen is dit gelukkig al niet meer nodig: ons meisje wordt sterker en valt niet meer af. We hebben haar nog steeds 24 uur per dag huid op huid, met alleen een hydrofiel als luier om of op ons. Er komt allerlei bezoek in die eerste paar weken, alle trotse ooms en tantes en vrienden. Pas als Vera vier weken is wordt ze door iemand anders vastgehouden dan mij, Roel, Pauline of de verloskundige. Ik heb een beetje het ‘ze had nog in m’n buik gezeten’-principe gehanteerd tot die tijd.
Ik heb totaal geen last van de bevalling. De eerste dagen voelt het alleen alsof ik te lang op de fiets heb gezeten, gewoon een beetje beurs. Het bloeden stopt ook al na twee weken, ik heb wat dat betreft echt geluk!!
Vera vijf maanden
Terwijl ik dit schrijf is Vera inmiddels vijf maanden. Ze is gegroeid als kool; er is niets meer aan haar wat wijst op een vroeggeboorte. Ze is van zwemmen in maatje 40, nu inmiddels uit maatje 68 aan het groeien. Ze ontwikkelt zich prima en is een hele tevreden, gezellige baby. Van het flesje moet zich niets weten, dus ze drinkt nog steeds alle voedingen live bij mij.
Terugblik
We kijken beiden terug op een hele fijne bevalling. De rust die Pauline uitstraalde door naast het bad te gaan breien had op mij en Roel eenzelfde effect: “Als zij zit te breien, zal dit er allemaal wel bij horen.” We hadden daardoor beiden vertrouwen in elke stap van het proces.
Ik vind het zelf heel prettig dat de bevalling zo hands-off was: ik had volledig de regie en voelde me nooit gestoord maar wél gesteund, een knappe combinatie. Later hoor ik van Roel dat Pauline wel af en toe in het bad gekeken heeft met een spiegeltje en een lampje, maar dat is volledig langs mij heen gegaan.
Halve bevalling op de snelweg
Het was natuurlijk niet zo handig dat de halve bevalling zich op de snelweg afspeelde. Toch heeft dat denk ik ook voordelen gehad: ik kon mijn focus elke keer verleggen op het volgende dat ‘moest’. Eerst moesten we Pauline bereiken, daarna de bus inpakken en daarna naar huis rijden (“als we de Afsluitdijk maar over zijn, want ik heb geen zin om een item te worden in Hart van Nederland”). Thuis moesten we het bad opzetten en tot slot wachten tot het bad vol was. Daarna duurde de hele bevalling nog maar 1,5 uur. Door die verlegging van de focus, heb ik me totaal niet op de pijn gericht.
Bevallingspijn
Ik heb overigens altijd al geroepen dat bevallingspijn heel erg afhankelijk is van je interpretatie. Ik sta daar na deze bevalling nóg meer achter. Als je van te voren denkt dat het een hel wordt, dan verkramp je en wordt het dus een hel! Ik geef toe dat het soms pijnlijk was, maar door de rust te bewaren en door de hormonen hun werk te laten doen, vond ik het een hele mooie, inspirerende, oerkrachtoproepende ervaring.
Ook van de geboortes van Lena en AlexI schreef ik het verhaal op!