Perfecte cirkel

Hoe haak je een perfecte cirkel?

Dit is een algemene beschrijving om met elke haaknaald die past bij het materiaal dat je koopt een perfecte cirkel te maken. Neem een steekmarkeerder of stukje contrasterende wol om duidelijk aan te geven waar je cirkel begint, dat is na een aantal toeren echt aan te raden.

De meeste cirkels die je tegenkomt in bijvoorbeeld amigurumi patronen, hebben de meerderingen allemaal op dezelfde plek, waardoor je een zeshoek krijgt in plaats van een cirkel.

Om onzichtbaar te meerderen haak je de eerste vaste in alleen de achterste lus en de tweede vaste van de meerdering door beide lussen.

Veel haakplezier!

Toer 1: 2 lossen, 6 vasten in eerste losse (6 vasten)

Toer 2: 2 vasten in elke vaste (12 vasten)

Toer 3: *1 vaste, 2 vasten in volgende vaste* herhalen (18 vasten)

Toer 4: 1 vaste, 2 vasten in volgende steek, *2 vasten, 2 vasten in volgende steek* Herhaal van * tot *. Eindig met 1 vasten (je hebt nu ook weer 2 vasten naast elkaar omdat je ook met 1 vaste bent begonnen) (24 vasten)

Toer 5: *3 vasten, 2 vasten in volgende steek * Herhaal van * tot *. (30 vasten)

Toer 6: 2 vasten, 2 vasten in volgende steek, *4 vasten, 2 vasten in volgende steek* Herhaal van * tot *. Eindig met 2 vasten (hier ook weer 4 vasten naast elkaar omdat je met 2 vasten bent begonnen) (36 vasten)

Toer 7: *5 vasten, 2 vasten in volgende steek * Herhaal van * tot *. (42 vasten)

Toer 8: 3 vasten, 2 vasten in volgende steek, *6 vasten, 2 vasten in volgende steek* Herhaal van * tot *. Eindig met 3 vasten (48 vasten)

Toer 9: *7 vasten, 2 vasten in volgende steek,* Herhaal van * tot *. (54 vasten)

Toer 10: 4 vasten, 2 vasten in volgende steek, *8 vasten, 2 vasten in volgende steek*. Herhaal van * tot *. Eindig met 4 vasten. (60 vasten)

Toer 11: *9 vasten, 2 vasten in volgende steek*. Herhaal van * tot *. (66 vasten)

Toer 12: 5 vasten, 2 vasten in volgende steek, *10 vasten, 2 vasten in volgende steek*. Herhaal van * tot *. Eindig met 5 vasten. (72 vasten)

Toer 13: *11 vasten, 2 vasten in volgende steek*. Herhaal van * tot *. (78 vasten)

Toer 14: 6 vasten, 2 vasten in de volgende steek, *12 vasten, 2 vasten in de volgende steek*. Herhaal van * tot *. Eindig met 6 vasten. (84 vasten)

Toer 15: *13 vasten, 2 vasten in de volgende steek*. Herhaal van * tot *. (90 vasten)

Toer 16: 7 vasten, 2 vasten in de volgende steek, *14 vasten, 2 vasten in de volgende steek*. Herhaal van * tot *. Eindig met 7 vasten. (96 vasten)

Toer 17: *15 vasten, 2 vasten in de volgende steek*. Herhaal van * tot *. (102 vasten).

Toer 18: 8 vasten, 2 vasten in de volgende steek. *16 vasten, 2 vasten in de volgende steek*. Herhaal van * tot *. Eindig met 8 vasten. (108 vasten)

Toer 19: *17 vasten, 2 vasten in de volgende steek*. Herhaal van * tot *. (114 vasten).

Toer 20: 9 vasten, 2 vasten in volgende steek. *18 vasten, 2 vasten in volgende steek*. Herhaal van * tot *. Eindig met 9 vasten. (120 vasten).

Toer 21: *19 vasten, 2 vasten in de volgende steek*. Herhaal van * tot *. (126 vasten)