Skip to Content

Geschreven Stekenuitleg – Meest Voorkomende Steken.

Geschreven Stekenuitleg – Meest Voorkomende Steken.

Ben je op zoek naar de geschreven uitleg van een haaksteek? Dan ben je hier op de goede pagina. Je hebt misschien niet altijd zin of tijd om naar langdurige YouTube filmpjes met uitgebreide introducties te kijken, daarom kun je hier gewoon de uitleg lezen.

Heb je toch meer instructie nodig? Druk dan op de naam van de steek, dan kom je bij een foto-tutorial uit 🙂 Wel zo handig!

Mis je een steek? Zet ‘m in de reacties en ik voeg ‘m zo snel mogelijk toe!

  1. Basissteken
  2. Reliëfsteken
  3. Al hakend opzetten
  4. Samengehaakte steken
  5. Clustersteken

Basissteken

Losse: Sla de draad om en haal door de lus op de haaknaald
Halve vaste:
Vaste: Steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes op de haaknaald.
Halfstokje: Sla de draad om je naald, steek de naald in een steek, sla de draad om (aan de achterkant van je werk dus) en haal die draad door de steek heen terug. Nu heb je drie lusjes op je naald staan. Vervolgens sla je de draad weer om en trekt deze meteen door de drie lusjes op je naald heen, totdat je dus nog maar één lusje op de haaknaald over hebt. Je hebt nu één halfstokje gemaakt.
Stokje: Sla de draad om en steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte. Sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door twee lusjes. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes heen.
Dubbelstokje: Sla de draad twee keer om je naald, steek de naald in een steek, sla de draad om (aan de achterkant van je werk dus) en haal die door de steek heen terug. Nu heb je 4 lusjes op je naald staan. Sla de draad om en haal deze door 2 lusjes op je naald. Nu heb je 3 lusjes op de haaknaald. Sla nu nogmaals om en haal weer door 2 lussen op de naald. Je hebt nu 2 lussen op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes op de haaknaald. Je hebt nu 1 dubbelstokje gemaakt.
Driedubbelstokje: Sla de draad drie keer om je naald, steek de naald in een steek, sla de draad om (aan de achterkant van je werk dus) en haal die door de steek heen terug. Nu heb je 5 lusjes op je naald staan. (Sla de draad om en haal deze door 2 lusjes op je naald) x 3.


Reliëfsteken

Oppervlakkige reliëfvaste-achter:
Reliëfhalfstokje-achter: sla de draad om de haaknaald, steek de naald OM de stam van de aangegeven steek, van ACHTEREN naar VOREN naar ACHTEREN, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle drie de lusjes.
Reliëfstokje-voor: Sla de draad om, steek de haaknaald van voor naar achteren naar voren om de stam van de aangegeven steek, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes.
Reliëfstokje-achter: Sla de draad om, steek de haaknaald van achteren naar voren naar achteren om de stam van de aangegeven steek, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes.
Ribbelhalfstokjes: sla de draad om, steek de haaknaald niet in de top van het halfstokje eronder, maar in het horizontale draadje dat over de voorkant van het halfstokje eronder loopt. Sla de draad om, haal een lusje op. Sla de draad om en haal door alle drie de lusjes op de haaknaald.
Dubbelreliëfstokje-voor: sla de draad twee keer om de haaknaald, steek de naald OM de stam van de aangegeven steek, van VOREN naar ACHTEREN naar VOREN, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 3.
Driedubbelreliëfstokje-voor:
sla de draad drie keer om de haaknaald, steek de naald OM de stam van de aangegeven steek, van VOREN naar ACHTEREN naar VOREN, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 5 lusjes op de haaknaald. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 4
Vierdubbelreliëfstokje-voor:
sla de draad vier keer om de haaknaald, steek de naald OM de stam van de aangegeven steek, van VOREN naar ACHTEREN naar VOREN, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 6 lusjes op de haaknaald. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 5
Vijfdubbelreliëfstokje-voor:
sla de draad vijf keer om de haaknaald, steek de naald OM de stam van de aangegeven steek, van VOREN naar ACHTEREN naar VOREN, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 7 lusjes op de haaknaald. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 6
Zesdubbelreliëfstokje-voor:
sla de draad zes keer om de haaknaald, steek de naald OM de stam van de aangegeven steek, van VOREN naar ACHTEREN naar VOREN, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 8 lusjes op de haaknaald. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 7.
Mozaïekstokje:
maak een stokje in de overgeslagen steek van dezelfde kleur er direct onder, 3 toeren lager. Maak de haaknaald voor de 2 toeren lossen langs.
2samengehaaktereliëfstokjes-voor: Sla de draad om en steek de haaknaald van rechts naar links, van voren naar achteren naar voren, om de stam van de eerste aangegeven steek door. Sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door twee. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en steek de haaknaald van rechts naar links, van voren naar achteren naar voren, om de stam van het tweede aangegeven steek door. Sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle drie de lusjes heen.


Al hakend opzetten

Al hakend vasten opzetten: haak 2 lossen. Steek de haaknaald in de eerste losse, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door de lus op de haaknaald. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes op de haaknaald. Je hebt nu 1 al hakend vasten opgezet. *steek de haaknaald in de losse die je in het schuingedrukte stuk tekst maakte, sla de draad om en haal een lusje op. Sla de draad om en haal door de lus op de haaknaald. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes op de haaknaald. Herhaal vanaf * tot je het gewenste aantal vasten hebt opgezet.
Al hakend halfstokjes opzetten: 2 lossen, sla de draad om en steek de haaknaald in de tweede losse vanaf de haaknaald. Sla de draad om en haal een lusje op. Sla de draad om en haal door 1 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle drie de lusjes. Voor alle volgende steken: keer je werk zodat de onderrand naar je toeligt. In de onderkant van de vorige steek, die je maakte in het schuingedrukte stukje, lijk je iets te zien dat op de bovenkant van een normale haaksteek lijkt. Sla de draad om en steek de haaknaald onder beide draden van die “steek”. Sla de draad om en haal een lusje op. Sla de draad om en haal door 1 lusje. Sla de draad om en haal door alle 3 de lusjes heen.
Al hakend stokjes opzetten: 3 lossen, sla de draad om en steek de haaknaald in de derde losse vanaf de haaknaald. Sla de draad om en haal een lusje op. Sla de draad om en haal door 1 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle twee van de lusjes. Sla de draad om en haal door de twee lusjes op de haaknaald. Je eerste steek is af. Voor alle volgende steken: keer je werk zodat de onderrand naar je toe ligt. In de onderkant van de vorige steek, die je maakte in het schuingedrukte stukje, lijk je iets te zien dat op de bovenkant van een normale haaksteek lijkt. Sla de draad om en steek de haaknaald onder beide draden van die “steek”. Sla de draad om en haal een lusje op. Sla de draad om en haal door 1 lusje. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen, sla de draad om en haal door 2 lusjes heen..
Starten met vaste zonder lossen: Trek de lus op de haaknaald iets op. Steek de haaknaald in de specifieke steek. Sla de draad om en haal een lusje op. Sla de draad om en haal door alle 2 de lusjes op de haaknaald.


Steken samenhaken

2samengehaaktevasten: Steek de haaknaald onder de voorste lus van de eerste steek en meteen onder de voorste lus van de volgende steek. Sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes.
2samengehaaktehalfstokjes: *sla de draad om, steek de haaknaald in de volgende steek. Sla de draad om en haal een lusje op, Herhaal van * tot * nog 1 keer. Sla de draad om en haal door alle 5 de lusjes op de haaknaald.
2samengehaaktestokjes: *sla de draad om, steek de haaknaald in de volgende steek. Sla de draad om en haal een lusje op, sla de draad om en haal door 2 lusjes heen* Herhaal van * tot * nog 1 keer. Sla de draad om en haal door alle 3 de lusjes op de haaknaald.
3samengehaaktestokjes:: *sla de draad om, steek de haaknaald in de volgende steek. Sla de draad om en haal een lusje op, sla de draad om en haal door 2 lusjes heen* Herhaal van * tot * nog 2 keer. Sla de draad om en haal door alle 4 de lusjes op de haaknaald.
3samengehaaktedubbelstokjes: sla de draad 2 keer om, steek de haaknaald in de aangegeven steek. Sla de draad om en haal een lusje op, (sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 2, je hebt nu nog 2 lusjes op de haaknaald. *Sla de draad 2 keer om, steek de haaknaald in de volgende aangegeven steek, sla de draad om en haal een lusje op. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen) x 2, je hebt nu nog 3 lusjes op de haaknaald. Herhaal vanaf * nog één keer. Sla de draad om en haal door alle vier de lusjes heen.


Clustersteken

Clustersteken zijn steken die allemaal in één steek zitten. Het is belangrijk om het verschil tussen samengehaakte stokjes, stokjescluster en stokjesgroep te weten.

2stokjescluster: Sla de draad om, steek de haaknaald in de aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla nu de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle drie de lusjes.
3stokjescluster: Sla de draad om, steek de haaknaald in de aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla nu de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 5 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle 4 de lusjes.
4stokjescluster: Sla de draad om, steek de haaknaald in de aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla nu de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald en je tweede stokje is af. Sla de draad om, steek de haaknaald in de dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 5 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door twee lusjes. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald en je 3e stokje is af. Sla de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 6 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 5 lusjes op de haaknaald en je 4e stokje is af. Sla de draad om en haal door alle vijf de lusjes.
5stokjescluster: Sla de draad om, steek de haaknaald in de aangegeven steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla nu de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald en je tweede stokje is af. Sla de draad om, steek de haaknaald in de dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 5 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door twee lusjes. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald en je 3e stokje is af. Sla de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 6 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 5 lusjes op de haaknaald en je 4e stokje is af. Sla de draad om en steek de haaknaald in dezelfde steek/ruimte, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 7 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door 2 lusjes heen. Je hebt nu 6 lusjes op de haaknaald en je 5e stokje is af.Sla de draad om en haal door alle zes de lusjes.
3dubbelestokjescluster: Allemaal in dezelfde steek: *Sla de draad 2 keer om, steek de haaknaald in de steek, sla de draad om en haal een lusje op. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes) x 2. Herhaal vanaf * nog 2 keer. Je hebt nu 4 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle lusjes heen.
4dubbelestokjescluster: Allemaal in dezelfde steek: *Sla de draad 2 keer om, steek de haaknaald in de steek, sla de draad om en haal een lusje op. (Sla de draad om en haal door 2 lusjes) x 2. Herhaal vanaf * nog 3 keer. Je hebt nu 5 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle lusjes heen.


Staande steken

Staande-vaste: begin met een schuiflus op de haaknaald. Houd beide draadjes vast. Steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte, blijf beide draadjes vasthouden, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 2 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide de lusjes heen.
Staand-halfstokje: begin met een schuiflus op de haaknaald. Houd beide draadjes vast. Sla de draad om de haaknaald. Steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte, blijf beide draadjes vasthouden, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door alle drie de lusjes heen.
Staand-stokje: begin met een schuiflus op de haaknaald. Houd beide draadjes vast. Sla de draad om de haaknaald. Steek de haaknaald in de aangegeven steek of ruimte, blijf beide draadjes vasthouden, sla de draad om en haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door twee van de de lusjes heen. Sla de draad om en haal door de laatste twee lusjes heen.


Verlengde steken:

Verlengde vaste: je haakt een vaste (zie boven), maar steekt deze dieper in: vaak één toer lager. Je haalt het lusje dan ook wat hoger op, totdat ie gelijk is met de toer waar je op dat moment in haakt.
Verlengd stokje: je haakt een stokje (zie boven), maar steekt deze dieper in: vaak één toer lager. Terwijl je het lusje op haalt, trek je die wat hoger op, totdat ie gelijk loopt met de toer waar je op dat moment in haakt.


Creatieve, enthousiaste en lieve Iris van Meer is het gezicht achter Een Mooi Gebaar en vertaalt, ontwerpt en deelt meer dan duizend haakpatronen met jullie op dit stukje internet.

Mijn verhaal, over hoe ik van onhandige knutselaar toch nog creatieve ondernemer ben geworden, lees je hier: Mijn Verhaal

Als je contact met Iris wil opnemen, ga je naar de contactpagina

Delen is lief!