Rhiannon Col – Gratis haakpatroon
Dit gratis haakpatroon is ontworpen door Morale Fiber. Het is een schitterende sjaal/col/omslagdoek. Multifunctioneel en heel leuk voor restjes garen!
Eeuwen geleden (zo voelt het) ontwierp ik een muts-col dat zowel simpel te maken was, als op veel manieren te dragen. Het begon als restjes-opmaker, ik heb gewoon een paar Rhiannon Cols gemaakt met random garen en kleuren. Het resultasat was een leuk project dat goed te doen is voor beginners, maar toch wat interessanter dan een rechttoerechtaan sjaal. Hij heet de Rhiannon Col, naar één van mijn favoriete mythologische godheid.
En ja, ook vernoemd naar het liedje. Ik ben een enorme fantasy nerd, dat ik eerder van de mythologische godin afwist, dan van het popnummer… Maar goed, ik dwaal af…
Dat was in 2015. Maar ik ben inmiddels enorm gegroeid in het patroon schrijven. In een make-over poging is dit patroon nu weer helemaal up to date en gratis voor jullie beschikbaar.
Ik heb een paar aanpassingen aan het patroon gedaan – ik heb de instructies voor #5 gewicht garen weggelaten, en heb in plaats daarvan een nieuwe maat toegevoegd: Large! Deze maat kun je makkelijker dubbel dragen (Small kan dan een beetje te strak zitten) en kun je als vest dragen bij veel meer verschillende lichaamsvormen.
Ik heb ook de specifieke garens weggelaten. Je kunt dit project prima als restjes-opmaker doen, dus ik heb in algemene termen beschreven wat je kunt gebruiken voor deze col. Ik heb *voornamelijk* worsted weight garen gebruikt, maar ook wat bulky weight. (Klik hier voor een beschrijving van de verschillende garen gewichten!)
Ik hoop dat jullie dit leuke, snelle, fantasy project leuk vinden ❤
Materialen
5 mm haaknaald
450-750 meter worsted weight garen – restjes zijn prima voor dit project!
Schaar
Stopnaald
Spanning: 6 steken 3 toeren = ongeveer 5 cm
Afmetingen: Small: 183 cm rondom aan de voorkant, ongeveer 101 cm aan de achterkant, ongeveer 38 cm breed
Large: 228 cm rondom aan de voorkant, 127 cm rondom aan de achterkant, ongeveer 38 cm breed.
Haaksteken
Klik op de link om naar de foto-tutorial van de steek te gaan!
Halve vaste
Losse
Al hakend vasten opzetten
Vaste
Stokje
Dubbelstokje
Telt als steek/telt niet als steek: De lossen aan het begin van een toer zorgen ervoor dat je op de goede hoogte komt voor die toer. Soms tellen die als steek mee, soms niet. Als ze niet als steek tellen, dan sluit je de toer in de eerste echte steek die je gehaakt hebt na de beginlossen.
(Informatie tussen haakjes): Herhaal deze informatie voor het aantal keer dat er staat. Als er “helemaal rondom” of iets dergelijks achter staat, herhaal je tot je weer bij het begin bent aangekomen.
Maat veranderingen: Dit patroon is geschreven voor de maten Small en Large. De instructies zijn zo geschreven dat de instructies voor Small eerst gegeven zijn, dan een komma, dan de maat Large. Dus bijvoorbeeld : “(1 vaste in elk van de volgende 9 steken, 2 vasten in de volgende steek) 15, 19 keer”. Voor de maat Small herhaal je dan 15 keer wat er tussen de haken staat, voor de maat Large 19 keer.
Instructies:
Begin: Zet al hakend 160, 200 vasten op. Halve vaste in eerste vaste om een cirkel te vormen. Zorg ervoor dat die niet draait. (Alternatief kun je 160, 200 lossen opzetten, halve vaste in eerste losse om de cirkel te sluiten, dan in elke losse een vaste haken, halve vaste om toer te sluiten. Ik kan je met klem adviseren om de al hakend vasten opzetten methode te gebruiken, je krijgt dan een veel soepelere start en je kunt veel makkelijker tellen dan bij een lossenketting van zoveel!)
Toer 1: 3 lossen – telt niet als stokje, stokje in dezelfde steek. Stokje in elke steek. Halve vaste in eerste stokje. – [160, 200 steken]
Toer 2: 4 lossen – telt als eerste stokje + 1 losse. (1 steek overslaan, stokje in volgende steek, 1 losse) 79, 99 keer. Halve vaste in 3e beginlosse.
Toer 3: 3 lossen – telt niet als eerste stokje, stokje in dezelfde steek. Stokje in volgende 159, 199 steken. Halve vaste in eerste stokje.
Toer 4: Herhaal toer 2.
Toer 5: 3 lossen – telt niet als stokje, stokje in dezelfde steek. Stokje in elk van de volgende 8 steken, 2 stokjes in volgende steek. (Stokje in volgende 9 steken, 2 stokjes in volgende steek) 15, 19 keer. Halve vaste in eerste stokje van de toer. [176, 220 steken]
Toer 6: 4 lossen – telt als eerste stokje + 1 losse, (1 steek overslaan, stokje in volgende steek, 1 losse) 87, 109 keer. Halve vaste in derde beginlosse om toer te sluiten.
Toer 7: 3 lossen – telt niet als eerste stokje. Stokje in dezelfde steek. Stokje in elk van de volgende 175, 219 steken. Halve vaste in eerste stokje – [176, 220 steken]
Toer 8: 4 lossen – telt als eerste stokje + 1 losse, (1 steek overslaan, stokje in volgende steek, 1 losse) 87, 109 keer. Halve vaste in derde beginlosse.
Toer 9: 3 lossen – telt niet als eerste stokje. Stokje in dezelfde steek. Stokje in elk van de volgende 9 steken, 2 stokjes in volgende steek. (Stokje in volgende 10 steken, 2 stokjes in volgende steek) 15, 19 keer. Halve vaste in eerste stokje van de toer – [192, 240 steken]
Toer 10: 4 lossen – telt als stokje + 1 losse, (1 steek overslaan, stokje in volgende steek, 1 losse) 95, 119 keer. Halve vaste in derde beginlosse.
Toer 11: 3 lossen – telt niet als stokje, stokje in dezelfde steek. Stokje in elk van de volgende 191, 239 steken. Halve vaste in eerste stokje van de toer. – [192, 240 steken]
Toer 12: Herhaal toer 10.
Toer 13: 3 lossen – telt niet als stokje, stokje in dezelfde steek. Stokje in elk van de volgende 10 steken, 2 stokjes in volgende steek. (Stokje in elk van de volgende 11 steken, 2 stokjes in volgende steek) 15, 19 keer. – [208, 260 steken]
Toer 14: 4 lossen – telt als stokje + 1 losse, (1 steek overslaan, stokje in volgende steek, 1 losse) 103, 129 keer. Halve vaste in derde beginlosse.
Toer 15: 3 lossen – telt niet als stokje, stokje in dezelfde steek. 1 stokje in elk van de volgende 207, 259 steken. Halve vaste in eerste stokje.
Toer 16: Herhaal toer 14.
Hecht af en werk de draadjes weg.
Naaien van de capuchon
Vouw je werk dubbel, zorg dat de vouw bij het begin/einde van alle toeren zit. Hecht nieuw garen aan in deze hoek. Je haakt door twee lagen van de col in één keer. Zorg ervoor dat je in de BEGINTOER haakt, NIET in toer 16.
Toer 17: (Halve vaste in volgende steek, werk door beide lagen heen) 25 keer. 3 lossen.
Nu werk je door slechts EEN laag en steek de haaknaald door de onderkant van elke al-hakend-opgezette-vaste, (volgende steek overslaan, stokje in volgende steek, 1 losse, 52, 72 keer. Volgende steek overslaan, stokje in volgene steek, 1 losse. Halve vaste in eerste losse van de toer.
De cirkel van steken die door één laag zijn gehaakt, is nu de basis voor de volgende toer. Je haakt niet meer in de 26 steken naad die de achterkant van de capuchon vormt.
Toer 18: 3 lossen, stokje in dezelfde steek en elke steek rondom. Halve vaste in derde beginlosse. Hecht af en werk de draadjes weg.
Blaadjes strik
Eerste blaadje: 5 lossen, halve vaste in eerste losse om een ring te vormen. 3 lossen – telt als eerste stokje, 6 stokjes, 2 dubbelstokjes, 1 losse, 2 dubbelstokjes, 7 stokjes in de ring. Halve vaste in derde beginlosse om toer te sluiten.
Steek de naald nu in de lus van de steek onder de halve vaste en haak 1 vaste. Steek de haaknaald nu in de zijkant van de vaste. Haal een lusje op. Je hebt nu 3 lusjes op de haaknaald. Sla de draad om en haal door beide lusjes. Je hebt nu 1 “dubbele losse” gehaakt. Haak nog 160, 200 dubbele lossen op dezelfde manier, steeds in de zijkant van de laatst gehaakte vaste. (Klik hier voor een uitgebreide fototutorial van de dubbele losse techniek)
Tweede blaadje – Aan het eind van die hele lange “dubbele lossen” ketting, haak 5 normale lossen. Halve vaste in 5e losse vanaf de haaknaald om een ring te vormen. 3 lossen – telt als eerste stokje. 6 stokjes, 2 dubbelstokjes, 1 losse, 2 dubbelstokjes, 7 stokjes in de ring. Halve vaste in eerste stokje. Zet de bovenkant van het blaadje aan het koord vast met een halve vaste. Hecht af en werk de draadjes weg.
Begin aan de onderkant van de capuchon, weef de helft van het koord tussen de ruimtes tussen de steken van toer 17 door. Weef de andere helft de andere kant op. Ta-da! Je prachtige col is klaar om met jou op avontuur te gaan!
Draag ‘m als capuchon met het koordje stevig aangetrokken zodat ie lekker warm is, met de capuchon naar beneden is het een sjaal. Je kunt de capuchon ook “binnenstebuiten” opzetten en je armen door de hoofdopening steken, dan heb je een sjaal-vest, of je kunt de opening dubbel gevouwen om je nek doen, zodat ie extra warm is.
