Ruggengraat aan schedel maken

---

Dit deel 12 haakpatroon maakt deel uit van een lange serie Menselijk Lichaam die ontwerpster Anatomical Crochet maakt om een levensgroot skelet te haken. Dit deel van het patroon geeft geen details over het maken van botten, maar bevat patronen voor de ligamenten die betrokken zijn bij de bevestiging van de schedel aan de wervelkolom, en een beschrijving van hoe je ze kunt bevestigen aan de bestaande botten die je hebt gemaakt. Het bevat ook details van de laatste ligamenten van de wervelkolom, waaronder één die helemaal van de schedel tot aan het stuitbeen loopt.

Moeilijkheidsgraad:

Makkelijk – medium

Benodigdheden

• 1 mm haaknaald
• #10 katoen in grijs
• Stopnaald
• Een gehaakte schedel
• Een gehaakte wervelkolom

Het is ook handig als je het heiligbeen al aan de onderkant van de ruggengraat hebt vastgezet.

In de samenstelling van het skelet heb ik tot nu toe de ribbenkast in elkaar gezet en de armen eraan gemaakt, maar dat is niet nodig om deze stap te kunnen zetten.

Leg het lichaam met het gezicht naar beneden (zodat de achterkant van de schedel naar je toe ligt), en doe hetzelfde met de ruggengraat.

Voor het apicale ligament van de dens

Toer 1: 5 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, vaste in elk van de volgende 3 lossen, 1 losse, keer om [4]

Naai het ene uiteinde hiervan vast aan het uiteinde van de holten van het asbot en het andere uiteinde aan de achterkant van het gat in de basis van de schedel (d.w.z. aan de kant die het dichtst bij de voorkant van de schedel ligt).

Voor de oorband (maak er 2)

Toer 1: 8 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, vaste in elk van de volgende 6 steken, 1 losse, keer om [7]
Toer 2: 4 vasten, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 3: maak 2 halfstokjes in de eerste steek, 2 halfstokjes, vaste, 3 halve vasten [8]
Hecht af.

Naai het dunnere einde van deze aan de zijkant van het gat in de schedel en de dikkere uiteinden aan de zijkanten van de gaten. De afhecht rand moet het verste weg zijn van de punten van de gaten, zoals in de foto’s.

(Let op: je hebt het ligament in het midden van de afbeelding nog niet gemaakt. Dit is alleen om de positie van het tweede alar-ligament te laten zien.)

Voor de kruisband

Toer 1: 8 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en vaste in elk van de volgende 6 lossen, 1 losse, keer om [7]
Toer 2: 4 vasten, 8 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, vaste in volgende 6 lossen, vaste in eerste steek waarin je haakt voor je de 8 lossen maakte, dan vaste in volgende 2 steken, 2 vasten in laatste steek. Vaste in achterste lus van de eerste van de 8 lossen die je oorspronkelijk maakte (zie foto 1). Vaste in de achterkant van de volgende 3 van die lossen (zie foto 2), haak dan 5 lossen. Vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en in elk van de volgende 4 lossen (foto 3), vaste in achterkant van dezelfde losse als waarin je haakte voordat je de 5 lossen maakte, vaste in achterkant van elk van de volgende 3 lossen. Hecht af.

Dit ligament moet zo worden genaaid dat de uiteinden van de centrale (dikkere) streep aan de zijkanten van de atlas worden bevestigd, zoals op de foto te zien is. De kortere ketting loodrecht op deze strook moet aan het lichaam van de as worden genaaid, en de langere moet aan het gat in de basis van de schedel worden genaaid, rond dezelfde plaats als waar u het apicale ligament hebt bevestigd.

Voor het achterste longitudinale ligament

Toer 1: 209 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald, vaste in volgende 207 lossen, 1 losse, keer om
Toer 2: vaste in elke steek, 1 losse, keer om.

Schelp: vaste, halfstokje, 2 stokjes in de volgende steek, halfstokje, vaste

Toer 3: 2 halve vaste, vaste, halfstokje, 45 vasten, schelp, 5 halve vasten, schelp, 3 halve vasten, schelp, 2 halve vasten, schelp, 3 halve vasten, schelp, (2 halve vasten, schelp) x 3, 3 halve vasten, schelp, 4 halve vasten, schelp, 5 halve vasten, schelp, 6 halve vasten, schelp, 8 halve vasten, schelp, (9 halve vasten, schelp) x 3, schelp. 1 losse, keer om [225]

Kleine schelp = halve vaste, vaste, 2 halfstokjes, vaste, halve vaste

Toer 4: (kleine schelp, 9 halve vasten) x 3, kleine schelp, 8 halve vasten, kleine schelp, 1 halve vaste

Hecht af

Hecht garen opnieuw aan in de eerste van de 209 lossen.

Toer 5: vaste in achterkant van deze losse en volgende 207 lossen, 1 losse, keer om [208]

Toer 6: 2 halve vasten, vaste, halfstokje, 45 vasten, schelp, 5 halve vasten, schelp, (3 halve vasten, schelp, 2 halve vasten, schelp) x 2, (2 halve vasten, schelp) x 2, 3 halve vasten, schelp, 4 halve vasten, schelp, 5 halve vasten, schelp, 6 halve vasten, schelp, 8 halve vasten, schelp, (9 halve vasten, schelp) x 3

Toer 7: (kleine schelp, 9 halve vasten) x 3, kleine schelp, 8 halve vasten, kleine schelp, 1 halve vaste

Hecht af.

Naai dit aan de binnenkant van de wervelkolom. Elk verbreed gedeelte moet tussen elke volgende wervel zitten, en de bovenste rand (het andere uiteinde waar het opzetstuk is) moet aan de achterkant van het gat in de basis van het hoofd worden genaaid, boven de kruisband.

Voor de gewrichtskapsels van het atlantooccipitale gewricht (maak er 2)

Toer 1: 4 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en de volgende losse. 3 vasten in de laatste losse, vaste in achterkant van vorige losse. 2 vasten in de achterkant van de eerste losse waarin je haakte [8]

Toer 2: maak 2 vasten in de eerste steek, vaste, 2 vasten in elk van de volgende 3 steken, vaste, 2 vasten in elk van de laatste 2 steken [14]
Toer 3-4 (2 toeren): vaste in elke steek
Toer 5: 2samengehaaktevasten, vaste, 2samengehaaktevasten 3 keer, vaste, 2samengehaaktevasten 2 keer [8]
Toer 6: vaste, 2samengehaaktevasten 2 keer [6]

Hecht af.

Maak deze plat en naai één kant aan het bovenste gewrichtsoppervlak van de atlas. Naai de andere kant aan beide kanten van het gat aan de basis van het hoofd, zoals hieronder weergegeven.

Voor het achterste atlantoocipitale membraan

Toer 1: 8 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en de volgende 6 lossen, 1 losse, keer om [7]
Toer 2: 4 vasten, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 3: 3 halfstokjes, 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 4: vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 5: 3 halfstokjes, 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 6: 4 vasten, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om.
Toer 7: vaste in elke steek, 1 losse, keer om.
Toer 8: 4 vasten, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 9: 3 halfstokjes, 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 10: vaste in elke steek, 1 losse, keer om

Toer 11: 3 halfstokjes, 4 vasten, 1 losse, keer om
Toer 12: 4 vasten, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 13: vaste in elke steek

Hecht af.

Naai dit aan de achterkant van de nek. De dikkere rand moet aan de bovenkant van het atlasbot worden genaaid en de dunnere randen moeten aan de resterende rand van het gat aan de basis van de schedel worden genaaid waar je nog geen ligamenten aan hebt genaaid (dat wil zeggen de rand die het dichtst bij de achterkant van het hoofd zit).

Voor de interspinale ligamenten

Maak er 4:
Toer 1: 3 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2-3 (2 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 4: vaste in elke steek
Hecht af.

Maak er 3:
Toer 1: 3 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2-4 (3 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer om.
Toer 5: vaste in elke steek
Hecht af.

Toer 1: 3 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2-3 (2 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer
Toer 4: vaste in elke steek
Hecht af.

Maak er 3:
Toer 1: 3 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2: vaste in elke steek, 1 losse, keer om.
Toer 3: vaste in elke steek, hecht af.

Toer 1: 4 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 3 lossen, 1 losse, keer om [4]
Toer 2: vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 3: vaste in elke steek
Hecht af

Toer 1: 5 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 4 lossen, 1 losse, keer om [5]
Toer 2-3 2 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer oim
Toer 4: vaste in elke steek
Hecht af.

Naai deze tussen de werveluitsteeksels, beginnend bij T3-4 en naar beneden werkend.

Voor het supraspinale ligament

Haak 164 lossen (het precieze getal hangt trouwens af van je spanning: je mot genoeg lossen haken dat het van T3/T4 ligament tot de bovenkant van de coccyx reikt).

Toer 1: halve vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 4 lossen, 10 lossen, halve vaste in 2e losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 9 lossen, 10 lossen, 9 halve vasten omhoog op de lossenketting, 6 lossen, 5 halve vasten omhoog op de lossen, 58 vasten op de oorspronkelijke lossenketting die je haakte. Hecht af. Naai aan de achterkant van de ruggengraat, zoals in de foto’s hieronder. De lossen die je aan het begin maakte moeten aan de basis van de coccyx, met het andere einde dat tot de T3/T4 vertebrae reikt.

Voor het ligamentum nuchae (en de laatste interspinale ligamenten)

Toer 1: 4 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2-6 (5 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 7: vaste in elke steek
Hecht af.
Maak er 2.

Toer 1: 4 lossen vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2-7 (6 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 8: vaste in elke steek
Hecht af.

Toer 1: 4 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2-5 (4 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 6: 2 vasten in de eerste steek, 2 vasten [4]
Hecht af.

Toer 1: 4 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, 1 losse, keer om [3]
Toer 2-5 (4 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 6: vast4e, 2 halve vasten [3]
Hecht af.

Toer 1: 5 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 3 lossen, 1 losse, keer om [4]
Toer 2-4 (3 toeren): vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 5: vaste, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 6: 2 halfstokjes in de eerste steek, 2 halfstokjes, vaste, 1 losse, keer om [5]
Toer 7: 3 halve vasten, vaste, halfstokje
Hecht af.

Toer 1: 6 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 4 lossen, 1 losse, keer om [5]
Toer 2: vaste in elke steek, 1 losse, keer om
Toer 3: 2 vasten, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 4: 2 halfstokjes, vaste, 2 halve vasten
Hecht af

Toer 1: 7 lossen, vaste in tweede losse vanaf de haaknaald en elk van de volgende 2 lossen, halfstokje in overige 3 halfstokjes, 1 losse, keer om [6]
Toer 2: 3 halfstokjes, 3 vasten, 1 losse, keer om.
Toer 3: 3 vasten, 3 halfstokjes, 1 losse, keer om.
Toer 4: 2 vasten, 4 halve vasten
Hecht af.

(Let op, sommige van de volgende toeren zijn niet compleet.

Toer 9: hecht garen aan in de eerste van deze secties. Vaste in elk van de 3 steken. 3 lossen, vaste in elke steek van 2e sectie, 3 lossen, vaste in elke steek van 3e sectie, 3 lossen, herhaal totdat je alle secties hebt vast gemaakt, behalve de aller laatste, zoals in de foto’s hieronder. 2 lossen, vaste in elk van de 6 steken van de laatste sectie, 1 losse, keer om [51]
Toer 10: 2 halfstokjes in de eerste steek, 12 halfstokjes, 38 vasten, 1 losse, keer om [52]
Toer 11: 8 halve vasten, 25 vasten, 18 halfstokjes, 2 halfstokjes in de laatste steek, 1 losse, keer om [53]
Toer 12: 2 halfstokjes in de eerste steek, 24 halfstokjes, 18 vasten, 2 halve vasten, 1 losse, keer om [46]
Toer 13: 5 halve vasten, 16 vasten, 25 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 14: vaste, halfstokje in dezelfde steek, 15 halfstokjes, 3 vasten, 2 halve vasten, 1 losse, keer om [22]
Toer 15: 4 halve vasten, vaste, 17 halfstokjes, 1 losse, keer om
Toer 16: 10 halfstokjes, vaste, 1 halve vaste, 1 losse, keer om [12]
Toer 17: 5 halve vasten, 2 vasten, 5 halfstokjes
Hecht af.

Naai dit gedeelte aan de achterkant van de huid en de schedel zoals hieronder getoond. Elk van de uitstekende gedeelten moet worden genaaid tussen de spinale processen van aangrenzende wervels, waarbij de bovenste wordt genaaid tussen de atlas en de basis van de schedel.

Dat is alles van dit patroon! Ik hoop dat je ervan hebt genoten. Als je vragen hebt, aarzel dan niet om contact met me op te nemen, door hieronder een reactie achter te laten of via mijn Ravelry– of Instagram-pagina’s. Instagram is je beste gok als je hoopt op een snel antwoord, en je kunt me daar ook volgen om te zien waar ik momenteel aan werk en om op de hoogte te worden gehouden wanneer ik een nieuw patroon publiceer.

Plaats dit patroon niet opnieuw en claim het (of de afbeeldingen) niet als jouw eigen patroon, maar zoals altijd mag je de afgewerkte producten verkopen 🙂

Links Anatomisch Correct Menselijk Lichaam Haken

Nog geen datum bekend: Maag; Dunne Darm; Dikke Darm; Lever; Galblaas; Alvleesklier; Blinde Darm; Longen; Milt; Vrouwelijke Voortplantingsorganen; Ogen; Nieren; Blaas;

1. Anatomisch hart
2. Onderkaak
3. Schedel deel 2
4. Cerebellum en hersenstam
5. Schedel deel 3
6. Hersenen
7. Schedel in elkaar zetten
8. Ruggengraat bovenste deel
9. Ruggengraat middelste deel
10. Tongbeen haken
11. Ruggengraat onderste deel
12. Ruggengraat aan schedel (20 februari 2025)
13. Borstbeen Haken (13 maart 2025)
14. Ribben Haken(3 april 2025)
15. Ribben aan borstbeen haken (24 april 2025)
16. Schouderbladen haken (15 mei 2025)
17. Handen haken (5 juni 2025)
18. Armen haken (26 juni 2025)
19. Sleutelbenen haken (17 juli 2025)
20. Schouders in elkaar (28 augustus 2025)
21. Voeten haken (18 september 2025)
22. Benen haken (9 oktober 2025)
23. Heup haken (30 oktober 2025)
24. Heiligbeen en stuitbeen (20 november 2025)
25. Heup in elkaar zetten (18 december 2025)

Delen is lief!