Aan elkaar zetten – Vasten met open kruispunt

Thea haar manier van aan elkaar zetten

In deze methode worden de blokken met vasten aan elkaar gezet. De blokken in de foto’s komen uit de Een Mooi Gebaar CAL, voornamelijk de maand maart. Het ontwerp is van Thea.

De blokken worden diagonaal aan elkaar gezet, zodat je zo’n grappig vierkantje krijgt op de “kruispunten”.

Eerste toer

In de eerste toer wordt ervoor gezorgd dat elk blokje evenveel steken heeft. In het voorbeeld zijn dit 20 steken per zijde. In de tweede toer worden de blokken aan de achterkant van het werk aan elkaar gehaakt met vasten.

De eerste stap is dus om alle blokken 20 steken te geven aan elke zijde.

Het stekenaantal aan 1 zijde van de Een Mooi Gebaar CAL ligt gemiddeld tussen de 16 tot 21 steken, het stekenaantal moet bij de meeste blokken worden aangepast om 20 te krijgen. Dat betekent dat je bij het ene blok 1 of meerdere steken moet meerderen en bij een ander blok 1 of meerdere steken moet minderen.

Deze meerderingen of minderingen haak je verdeeld over de zijkant. Elke 1e steek valt in een hoek en elke 20ste steek valt in de volgende hoek, tussen de 20ste steek van de eerste zijde en 1e steek van de volgende zijde haak je 1 losse.

Start met haken in een hoekruimte met (een vaste, een losse, een vaste) in de hoekruimte. Dit zijn dus steek 20, een losse en steek 1 (zie foto). Je begint op deze manier om goed uit te komen met het aan elkaar haken van de blokken.

Meerderen/minderen

1 steek minderen: je slaat de eerste steek na de hoekruimte over (of je haakt de 1ste en de 2e steek na de hoekruimte samen)

2 steken minderen: haak de eerste 2 steken na de hoekruimte samen én haak de laatste 2 steken voor de hoekruimte samen

Meer dan 2 steken minderen: verdeel de samengehaakte steken netjes over de zijkant van je vierkantje.

Bij 1 steek meerderen, haak je 2 vasten in steek 10.

Bij 2 steken meerderen, haak je 2 vasten in steek 6 en 12.

Bij 3 steken meerderen, haak je 2 vasten in steek 4, 8 en 12.

Bij 4 steken meerderen, haak je 2 vasten in steek 3, 6, 9 en 12.

Werkwijze

• haak blok 1 om met vasten en hecht af.
• haak blok 2 om met vasten en hecht af.
• haak blok 3 om met vasten en haak aansluitend blok 1, 2 en 3 aan elkaar met vasten. Dit aan elkaar haken van de blokken doe je aan de achterkant.

• haak 1 losse en leg blok 3 met de goede kant/voorkant tegen de goede kant/voorkant van blok 1 (je hebt de achterkant van blok 3 naar je toe) en haak 20 vasten door de lusjes van blok 3 én blok 1 tegelijk op te nemen,

• 2 lossen {met deze 2 lossen doe je verder niets, deze worden gemaakt om de hoek om te kunnen gaan},
• leg blok 2 met de voorkant tegen blok 1 en haak deze met 20 vasten aan elkaar (je hebt de achterkant van blok 2 naar je toe) en hecht af.

• haak blok 4 om met vasten en hecht af.
• haak blok 5 om met vasten en hecht af.
• haak blok 6 om met vasten en haak aansluitend blok 4, 5 en 6 aan de blokken 2 en 3

• haak 1 losse en leg blok 6 met de voorkant tegen de voorkant van blok 3 en haak 20 vasten door de lusjes van blok 6 en blok 3 tegelijk op te nemen

• 2 lossen, leg blok 5 met de voorkant tegen blok 3 en haak deze met 20 vasten aan elkaar

• 2 lossen, leg blok 5 met de voorkant tegen blok 2 (je vouwt je werk als het ware dubbel) en haak deze met 20 vasten aan elkaar

• 2 lossen, leg blok 4 met de voorkant tegen blok 2 en haak deze met 20 vasten aan elkaar en hecht af.

• ga zo verder met de blokken 7, 8, 9 en 10
• 11, 12, 13, 14 en 15
• etc.

Misschien raak je in de war, welk blok is nu welk en moet nu waar, maar als je elke keer voordat je de bocht om gaat het werk wat al aan elkaar zit even plat neerlegt, dan zie je al snel welke kant je op moet. Je haakt zigzaggend de blokken aan elkaar.

Delen is lief!