Skip to Content

Trellis Rand

Trellis Rand

Gratis haakpatroon deken rand – Trellis rand

Helemaal aan het eind van de Sweet Pea CAL aangekomen, wordt er een rand om de deken heen gehaakt. Deze rand kun je natuuuuurlijk ook voor andere projecten gebruiken. De rand (en de deken) zijn ontworpen door Lucy van Attic24 en hier voor u naar het Nederlands vertaald.

Het Trellispatroon van de Sweet Pea deken is vrij open en rekbaar, dus de rand moet ook vrij rekbaar zijn om een mooi geheel te vormen.

Haaknaald

Je gebruikt dezelfde maat haaknaald als voor de rest van de deken.

 KLEUREN SWEET PEA RAND

Ik heb zeven kleuren gekozen, in deze volgorde:

1. Meadow 2. Pistachio  3. Soft peach  4. Wisteria

5. Magenta 6. Fuchsia Purple  7. Violet

HOEVEELHEID GAREN

Voor de standaardmaat deken van 120 bij 180 centimeter, heb ik 18 gram gebruikt voor de eerste paar kleuren, en 22 gram voor de laatste paar kleuren, met de middelste toer er iets tussenin. Ik had genoeg garen over om de rand te kunnen maken. Maar weeg vooral even je restjes op een keukenweegschaal.

Je hoeft niet 7 toeren te haken voor deze rand, 3 4 of 5 wordt ook al prachtig. Je kunt natuurlijk ook andere kleuren gebruiken dan in het voorbeeld.

PATROON SWEET PEA TRELLIS RAND

Dit patroon gebruikt alleen vasten en lossen.

Je begint in de rechterbovenhoek van je deken. Zorg dat de goede kant van de deken naar je toe ligt (de uiteindjes zijn netjes weggewerkt langs de rechterkant van de deken).

Toer 1: Meadow

Steek je naald door de eerste steek en haal een lusje van de nieuwe kleur op.

2 lossen (telt als vaste), 1 vaste in dezelfde steek (zie foto boven).

1 losse, 1 steek overslaan.

1 vaste in volgende steek (zie boven).

1 losse, 1 steek overslaan.

In de volgende steek haak je (1 vaste, 2 lossen, 1 vaste), zie foto boven. Dit noem ik “kleine punt” in de rest van het patroon.

1 losse, 1 steek overslaan.

*1 vaste in volgende steek

1 losse, 1 steek overslaan

haak (1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) in de volgende steek (kleine punt);

1 losse, 1 steek overslaan.

Herhaal van * tot * langs de bovenrand, tot er één steek over is.

Je hebt nu 45 kleine puntjes aan de bovenrand. 

Check nog even dat je geen fouten hebt gemaakt.

De laatste steek van de toer is de derde losse van de vorige toer – je haakt hier een hoek in…..

….(2 vasten, 2 lossen, 2 vasten) in laatste steek om een hoek te vormen (zie foto boven).

1 losse.

Nu ga je langs de lange zijde van je deken werken.

Je werkt nu om de stam van de steek in plaats van in de steek. Zie je de naald in bovenstaande foto?

Ben je er klaar voor? ?

1 vaste in het einde van de eerste toer (zie foto boven).

1 losse.

Werk om de stam van de volgende steek een kleine punt (1 vaste, 2 lossen, 1 vaste).

1 losse. 1 vaste in volgende steek, 1 losse.

*(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) in volgende steek, 1 losse.

1 vaste in volgende steek, 1 losse*

Herhaal van * tot * tot je de onderkant bereikt hebt.

Deze lange zijdes voelen…. lang! Blijf doorgaan je komt uiteindelijk écht in de hoek terecht.

Nu gaan we in de onderkant van de lossenketting werken.

Haak (2 vasten, 2 lossen, 2 vasten) in de eerste steek om je hoek te maken, 1 losse.

1 steek overslaan, 1 vaste in volgende steek.

1 losse, 1 steek overslaan.

(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) in volgende steek, 1 losse, 1 steek overslaan.

1 vaste in volgende steek;

2 steken overslaan, 1 losse.

De bovenkant van de Trellis deken heeft meer steken dan de onderkant van de deken. Normaal zou dit niet zoveel uitmaken, maar omdat de puntjes zo duidelijk zijn, vind ik het belangrijk dat de boven en onderkant evenveel puntjes zouden krijgen.

Dit betekent dat als je langs de onderkant werkt, je elke zevende steek een extra steek overslaat (dus 2 steken overslaat in plaats van 1).

Ik heb het geprobeerd te laten zien op bovenstaande foto – na elke andere enkele vaste, sla je 2 steken over in plaats van 1.

Het is niet helemaal ideaal om het zo te doen, maar zorgt er wel voor dat je randen er hetzelfde uit zien….

Het patroon voor de onderrand:

*(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste); 1 losse; 1 steek overslaan;

1 vaste; 1 losse; 1 overslaan;

(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste); 1 losse; 1 overslaan,

1 vaste, steekmarkeerder in vaste die je net gemaakt hebt, 1 losse, 2 steken overslaan*.

Door een steekmarkeerder te gebruiken weet je waar je bent in het patroon, waardoor je minder fouten maakt.

Als je geen steekmarkeerders hebt, kun je ook een paperclip gebruiken.

Blijf je patroon regelmatig checken, ik kwam er zelf achter dat ik een paar foutjes maakte, zoals twee puntjes naast elkaar…

Als het goed is kom je dan op 45 puntjes uit. Ik kwam een paar keer op 46 puntjes uit en heb toen gewoon een beetje gesjoemeld aan het einde.

Sorry als dat onprofessioneel is, maar het is nu eenmaal het echte leven en voor mij is het helemaal OKE om af en toe een beetje te sjoemelen en de imperfecties juist te omarmen.

Hopelijk geeft deze onderkant jullie niet teveel stress… alle andere toeren zijn écht makkelijker!

Als je kijkt naar bovenstaande foto, kun je zien waar ik een paar extra steken heb overgeslagen. Je eindigt je patroon met (vaste, 1 losse, 2 overslaan). Nu ga je een hoek maken in die laatste steek.

Maak je hoek (2 vasten, 2 lossen, 2 vasten) in de laatste steek van de onderste rij.

1 losse.

Het ergste is nu voorbij!!!!

Je gaat nu aan de andere lange kant werken op dezelfde manier als voor de eerste lange zijde.

1 vaste om de stam van de volgende steek (zie foto boven)

1 losse.

*(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) om de stam van de volgende steek, 1 losse,

1 vaste om de stam van de volgende steek, 1 losse*.

Herhaal van * tot *….

…ga door tot je weer bij het begin bent. Check regelmatig of alles nog goed gaat.

Als je bij de bovenkant bent gekomen, eindigt je patroon met een vaste, 1 losse in de laatste streep van de deken.

Nu ga je je hoek afmakne

Steek je naald in dezelfde steek als waar je begonnen bent (zie naald boven).

2 vasten, 2 lossen.

Nu steek je je naald in de tweede losse van de beginlossen. (zie foto boven).

Haak een halve vaste om de hoek af te maken. Hecht af.

Ta-dah!!!! Je bent vast héél erg blij dat deze toer erop zit. Alle andere toeren zijn echt véél makkelijker.

Toer 2: Pistachio

Steek je naald in de 2-lossenruimte van de rechterbovenhoek van de deken en trek een lusje van de nieuwe kleur door.

2 lossen (telt als vaste), 1 vaste in dezelfde steek.

1 losse, 2 steken overslaan.

Je volgende steek gaat in de bovenkant van de enkele vaste van de toer eronder – zie je waar mijn naald zit? Steek je naald onder beide lussen van de steek en haak 1 vaste.

1 losse, 1 steek overslaan.

De volgende steken gaan in de 2-lossenruimte die gecreëerd werd toen je de Kleine Punten maakte een toer lager. Zie je waar mijn naald wijst? Steek je naald in die ruimte en haak (1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) – dit maakt weer een Kleine Punt, precies boven de andere.

1 losse, 1 steek overslaan. 1

1 vaste in volgende steek

1 losse, 1 steek overslaan.

*(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) in 2-lossenruimte (stapel die kleine puntjes op!)

1 losse, 1 steek overslaan,

1 vaste in volgende steek,

1 losse, 1 steek overslaan*.

Zie je hoe gemakkelijk dit is? Je blijft gewoon herhalen wat je in de eerste toer deed, je stapelt de steken boven elkaar.

*(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) in 2-lossenruimte (kleine punt);

1 losse, 1 overslaan, 1 vaste in volgende steek;

1 losse, 1 overslaan*.

herhaal van * tot * tot einde toer.

Haak (2 vasten, 2 lossen, 2 vasten) in hoekruimte.

1 losse, 2 steken overslaan.

Je werkt nu langs de lange zijde van de deken.

1 vaste in volgende steek (zie naald in bovenstaande foto).

1 losse, 1 steek overslaan.

*(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) in 2-lossenruimte (Kleine Punt);

1 losse, 1 steek overslaan;

1 vaste in volgende steek.

1 losse, 1 steek overslaan.*

Herhaal van * tot * tot einde van de lange zijde.

Haak (2 vasten, 2 lossen, 2 vasten) in de 2-lossenruimte van de hoek.

1 losse, 2 steken overslaan.

1 vaste in de volgende steek,

1 losse, 1 steek overslaan.

Herhaal deze patroonherhaling langs de onderzijde, haak (2 vasten, 2 lossen, 2 vasten) in de hoek.

Blijf het patroon herhalen tot je bij het begin aangekomen bent.

Om de hoek af te maken steek je de naald in de eerste 2-lossenruimte en haak je 2 vasten.

2 lossen

Halve vaste in 2e beginlosse. Hecht af.

Oh yes!! Mooi he?

Nu beginnen we aan toer 3….

Toer 3 : Soft Peach

Steek je naald in de 2-lossenruimte van de rechterbovenhoek van de deken en trek een lusje op van de nieuwe kleur.

2 lossen (telt als vaste), 1 vaste in dezelfde steek.

1 losse, 2 steken overslaan.

*(1 vaste, 2 lossen, 1 vaste) in 2-lossenruimte (kleine punt);

1 losse, 1 steek overslaan, 1 vaste in volgende steek.

1losse, 1 steek overslaan*.

Herhaal van * tot * helemaal rondom, met (2 vasten, 2 lossen, 2 vasten) in de hoeken.

Sluit de toer door 2 vasten in de eerste 2-lossenruitme te maken, met een halve vaste in de tweede beginlosse en hecht af.

Toer 4 : Wisteria; herhaal toer 3

Toer 5 : Magenta; herhaal toer 3

Toer 6 : Fuchsia Purple ; herhaal toer 3

Toer 7 : Violet; herhaal toer 3

Je hoeft niet 7 toeren te maken als je het niet wilt, stop op een willekeurig moment als je tevreden bent met het resultaat.

Als je klaar bent golven de hoeken misschien een beetje. Stoomblokken kan dan helpen.

Zet de deken vast op een opgevouwen handdoek met kleine spelden. Gebruik een stoomijzer op de koude stand en puf wat stoom. Laat de strijkijzer NOOIT het werk aanraken. Een paar seconden stoom is alles wat je nodig hebt. Doe het niet te lang, dan worden ze slapjes.

Mooi recht en puntig he?

Herhaal het proces voor alle 4 de hoeken.

Dat was de rand, ik hoop dat je heel blij wordt van het resultaat!


Delen is lief!