Skip to Content

Pica Pau

Pica Pau

Boekreview: Pica Pau

Uitgeverij Forte Creatief publiceerde het boek Pica Pau – Haak 20 kleurrijke amigurumidiertjes, geschreven door Yan Schenkel. Het boek bestaat uit maarliefst 160 pagina’s, waarin je, naast een heleboel basisinformatie, ook de uitgebreide patroonbeschrijvingen van 20 verschillende diertjes kunt vinden. In deze review lees je waarom je vooral dit boek op je volgende verlanglijstje moet zetten!

Eerste indruk

Het boek begint met maar liefst 53 pagina’s aan algemene informatie. Een fijne, persoonlijke introductie, gevolgd door informatie over de benodigheden. Die benodigdheden staan erg mooi en uitvoerig beschreven: de anatomie van de haaknaald had ik bijvoorbeeld nog nooit over na gedacht, en ook de uitleg van alle mogelijke garens was prettig om weer eens te lezen. De handige tabellen met maten van haaknaalden en garens uit verschillende landen ga ik zéker nog eens raadplegen!

Na de benodigdheden volgt een overzicht van de haaktechnieken in het boek: hoe je de haaknaald en het garen vasthoudt, hoe je een schuifknoop, losse, magische ring, lossenketting, keerlosse, vaste, halfstokje, stokje, noppensteek en ribbelsteek haakt, maar ook hoe je onzichtbaar of traditioneel kunt minderen. De verschillen tussen jacquard en tapestry technieken, hoe je het beste van kleur wisselt en wat je met al die uiteindjes kunt doen: alles staat in dit boek!

Het lastigste van amigurumi haken is vaak het borduren en naaien, maar ook daar heeft dit boek hele duidelijke instructies voor in het algemene deel. Het is even een avondje lezen, al die bladzijden, maar ik heb er allerlei tips uitgehaald, en dat na járen haken!

Opvallend is dat de schrijfster yarn under yarn under haakt, een techniek waarbij je de draad niet over de haaknaald heen slaat, zoals gebruikelijk, maar waarbij je de draad als het waren “harkt” met de haaknaald. Je bent absoluut niet verplicht om zo te haken, de figuurtjes worden ook prachtig op de yarn over yarn over manier die de meeste mensen hanteren. Het geeft de figuurtjes van Yan Schenkel echter wel hun karakteristieke uiterlijk, de vasten hebben meer een X dan een V-vorm door de techniek!

Patronen

Dan volgen ongeveer 100 pagina’s met patronen en schitterende foto’s. De 20 beestjes zijn: Pedro Varken, Hans Grizzlybeer, Murray Zeeotter, René Yacarekaaiman, Ramón Ezel, Lola Panda, Rosa Cheeta, Victor Kikker, George Vogelbekdier, Marcos Coati, Audrey Gazelle, Harry Wolf, Hector Neushoorn, Charles Specht, Bonny Papegaaiduiker, Hugo Vleermuis, Marcia Alpaca, Daniel Jack Russell, Robin Eenhoorn en Gertrude Draak.

Aan de slag

Omdat ik reeds met de Flowerpower Bloemendeken bezig was voor mijn oudste dochter, en mijn zoontje nog geen mening kan uiten, mocht mijn jongste dochter deze keer een patroontje voor zichzelf uitkiezen. Het werd heel resoluut: POES! Rosa Cheeta lijkt natuurlijk ook wel veel op een poes voor een tweejarige 😉

Daarop ben ik mijn voorraad in gedoken en heb ik kleurtjes bij elkaar gezocht: okergeel voor het lijfje, bruin voor de details, zwart voor de ogen en wenkbrauwen, felblauw voor het truitje en donkerblauw voor de overgooier. Meteen de avond dat het boek binnenkwam begon ik aan het hoofdje. Het patroon is wat je kunt verwachten van amigurumi: veel vasten, veel meerderen en minderen. Allemaal duidelijk beschreven. Ik heb tijdens het haken van het hoofdje ook al de oren gehaakt en vastgenaaid, en alle gezichtversieringen gemaakt. Ik hou er niet van om nog te naaien als er al vulling in zit, dan trek je de vulling er vaak weer deels mee uit en dat vind ik niet zo mooi.

Aangekomen bij het lijfje heb ik ook meteen de armen gehaakt en al vastgezet voor ik verder ging met de benen: zo kon ik er nog goed bij om het vast te naaien. Op deze volgorde-dingetjes na heb ik overal keurig het patroon gevolgd, alles kwam telkens gewoon goed uit. Fijn patroon dus!

Wat ik wel super super handig vind, is dat er tussen de benen een gaatje overblijft, wat je later dichtnaait. Dit gaatje kun je gebruiken om het lijfje zo vol te stoppen met vulling als je zelf wilt! Echt ideaal, want meestal vind ik vulling in amigurumi echt een gedoe.

Het jurkje was even viegelen, en had ik zelf eigenlijk even moeten opmeten toen ik bezig was. Dat lag niet aan het boek, maar aan het feit dat ik garens met iets verschillende diktes gebruikte. Daardoor werd het jurkje net te los. Ik heb het opgelost door aan de bovenkant van het jurkje met dezelfde kleur garen nog even een beetje te stikken, zodat het jurkje daar iets smaller werd.

Conclusie

In totaal haakte ik zo’n 10 uur aan Rosa Cheeta en dat was 10 uur genieten. Ik ga zéker nog een keer een patroon uit dit boek haken. Het zijn soms best ingewikkelde patronen, maar met de uitleg aan het begin van het boek, kom je er ook als beginner wel uit. Wil jij dit boek ook? Begin april 2019 is er een winactie via Facebook en Instagram, en anders kun je het boek via deze affiliate link kopen:

KOOP HIER HET PICA PAU BOEK!

Delen is lief!